In onze jeugd luisterden ik en mijn vrienden naar behoorlijk uiteenlopende muziekstijlen. Van beschaafd en relatief braaf tot de meest extreme t***s herrie die een mens zich kan voorstellen. Alle soorten muziek passeerde de revue, maar vooral de nieuwe muziek uit de jaren zestig, zeventig en tachtig hadden onze aandacht. Van Coltrane tot King Crimson en alles wat er tussen zat. Zo ontwikkelden we geleidelijk onze gezamenlijke en individuele voorkeuren. Allemachtig, wat een schitterend avontuur was dat en regelmatig verkeerden we alleen (!) door de muziek echt in hogere sferen. Nu, bijna een halve eeuw later, is er eigenlijk niet veel muziek uit genoemde periode die voor mij houdbaar is gebleken. Houdbaar, in de zin dat de muziek van toen mij nog net zo raakt als destijds. Heel veel is over de datum en gedateerd. Dat is geen algemene stelling, maar zo ervaar ik dat en dat hoeft bij anderen niet het geval te zijn. Misschien is de grijze massa afgestompt, wie zal het zeggen? Nieuwe muziek? Ach, er wordt ook nu prima werk gemaakt, ik probeer er echt wel bovenop te zitten, maar het beklijft allemaal niet meer zo. Wat blijft er dan nog over van zo’n mooie hobby? Gelukkig resteert er nog genoeg muziek die bewezen heeft de tand des tijds goed te kunnen doorstaan.
Muziek van weleer die bij mij nog steeds een snaar weet te raken is er dus gelukkig nog wel. Ik doe hier geen opsomming maar één
artiest licht ik er graag uit: Keith Jarrett. Een béétje muziekliefhebber kent de man.
Hij wordt beschouwd als één van de beste pianisten uit de muziekhistorie. Een levende legende. Jazz is
zijn primaire genre, maar later in zijn carrière speelde hij ook andere
stijlen, met name klassiek. Wie alles wil weten over Keith verwijs ik naar het
web. Maar in het kort: - Keith Jarrett werd geboren in 1948 in Pennsylvania - Als kind van zeven gaf hij al recitals klassieke muziek - Hij speelde begin jaren zeventig kort bij Miles Davis - Zijn soloalbum ‘The Köln Concert’ uit 1975 werd het bestverkochte soloalbum in de jazzgeschiedenis en het bestverkochte pianoalbum aller tijden - Jarrett verwierf vooral faam door een
grote reeks soloconcerten waarvan er vele op LP en CD verschenen - Er staan meer dan 100 albums op zijn naam - In 2018
werd Keith geveld door twee beroertes en verlamde hem eenzijdig. De kans dat hij ooit nog piano zal spelen is klein. Eén ding is zeker, zijn oeuvre is tijdloos.
Ik kende Keith Jarrett's naam al van
verschillende Miles Davis-albums. Met name ‘Live-Evil’ en ‘Live at the Fillmore
East’. Concerten waar hij flink te keer ging op zijn elektrische Fender
Rhodes keyboards. Hij had eigenlijk een bloedhekel aan deze instrumenten, maar ja,
als je bij Miles kan spelen zeg je geen 'nee'. Zijn échte doorbraak, ook voor
mij, was zijn vierde soloalbum ‘The Köln Concert’ uit 1975. Het was een
wereldwijd succes. Zo door de jaren heen verzamelde ik heel wat van Jarrett's albums. Bijna allemaal erg goed. 'Bremen/Lausanne' en 'The Survivor's Suite' schieten me nu even te binnen als voorbeelden. Briljant. Jarrett bracht in totaal 33 soloalbums uit, waarvan ‘The Sun
Bear Concerts’ uit 1976’ wel de meest bijzondere was. Oorspronkelijk
uitgebracht op tien LP schijven. Onbetaalbaar voor mij destijds. Later boodt internet de mogelijkheid de albums op zeer behoorlijke kwaliteit te downloaden
en op CD te zetten. Het verschafte mij toegang tot vijf complete solo-optredens
van Keith Jarrett, opgenomen in Japan en die gelden als een mijlpaal in de geschiedenis van
de jazz. Onlangs is ‘Sun Bear’ weer op vinyl uitgebracht. Schitterend, zo'n prachtige box met tien van die glimmende zwarte schijven. Gaat u wel 249 euro kosten. De foto hieronder is niet die mooie box maar het resultaat van mijn huisvlijt van enkele jaren geleden.
Keith Jarrett was ook als klassiek pianist actief maar dat sprak mij minder aan. Zo'n authentieke en scheppende artiest vond ik niet helemaal op zijn plaats in dat metier. Maar hij liet zien dat hij dat kunstje ook beheerste. Zo nam hij de ‘Goldberg Variaties’ op. Een tour de force voor iedere muzikant én luisteraar, maar geen probleem voor Keith. Zijn klassieke output is beperkt en, voor zover ik kan nagaan, was hij in 1996 commercieel klaar met Pärt, Bach, Händel en consorten. Ik heb één 'klassiek' album van Jarrett met, ondere andere, een geweldig werk van Arvo Pärt, 'Tabula Rasa' en dat vind ik echt een fantastisch album. Ik heb dus vele tientallen albums in mijn verzameling van en met Keith Jarrett. Solo, Trio’s,
Kwartetten, samenwerkingen, noem maar op. Sommige van zijn albums staan in mijn persoonlijke
lijstje van ‘evergreens’ en luister ik nog regelmatig. Het was wel duidelijk, niemand hoefde mij nog iets
wijs te maken over Keith Jarrett, dacht ik…
De Fiat 500 zoals die als
‘retro’ model in 2007 werd geïntroduceerd is beslist één van de best
vormgegeven auto's aller tijden. Een meesterlijk gestileerd autootje met perfecte
proporties en schitterende detaillering. Een auto die na 14 jaar productie nog
volledig fris en actueel is en bijna iedereen mooi vindt. Zo lukt het creatieve geesten maar zelden om iets te ontwerpen of te maken wat zo smaakvol, mooi én tijdloos is.
Met muziek is dat niet anders.
Ons muziekvriendenclubje (is dat een woord?) wisselt regelmatig muziektips uit. We attenderen elkaar op bestaande of nieuwe muziek. Soms slaat het aan en soms niet. Het is ook afhankelijk van je stemming en
welke stijl je op dat moment luistert, enzovoort. Zo overkomt het mij
regelmatig dat ik tips niet aansprekend vind of juist wel. Op een later moment,
in een andere stemming of context, kun je diezelfde muziek weer heel anders ervaren. Maar de nieuwe muziek
van heden, ook wat ik aanvankelijk heel goed vind, verliest voor mij toch snel weer zijn glans. Eigenlijk wel jammer. Zou ik ooit nog eens verrast worden door nieuwe of onbekende muziek?
Een tijdje geleden refereerde muziekvriend JV aan
een album van Keith Jarrett. Keith heeft er, zoals we hebben vastgesteld, nogal wat gemaakt en het bewuste album kende ik niet. JV was verbaasd. “Ken je dat album echt niet?
Het is er één van het ‘Standards Trio’". Het 'Standards
Trio'... Er gingen even geen lampjes branden. Ik heb wel een paar Jarrett LP’s met
een trio, met Charlie Haden bijvoorbeeld. Maar het 'Standards Trio?'. Ik ging eens
even het web op en al snel steeg het schaamrood mij naar de kaken. “What the
f***!” Werkelijk onbegrijpelijk dat ik het 'Keith Jarrett Standards Trio' bijna 40 jaar lang niet heb
opgemerkt. Een 'quick scan' leerde dat dit een misser was van kolossale omvang, wat een schitterende muziek. Dat ik deze bekentenis hier überhaupt durf te schrijven... Shame, shame on me. Nou ja, ik kon mijzelf verwijten blijven maken, maar het leek mij een beter idee om maar eens een inhaalrace te gaan doen. Streaming kwam nu wel heel goed van pas... Ik begon aan een luistersessie die nu al
negen maanden duurt en nooit meer stopt, zo vermoed ik. De muziek van dit trio behoort namelijk, wat mij betreft, tot het beste wat ik ooit heb gehoord.
Het Standards Trio werd
opgericht in 1983 en bestond uit pianist Keith Jarrett, bassist Gary Peacock en drummer Jack DeJohnette. Gary en Jack waren ook niet bepaald van de straat want ze speelden beiden met vele beroemde jazzfiguren waaronder de legendarische Bill Evans. Het Standards Trio werd uiteindelijk één van de langst
durende samenwerkingen in de jazzgeschiedenis die eindigde in 2014. De discografie van het Standards Trio bestaat uit 21 albums, de laatste opgenomen in 2009. Ik noemde het al even, Jarrett kan
na twee beroertes in 2018 helemaal niet meer spelen. Zijn verwachting is, zo bleek uit
een recent interview in the New York Times, dat het vermoedelijk nooit meer
goed komt. Gary Peacock overleed in september vorig jaar op 85-jarige leeftijd. Ach, zo gaat dat, het is de vergankelijkheid der dingen én mensen. Jack DeJohnette, de man in het midden hieronder, is 79 jaar en nog steeds actief als drummer.
Het trio legde zich toe op ‘Jazz-Standards’,
nummers die veelal bij het vaste repertoire van jazzmuzikanten hoort en bekend
zijn bij het grote publiek. Frank Sinatra, ik ben groot fan van hem, steeds
meer eigenlijk, was een typische vertolker van Standards. Voorbeelden van Standards
zijn ‘Autumn Leaves’, ‘Straight No Chaser’ en ‘Bye Bye Blackbird’. Jarrett en
kornuiten excelleerden in improvisatie en de Standards werden vaak totaal
verbouwde en lang uitgerekte meesterwerken van samenspel en improvisatie. Maar
het trio speelde ook nieuw materiaal, soms bijna ‘minimal’ en andere keren leunde het tegen
free jazz aan. Ik ben vanaf de eerste luistersessie ‘hooked’. Deze muziek zal
altijd bij mij blijven. Deze mannen spelen zo goed dat ik soms denk “dit kan
gewoon niet, zo goed kunnen mensen niet live samen spelen”. Het is zo
inspirerend en gelukkig makend, geweldig gewoon. Ik las in een recensie dat
iemand de muzikale communicatie tussen Jarrett-Peacock-DeJohnette telepathisch
noemde. Ja, dat is het precies, erg mooi gevonden. Wat kan ik zeggen? Wat ben ik
blij met JV’s tip, want het Keith Jarrett Standards Trio is voor mij de
ontdekking van de eeuw, geen twijfel aan. Muziek die mij echt raakt. Behoorlijk zware woorden, maar zo ervaar ik het. Sic factum est.
Beoordeel ik alle 21
albums met vijf sterren? Ik heb ze nog niet allemaal geluisterd. Soms blijf ik een tijdje steken bij één van de trio-albums en tussendoor luister ik natuurlijk ook andere muziek (ik ben niet gek 😂). Maar het antwoord is ‘nee’. Zelfs met enige stelligheid. Sommige albums vind ik echt beter dan andere. Maar vooral het ene nummer spreekt mij meer aan dan het andere. Kwestie van voorkeur en stemming. Bepaalde standards vind ik net even wat te braaf en zelfs oubollig. Soms raak ik ook het verband
kwijt als die mannen te veel op de vrije tour improviseren naar mijn smaak. Maar als de muziek wél in mijn straatje is dan schieten woorden te kort. Ik durf wel te stellen dat ik het dan over minimaal 50% van het oeuvre van het trio heb. Laten we zeggen dat ik voorts 25% gewoon goed vind en 25% niet mijn smaak. Al met al is dat een geweldige score. Het waanzinnige vakmanschap en de balans die deze mannen vaak weten te vinden tussen de sfeer van het origineel en improvisatie is fascinerend. Thom Jurek van Allmusic schrijft in een recensie (My Foolish Heart: Live at Montreux): "Whatever the reason, this document is a mindblower from start to finish, and there are moments when all you can do in response is look at the box slack-jawed and wonder if what you just heard really happened. It did and it does, over and over again. This set is a magical, wondrous moment in the life of a trio when it all comes pouring out as inspiration and mastery". Dat is precies wat ik met enige regelmaat ook ervaar. Alleen kijk ik dan naar mijn luidsprekers. Dat al het werk van het trio op Manfred Eicher’s sublieme top label ECM is uitgebracht is een niet te onderschatten pluspunt. Bijna alle albums klinken als een klok. Het is een bonus die deze muziek als geen andere verdient.
Waar hebben we het over? Een korte
Standard, bij wijze van voorbeeld. ‘I Fall In Love Too Easily’. Live In Tokyo, 1993. Een song van Jule Styne en voor het eerst gebracht door Frank Sinatra in de film ‘Anchors Aweigh’ uit 1945.
Mooi toch? Het nummer staat op 'Standards Vol. 2'. Luister het maar eens op
een mooi audio-setje of een stel hele goede oortjes of headphones. Onder het Youtube-filmpje staat een commentaar van een mijnheer Tom Underwood: “I've been a fan of
so many great jazz artists for over 30 years (Coltrane, Miles, Kenny Garrett,
Redman, Stanko..) and I am so embarrassed to admit I have just learned of Keith
Jarrett. It's like I discovered a new religion.” Is dat niet toevallig? Hahaha,
ik ben gelukkig niet de enige sukkel en zijn misser is nóg groter. Een nieuwe religie noemt hij het zelfs, ja zo kun je het bijna wel noemen.
Mocht iemand geïntrigeerd zijn
geraakt door mijn enthousiasme, dan zijn een paar opmerkingen wel op zijn plaats. Natuurlijk moet je wel echt van jazz en piano houden, maar daar doel ik niet op, dat lijkt mij vanzelfsprekend. Allereerst, de luisteraar moet tegen Keith’s vocale ‘ondersteuning’ kunnen. In de hitte van zijn spel wilde hij zich nog wel eens verliezen in allerlei begeleidend gekreun en dat vinden
sommige luisteraars uiterst irritant. Ik ben er aan gewend geraakt en het hoort nu
eenmaal bij zijn spel. Maar soms is het ook voor mij 'too much'. De tweede opmerking is dat het trio soms behoorlijk zijn tijd nam, tien minuten of (veel) meer voor één nummer is geen uitzondering. Voor mij juist een meerwaarde om helemaal op te kunnen gaan in de muziek, maar voor anderen soms te veel van het goede. Tenslotte vind ik dat de heren af en toe, qua hectiek, uit de bocht vlogen tijdens improvisaties. Niet door laten afschrikken en gewoon naar het volgende nummer skippen, zo simpel is dat. Maar verder, wat kan ik nog zeggen? Hemels.
Het is toch wel triest dat Keith Jarrett misschien nooit meer piano zal spelen 😢 Maar wat een erfenis gaat deze man, én zijn collega's, ons nalaten. Fantastisch. Nogmaals, tot aan de lucht bedankt voor deze gouden tip ‘JV’ ☝😃