19 september 2016 - Der Harz
Onze korte vakanties brengen wij graag bij de oosterburen door, dat is geen nieuws. J. was dit jaar al in Israël geweest en ik zou nog een week gaan wandelen in de Alpen met K. Dus een weekje samen naar Duitsland, net als vorig jaar, zagen we wel zitten. Vriend P. loopt mij al een paar jaar te pushen eens naar het hotel-pension van zijn vrienden Peter en Jacqueline te gaan in de Harz. Dit stel uit Den Haag besloot een paar jaar geleden het roer helemaal om te gooien. Zoals in het TV programma ‘Ik vertrek’. Het zijn motorliefhebbers en het idee voor een ‘motorpension’ zat al een aantal jaren in hun hoofd. In mei 2012 was het zover. Na een jaar voorbereiden en verbouwen, begonnen zij toen met hun ‘Pension Der Tourstop’. P. had mij natuurlijk geïnformeerd dat het hotel een echte pleisterplaats voor motorrijders was. Ik had het voor kennisgeving aangenomen. Het zal wel. Of de pensiongasten nou met de motor of met de auto komen, wat maakt dat nou uit? Nou, dat maakt dus wél uit.
Onze rit ging soepel. Het einde van de zomervakantie was in zicht en we hadden geen enkele file of ‘Baustelle’ waar we vast kwamen te staan. Äpfelchen-Eichen. Het was bovendien de laatste grote rit met de Ford Focus want over een week was het einde oefening met de job en dus ook de leaseauto. We mochten van de baas nog gebruik maken van de Focus en van dat aanbod hebben we goed en zeer dankbaar gebruik gemaakt.
Het is vanuit de Randstad ongeveer 500 kilometer rijden en in de loop van de middag kwamen we al aan. ‘Pension Der Tourstop’ ligt in een klein buurtschap in een bosrijk dal. We werden hartelijk onthaald door Peter en Jacqueline. Het was bewolkt maar niet koud en we gingen buiten zitten onder de grote veranda. Er zaten twee andere mensen en het was nog stil, maar al snel druppelde de motorrijders binnen en rond een uur of zes was het parkeerterreintje achter het pension ruim gevuld met Honda’s, Harley’s, Kawasaki’s en vele andere merken. Wat doe je in een gewoon hotelletje? Je gaat eens de buurt verkennen, je eet ergens een hapje, kuiert nog wat rond, misschien nog een drankje aan de hotelbar en dan is het meestal ‘Schluss’. Niet bij de motorrijders. We zaten tot middernacht allemaal buiten onder de veranda. Gezellig praten, lachen, eten en bierelieren. Het was voor ons een openbaring van de eerste orde.
Misschien troffen we het, maar dit was echt geweldig. Wel vogels van zeer verschillende pluimage. Van pensionado’s met veel geld op een Honda Gold Wing tot jonger volk met bescheidener ‘fietsen’. Wat echt ontzettend opviel was de pretentieloze en onwaarschijnlijk goeie sfeer onder al die bikers. Echt super. Dick en Dick waren er ook. Zwagers uit Drenthe van 60 en 65 jaar, ieder op een Harley. ‘Grote Dick’ van 2 meter plus met een enorme bierpens en tattoos en kleine Dick, ‘Dickie’. Dickie was drie turven hoog en had de energie van een 11-jarige met ADHD. Onwijs gelachen met die kerels. Ze sliepen op één kamer. Grote Dick, te lang voor het bed, slaapt altijd op zijn rug met een zuurstofmasker op zijn gezicht en een pomp op het nachtkastje. Kleine Dickie ligt dan te knorren op het bedje wat er naast staat. Twee ruige Harley-mannen. Wij vonden dat een totaal hilarisch beeld, echt om je gek te lachen...
Peter en Jacqueline bleken echt een fantastische gastheer en gastvrouw te zijn. Geen moment kwam iemand iets te kort en ze waren er ook heel de avond bij en onderdeel van de ‘familie’. De eerste avond maakten ze ‘Nasi’ voor iedereen en de andere avonden kon je, als je dat wilde, er ook eten. Het ontbijt was uiteraard super. De kamertjes zijn niet echt groot in ‘Tourstop’, maar schoon en functioneel. Maar wat werken die mensen hard zeg, bijna 24/7.
Mijn andere openbaring bleek Veltins. Peter vroeg de eerste avond: ”Wie wil er bier waar je geen hoofdpijn van krijgt?”. Ik stak gelijk mijn hand op. Ik kan helemaal niet (meer) tegen bier. Eentje en dan ben ik klaar. Als ik er meer ga drinken dan word ik gewoon ziek. Maar Peter was stellig. Gemaakt onder het regime van het ‘Reinheitsgebot’ en je krijgt er beslist geen koppijn van. De eerste beviel echt heel goed. De tweede ook en, nou ja, ik heb er die paar dagen ruim 20 gedronken. Heerlijk gewoon. Fris, dorstlessend en met een klein ‘bittertje’ en, verdomd, ik kreeg er geen hoofdpijn van. Ongelofelijk. Veltins is ook bij Appie te koop en deze week bij de Lidl in de aanbieding nota bene. Echt een ontdekking voor mij waar ik heel erg blij mee ben. Ik drink normaliter eigenlijk alleen koffie en karnemelk en nu heb ik in ieder geval iets er bij wat ik echt lekker vindt.
In het naburig Lautenthal aten we nog bij ‘Der Harzer Schnitzelkönig XXL’. Het laat zich wel raden wat voor restaurant dat was. Maar, echt waar, de schnitzels zijn er van uitzonderlijk goede kwaliteit en het mag ook een kleintje zijn. Al met al was deze week een klein feestje voor geest en de innerlijke mens. Mijn diëtiste zal niet blij zijn. Alhoewel, we hebben toch wel 42 kilometer gelopen en misschien, heel misschien, is er een onsje af.
De Harz is het meest noordelijk gelegen middelgebergte van Duitsland. Het hoogste punt is ‘Der Brocken’ van 1141 meter hoog. Het is een redelijke geïsoleerde berg en vanwege de relatief noordelijke breedtegraad, ligt de boomgrens op ongeveer 1000 meter. De top is dus kaal en bij helder weer vanaf ver zichtbaar. De enorme zendmast op de top is trouwens nog meer in het oog springend. Het klimaat op de Brocken is vergelijkbaar met dat van ongeveer 2000 meter hoogte in de Alpen. De gemiddelde jaartemperatuur is 3,5 graad celsius en het aantal dagen met sneeuw is 120. De temperatuur zakt in de winter tot meer dan 25 graden onder nul en de hoogste neerslagcijfers en windsnelheden van Europa worden hier gemeten. Daar moest ik uiteraard naar toe, dat begrijpt u. Ik had dat als ‘must’ benoemd, net als het plaatsje Quedlinburg en de Teufelsmauer. Ik had nog een paar bezienswaardigheden uitgezocht en verder zouden we het wel zien.
De Harz ligt voor ongeveer de helft in het voormalige Oost-Duitsland en dat is de reden dat het er toch wel anders uit ziet dan elders in Duitsland. De bouw van traditionele huizen en kerken doet meer denken aan Baltische staten en Rusland bijvoorbeeld. In de Harz is eigenlijk nauwelijks economische activiteit en het heuvelachtige, soms bergachtige en bosrijke landschap, wordt alleen onderbroken door dorpen, plaatsjes en stuwmeren. Het is niet enorm spectaculair, maar gewoon mooi en zalig rustig, behalve op de Brocken… Ik wilde graag de berg op met het beroemde antieke smalspoor-treintje van de ‘Brockenbahn’. Met de auto kun je de berg niet op en 22 kilometer heen en weer naar de top, grotendeels door bos, daar hadden we geen zin in. Misschien was dat toch een beter idee geweest, want het was een regelrechte bezoeking. Het duurde fokking uren en de trein was voller dan een sardineblikje. Bovendien was het inmiddels bloedheet. Niet doen dus, de Brockenbahn. Althans niet op een mooie zomerse dag. Boven gekomen namen we een kop soep en wandelden we wat rond. Al snel waren de massa’s aan het oog onttrokken. Absoluut een schitterend uitzicht en de Brocken is de term ‘berg’ echt wel waardig. Het schijnt bij ideale omstandigheden dat je meer dan 200 kilometer ver kunt zien.
Wikipedia: ‘Van 1945 tot april 1947 was de berg bezet door Amerikaanse troepen. Vanaf 1961 wordt de berg, welke in het grensgebied van de DDR en de Bondsrepubliek Duitsland lag, tot militaire zone verklaard. De bergtop wordt omgebouwd tot een vesting en door het Sovjetleger en de Stasi voor bewakings- en spionagedoeleinden gebruikt. Met de Duitse Hereniging werden vanaf 1990 de militaire voorzieningen verwijderd. De Brocken kan sindsdien weer door iedereen bezocht worden.’
Op de top van de berg staan een aantal bouwwerken. Er hebben er meerdere gestaan waarvan er door de decennia en oorlogen heen ook weer veel zijn gesneuveld. Het meest opvallende is de 123 meter hoge zendmast, een ‘landmark’ wat van grote afstand overal in de Harz en daar buiten met het blote oog zichtbaar is.
Net als bij andere reisjes in het goed geregelde Noord-Europa is er meestal weinig te melden in de zin van leuke anekdotes. Voor de mooie reisverhalen moet je naar het zuiden en/of verder. Ik beperk mij dus met te melden dat wij ook in deze streek weer werden verrast met onverwachte fraaie stukken natuur en prachtige dorpen en stadjes. Het klimaat is continentaal en dus veel minder veranderlijk dan bij ons. De eerste dag was bewolkt, maar de rest van de dagen waren warm tot zeer warm. Op donderdag hadden we in Quedlinburg zelfs een echte luchttemperatuur van 41 graden!
O ja, de sterrenhemel: wauw, zelden zo’n knetterend heldere melkweg gezien. Een aanrader dus, de Harz? Ja, maar je moet wel van wandelen houden, geen grote spektakels verwachten en een ‘sucker’ zijn voor middeleeuwse dorpjes. En grote schnitzels.
20 augustus 2014 – Myanmar
Ik hoef hier natuurlijk niet alleen mijn eigen avonturen op te schrijven. Er zijn tegenwoordig zulke geweldig reisverslagen op internet te vinden en sommige, vind ik, verdienen extra aandacht. Ik heb voor dit weblog een expeditieverslag uitgekozen dat bijzonder tot de verbeelding sprak: ‘Down To Nothing’. Er stond over dit avontuur een artikel in National Geographic en dat smaakte naar meer. Op internet vond ik alles wat ik zocht. Het gaat over een groep bergbeklimmers die tot het uiterste moet gaan om de, veronderstelde, hoogste berg van Myanmar, de Hkakabo Razi, te beklimmen.
Er was dispuut over welke berg in de regio de hoogste was (ongeveer 5800 meter en nog wat) en aan die onzekerheid zou de expeditie een einde moeten maken.
Het verhaal spreekt mij enerzijds aan omdat ik het land ken, toen het nog Burma heette, en anderzijds omdat ik ooit de Mount Everest-Kala Pattar trek heb gelopen. Misschien wel de zwaarste trek ter wereld met een lengte van vijfhonderdvijftig kilometer en 13.000 cumulatieve hoogtemeters. Van 770 meter naar 5645 meter, van jungle naar gletsjer. Heen en weer in ruim vijf weken, mijn meeste extreme prestatie 'ever'. De route die ik liep is sinds het begin van de jaren tachtig in onbruik geraakt, maar is meer dan twee maal zo lang als tegenwoordig en de dubbele hoogte moest worden overbrugd. Eenmaal 'op hoogte' is het technisch niveau van 'Down To Nothing' van een andere orde, maar bekijk de film en u begrijpt de analogie.
Het reizen per trein door Burma, dat is voor geen meter veranderd en heb ik precies zo meegemaakt. Alleen hadden de treinen in mijn tijd houten banken... Krankzinnige ervaring was de treinreis van Rangoon naar Mandalay. Genoeg over mijn ervaringen, ik nodig u uit naar een werkelijk schitterend verslag te kijken van een expeditie 'oude stijl'. Verhaal, fotografie, audio, het is allemaal van een meer dan superieure kwaliteit. Een 'must see'. Veel plezier.
De expeditie en de film werd mogelijk gemaakt door onder andere The North Face, van die budget buitensport kleding (not) en National Geographic.
16 augustus 2016 - The Story Of A Mailbox
Hieronder ziet u een 'printscreen' van een deel van een blog, onlangs geplaatst door de host van de 'Genetti Family Geneaology' website. Daaronder de volledige transcriptie van het blog. De tekst spreekt voor zich. Het is in het Engels. Ik ga er van uit dat dat geen probleem is. 'G.', dat ben ik zei de gek. -
Every week I receive emails from cousins near and far. Many have family stories or photos to share with me. But an email I received last week, was truly unusual in nature! It came from a gentleman named G. who lives in The Netherlands. G. tracked down our family website via search, because he was intrigued by the name on a mailbox! I love this story – how a total stranger from another country connect to our family through a photo taken 36 years ago on a trek through the American southwest. Here is G.’s email. I’m sure you’ll find his tale totally charming!
“My name is G. from The Netherlands. In 1980 I traveled the western part of the U.S. with two of my best friends. After our U.S. visit I have been so fortunate to see much more of the globe between 1980 and the present day. Most of my travels were before digital photography and part of the heritage of my travels is a collection of 26,000 slides. A couple of years back I started digitizing (scanning) my nicest and/or most interesting slides (in random travel order). It is a very time consuming process, but the reward is huge. I ‘live’ it all once more and my collection is preserved for ever, also in ‘the cloud’.
You must be wondering what all this has to do with you. I will explain. I am presently scanning the slides of my 1980 visit I mentioned above. One of them was taken in Wyoming along a desolate road. My two friends are standing next to the car in the distance. In the forefront of the picture there are a number of typical US mailboxes we don’t see in Europe. After scanning, removing dust & scratches and executing other improvements, I noticed a name on the nearest box: Herman Genetti.
For some reason his name intrigued me and I started a search on the internet where I came across your ‘The Genetti Family Genealogy Project’. After some reading and surfing on your very impressive website (my compliments!), I am almost convinced the mailbox must have belonged to the Herman Angelo Genetti who wrote ‘Herman’s Howling’s’, the book which is mentioned on your website. Since slides do not contain any meta data, I have been doing some more puzzling. The picture was taken in southern direction on October 4, 1980, along road 189, somewhere in the La Barge, Wyoming surroundings, where Herman used to live, as far as I figure.
Why I have been doing the search I can not explain. Maybe because my wife’s aunt is also from Southern Tirol (Quero, near Belluno). Her aunt owns a very famous Ice Parlor in The Hague and we have visited Italy very often. We have a ‘thing’ for Italy I suppose. I don’t know. Of course I told my wife about the above and she suggested I should tell you my little story and send you the picture. So here we are. I do not know if my story is of any interest to you, so please do with it what you like.
Of course, you will find ‘the’ 1980 slide scan, the trigger for all this, attached to this mail.”
I agree with G. – this must have been Herman Genetti’s mailbox located along the side of the road in La Barge, Wyoming!
Our thanks to G. for sharing this story with us! I hope one day to visit he and his wife in The Netherlands – and we will raise a toast to our ancestor, Herman Genetti! -
2 november 2015 - 1969 / 2015 - Zwitserland, de cirkel is rond
REIZENGeplaatst door stoneageimages ma, november 02, 2015 23:26:49
Hoe vaak ik in Zwitserland ben geweest zou ik kunnen achterhalen via mijn dia- en fotodatabases, maar dat is me te veel gepuzzel. Zo door de jaren heen is dat in ieder geval enkele tientallen malen geweest. De eerste keer was in 1969 toen ik twaalf jaar oud was. Na vier vakanties in Denemarken met onze en een bevriende familie, hadden mijn ouders besloten naar Zwitserland te gaan. Eindelijk zou ik echte bergen zien. Ik had op het Deense eiland Møn weliswaar mijn eerste ‘bergen’ gezien, de zogenaamde ‘Møns Klint’. Best wel serieuze krijtrotsen aan de Oostzee en zelfs nog iets hoger dan de ‘white cliffs’ van Dover, maar natuurlijk niet het echte werk.
Vanaf kleins af aan tuurde ik in atlassen en keek ik gefascineerd naar foto’s van berglandschappen in de boeken van mijn ouders. Wat zou het geweldig zijn als ik zulke bergen ooit eens in het echt kon zien! In juli 1969 was het zover. Met de Opel Kadett van mijn vader en het andere bevriende gezin in hun witte Peugeot 204, togen we naar Sisikon aan het Vierwoudstedenmeer in Zwitserland. De eerste ontmoeting overtrof mijn stoutste verwachtingen. Ademloos stond ik aan de oever van het meer te staren naar de bergen die loodrecht uit het donkere water omhoog rezen en vooral naar de Uri Rotstock. Een berg waarvan de witte top boven alle andere uittorende. ‘Eeuwige sneeuw’ noemde mijn vader de witte bedekking op de top. Wat een sensatie en ik kon mijn blik er niet vanaf houden. Het werd een vakantie met louter superlatieven, althans, vanuit mijn perspectief. Mijn zuster ervoer dat op sommige momenten wat anders. Een woeste bergwandeling met de papa’s en alle kinderen op sleeptouw is zij nooit meer vergeten. Mijn onervaren vader had de leiding en wist wel een mooie wandeling. Maar helaas, we verdwaalden. Geen probleem voor mijn vader, hij wist precies in welke richting we verder moesten. We namen een ’short cut’ via steile beboste hellingen en dicht struikgewas. Na vele uren kwamen we bij de ongeruste moeders weer heelhuids aan. Nou ja, heelhuids… We zaten onder de schrammen, bagger en zweet. Mijn zus, ze was toen vijftien jaar, vond het een onverantwoorde actie, te meer de andere kinderen nog echt kleintjes waren. Ze kan er nog boos om worden, haha. Maar mijn ‘dingetje’ was het helemaal, daar was ik gelijk achter. Ik vond het allemaal geweldig. Ik herinner mij het achterland van Sisikon, de Aareslucht, de besneeuwde Sustenpas, het Haslital, de enorme bergwand bij Innertkirchen, enzovoort. Vanaf 1969 beschouwde ik een jaar zonder bergvakantie als een verloren vakantiejaar. Het is sindsdien, geloof ik, maar één keer voorgekomen dat ik een jaar heb verzaakt. De vakanties met mijn ouders en bevriende families daarna brachten we door in Karinthië, in Oostenrijk. Ook die waren geweldig en niet alleen vanwege de bergen. Het was in menig opzichten altijd drie weken feest. Met meer dan tien man van 8 tot 48 jaar was het doorgaans ‘turbulent’ mogen we wel zeggen.
Zo herinner ik mij de barbecue. Mijnheer H. had het fenomeen in Zuid-Afrika gezien en was gelijk een fanatiek BBQ-er geworden. Thuis had hij er zelf een gemetseld want een barbecue was nog een nagenoeg onbekend fenomeen en waren nog niet te koop. Kom maar eens om een Hibachi in Oostenrijk begin jaren zeventig. Dus de creativiteit werd ingezet. Met man en macht sleepte de oudere mannen een verlaten halve betonnen buis weg bij de spoorbaan achter onze woning (zie de foto). Rekje uit de oven er op, vuurtje stoken, worsten en karbonaadjes er op en dat zou helemaal goed komen. Toen klonk er een knal alsof er een mortiergranaat insloeg. De buis klapte uit elkaar en de scherven floten als kogels langs ons heen. Na van de schrik te zijn bekomen moesten we constateren dat onze mooie worsten tot in de dakgoot lagen, hahaha. Niemand raakte overigens gewond. Na onze avonturen in Oostenrijk zou het even duren voor ik weer naar Zwitserland zou reizen.
Begin jaren zeventig kwam buurman F. en zijn knappe jonge vrouw G. in onze straat wonen. F. had ADHD op zijn voorhoofd staan. Een ongeleid projectiel waar je ongelofelijk om en mee kon lachen. Hij reed snelle BMW’s én was een bergenman. F. introduceerde mij in de ijswereld van Wallis en de Mont Blanc. Eerst tijdens een vakantie met zijn gezin, later samen en nog weer later met vrienden. ‘Even’ naar Zwitserland was ook geen punt. In zijn dikke zescilinder BMW 2800 met 200 kilometer per uur richting Basel was in die jaren een peuleschil. Ik vond dat natuurlijk eindeloos gaaf, want ik was óók gek van auto’s. Wat hebben we gelopen, geklauterd, afgezien, gefotografeerd en gelachen. Legendarisch was de vakantie van twee weken in genoemde regio met vriend R. er bij. Deze leek blijkbaar op een lid van de toen zeer beruchte terreurgroep ‘Roter Armee Fraktion’ en dat gaf bij de grensovergang steeds weer problemen. F. en ondergetekende lagen steeds blauw van de lach, maar R. was iets minder enthousiast als hij weer in een douanehokje werd gesommeerd. Het gebied van de hoogste vierduizenders in de Alpen ligt in Zwitserland, Italië én Frankrijk. Het betekende dat we om de haverklap wel een keer een grens moesten passeren en van ‘Schengen’ had men nog nooit gehoord.
We kampeerden bij Argentiëre in de nabijheid van Chamonix en de Mont Blanc. Veel variatie met koken was er niet bij en we aten bijna dagelijks een zelf gemaakt diner op de butaan gasbrander van eieren, uien en tomaten op brood. ’s Nachts stonden de tentjes bol van het flatulentiegas en een vonk had ons waarschijnlijk het leven gekost. Maar het is allemaal goed afgelopen.
De vakanties met F. duurden voort tot 1988. Dankzij hem zag ik zo’n beetje al het spectaculaire werk tussen de Mont Blanc en Aletschgletsjer. Tussendoor pakte ik ook nog wel eens een keer de auto voor een vakantietje in de Alpen met één van mijn andere vrienden en later natuurlijk volop met J. die ook een groot fan werd van bergvakanties.
Ik ben wel wat schuldig aan J. Ik heb haar éénmaal meegenomen naar Wallis maar het enige wat we zagen was regen en mist. Ik beloof haar al jaren dat we de Matterhorn, want die wil ze dolgraag zien, beslist een keer gaan bekijken, maar het is er nog niet van gekomen. Shame on me, maar dat komt zeker een keer goed…
In 1983 startte vriend K. en ondergetekende de (bijna) jaarlijkse traditie om een weekje in de bergen te gaan wandelen. Ik heb dat wel vaker aangehaald. Zwitserland stond ook regelmatig op het menu. De laatste keer was in 2009 en het werd hoog tijd weer eens naar het walhalla van het bergwandelen te gaan. We kozen ditmaal voor centraal Zwitserland, de kantons Uri en het oostelijk deel van Berner Oberland. Gebruikelijkerwijs had ik de wandeltochten thuis uitgevogeld en K. de hotels geboekt. Ons hotel in Zwitserland had K. in Sisikon gevonden, waarmee na 46 jaar bergwandelen de cirkel voor mij rond was. We waren wel wat bang dat het een prijzige aangelegenheid zou worden. Het was van oudsher al een duur land, maar op 15 januari jl. verraste de Zwitserse centrale bank vriend en vijand met het loslaten van de koppeling tussen de euro en de Zwitserse Frank. De gevolgen voor de Zwitserse economie bleken of leken rampzalig, maar het schijnt toch weer wat beter te gaan. Maar wat zouden de prijzen ‘doen’ van restaurants, kabelbanen, een bakkie koffie of een biertje? We gingen het meemaken…
Na een overnachting aan de rand van het Zwarte Woud reden we onder een bewolkte hemel, met af en toe een spat regen op de voorruit, richting Zwitserland. Het weerbericht was zeer onzeker maar precies bij het Vierwoudstedenmeer brak de lucht open en zag ik na zoveel jaren ‘mijn’ Uri Rotstock weer wit glinsteren in de zon. Wat een geluk en het bleef die hele middag prachtig weer. Na ingecheckt te hebben in ons eerste hotel aan de drukke Axenstrasse en een heerlijke wandeling op de bergalmen boven het Vierwoudstedenmeer was het tijd voor de innerlijke mens. De eerste menukaart die we bestudeerden aan de gevel van een restaurant in het naburige Altdorf bezorgde mij bijna een hartverzakking. Niet normaal! Het angstzweet brak mij uit want dat komt dit jaar met een net studerend kind wel even heel erg rot uit. Ik suggereerde dat we het deze week maar met dubbele Whoppers moesten gaan doen. Ik zag ons gezinnetje al onder een brug met kinderwagen vol vuilniszakken tijdens de kerst. De Burger King ging K., een echte culinaire smulpaap, te ver. Maar dankzij K. bleven mijn kosten deze vakantie toch nog binnen de perken... Het werd echt een topweek met alle soorten weer, schitterende herfstkleuren, spectaculaire landschappen en fantastische wandelingen. We zijn ook nog in Luzern geweest. Het weer was daar lousy, maar wat een plaatje van een stad en, verrassend voor Zwitserland, reuze gezellig! De apotheose was op vrijdag. We vertrokken onder een bedekte hemel om die dag naar Limburg am Lahn te rijden voor een overnachting in Duitsland. We hebben tegenwoordig geen zin meer in 1000 km per dag en doen het dus lekker rustig aan. Bij de Brienzer see begon het plotseling op te klaren. We keken een dal in naar links en zagen de witte top van de Schreckhorn in de zon schitteren. Er was maar één optie: afslaan richting Grindelwald. Zo gezegd, zo gedaan. In Grindelwald namen we de ‘Männlichen’ kabelbaan omhoog en een uur later stonden we oog in oog met misschien wel het beroemdste bergpanorama ter wereld: Eiger, Mönch, Jungfrau. Het was ongelofelijk mooi weer en we besloten richting Kleine Scheidegg te lopen, onderaan de Eiger noordwand. Daarna weer terug gelopen en nog wat gegeten op het prachtige terras bij de kabelbaan in de stralende zon. We konden ons geluk niet op, maar het was hoog tijd om naar beneden te gaan en richting Duitsland te rijden. Toen ging mijn telefoon…
Het was J. Mijn moeder was plotseling in het ziekenhuis opgenomen met complicaties. We vertrouwden haar conditie al niet de laatste weken, maar ze sloeg zich altijd weer door alle praktische en lichamelijke ongeregeldheden van het leven heen. Deze keer niet. J. gaf aan dat het een aflopende zaak was. Dat was toch wel een onverwachte schok. We besloten uiteraard in een keer naar huis te rijden en de overnachting over te slaan. Het was een vreemde en bijna surrealistische rit. Ik wist dat het einde zou komen en oneindig veel gedachten en herinneringen schoten door mijn hoofd terwijl de steeds stiller wordende Autobahn onder ons doorschoot. Om kwart over twee ‘s nachts belde J. ons in de auto dat mijn moeder was overleden. Gelukkig was ze niet alleen. Kort daarvoor was ze nog even bij kennis geweest waarbij ze familie en artsen vertelde dat ze geen reanimatie meer wenste en rustig wilde inslapen. Die informatie deed mij echt heel goed. Ik was nog net op tijd om haar, weliswaar na haar overlijden, nog even te zien en ‘afscheid’ te kunnen nemen.
Een merkwaardig einde van een prachtige bergvakantie. Het leven kent ups en downs die zich soms in een oogwenk aan kunnen dienen. We zullen mijn moeder vreselijk missen, maar hebben veel vrede met de wijze waarop ze is gegaan. Ze had, uiteraard ook met pieken en dalen, een mooi leven als je het op de keper beschouwd en dat is een grote troost. Zwitserland 2015 was een waanzinnige mooie vakantie en bleek een cirkel te sluiten in meerdere opzichten.
De foto’s, zijn hoofdzakelijk, surprise, van bergen en berglandschappen. De liefhebbers zullen het prachtig vinden (ze zijn best mooi) en anderen… tsja, gaap, gaap, haha.
16 augustus 2015 - Duitsland - Allgaüer Alpen
Het zijn voor mij twee mooie zomermaanden dit jaar, juli en augustus. Ik ben helemaal vrij en dat is een regelrechte zegening. Ik had en heb eindelijk de tijd! Wat een luxe is dat. Maar het einde begint al in zicht te komen en per september begin ik aan een nieuwe uitdaging zoals dat tegenwoordig heet. We hadden een tijd geleden in juni vrij gepland voor vakantie, maar door 'ontwikkelingen' ging dat feest niet door. Naar Italië in augustus was een mooi alternatief, maar helaas, het huis van familie daar bleek bezet. We besloten dat het misschien verstandiger was dan maar thuis te blijven, want we staan voor de nodige kosten voor studie, huis, enzovoort. Maar ja... het knaagde toch wel en op een avond besloot ik te zoeken of er toch niet iets leuks te vinden was voor een paar dagen.
Ik kom al een leven lang in de bergen en een vakantie zonder serieuze hoogteverschillen is wat mij betreft eigenlijk geen optie. We vinden eigenlijk beiden alle soorten bestemmingen leuk, maar berglandschappen trekken toch altijd. Dus zocht ik naar het dichtstbijzijnde gebied, om reistijd te sparen, waar de bergen minimaal 2000 meter hoog zijn. Dat is toch wel een goede richtlijn in mijn ogen. Ik vond de Allgaüer Alpen in Zuid-Duitsland bij Oberstdorf. Nooit geweest. Het bleek iets meer dan 800 kilometer rijden en dat is toch goed te doen. Voor een habbekrats boekten we een appartement en aldus verbleven we vorige week zes dagen in Kornau. Het is een piepklein dorpje bij Oberstdorf in Beieren op slechts 1,5 kilometer afstand van de Oostenrijkse grens.
Ik schreef al eerder over dit soort vakanties: eigenlijk is er niet veel boeiends over te vertellen wat voor een buitenstaander zeer de moeite waard is. Het was mooi, warm, nat (drie avonden en nachten noodweer) en zeer betaalbaar. We hebben ons zeer goed vermaakt maar, op de keper beschouwd, is dit verhaaltje eigenlijk de kapstok naar de foto-hyperlink voor de geïnteresseerden.
Dus geen hilarische anekdotes? Nee, eigenlijk niet, dan moet je naar Italië of verder weg. In deze streek is alles te goed geregeld om eens iets bijzonders mee te maken. De volksaard hier is niet echt 'out of the box' en voor lolbroekerij hoef je ook niet naar Beieren, maar dat is geen nieuws. Bovendien gingen we eigenlijk voornamelijk om te wandelen en voor ‘sightseeing’.
Twee dingen vonden we wel grappig die er een beetje uitsprongen. We aten tweemaal in ‘Primavera’, een uitstekend Italiaans restaurant in Oberstdorf. De ober is zonder enige twijfel één van de meest vermakelijke van West-Europa. Een mager mannetje van ongeveer 40 jaar met een dikke paardenstaart en een scala van uitdrukkingen op zijn gezicht. Hij ziet alles wat er gebeurt, scant constant de tafels af en spreekt bijna uitsluitend Italiaans. Hij schiet van tafel naar tafel met de bestellingen en loopt onafgebroken in zichzelf Italiaans te mopperen met een donker onweergezicht. Tot dat hij bij een klant komt en op slag met een lach verandert: ‘Ah, Signora, Signore, Bon Giorne, Mangare?’. ‘Naturalmente’. ‘Grazie, Per Favore’, ‘Per Due’. Drink? Vino? Rosso? Blanco? Birra? Acqua’. Hij lult zo minuten lang door. Heftig gesticulerend en in de tussentijd schichtig het restaurant rondkijkend. Bij alle klanten adviseert hij als voorgerecht ‘Bruschetta’ (gegrild brood met tomaten, knoflook en olijfolie) maar wacht niet af of ze het wel willen. In no time staat het op tafel voor de verbouwereerde gasten. Een klant achter ons nam slechts een bordje pasta met een glas water en vroeg al snel om de rekening. ‘Zahlen?’ vraagt hij. ‘Naturalmente Signore, Kein Problem, Al suo servizio’. Hij draait zich lachend om, trekt direct zijn onweer grimas op en loopt weg met zijn ogen naar boven draaiend met een blik die zegt ‘vuile zuinige zeikerd, een bordje pasta, is dat alles?’, haha. ‘Ristorante Primavera’ in Oberstdorf is te vinden bij het treinstation. Mocht u in de buurt zijn: van harte aanbevolen. Niet alleen voor de 'One Man show', maar beslist ook voor het eten!
Ook grappig: J. loopt het sportcentrum van Oberstdorf binnen. Het blijkt een ijsbaan te zijn. Ik ben niet van de sport en blijf buiten in de zon zitten. Na vijf minuten komt ze mij halen want het is toch wel bijzonder en ‘dat moet ik echt zien’. Het centrum kent drie ijsbanen en we lopen naar de grootste en gaan op de nagenoeg lege tribune zitten. Meisjes van een jaar of 16 zijn daar heel knap aan het schaatsen, dat zie ik zelfs. Een jongen van een jaar of veertien vindt J. helemaal schattig. ‘Kijk toch eens hoe goed zo’n ventje schaatst’. Dan klinkt er Nederlands achter ons. Het blijkt een echtpaar met hun dochtertje van 12 die er ook traint. Het is niet zo gek dat J. onder de indruk is: we zitten te kijken naar de absolute top van Europa. Dat ventje is de beste 14 jarige schaatser van ons werelddeel, haha. We zijn het Europese mekka van het kunstschaatsen binnen gelopen! In de andere hallen traint de herentop en de paren. De Nederlandse papa houdt niet op met praten. Hij is duidelijk zeer bevlogen. Zijn dochtertje is in Nederland een topper, maar hier een outsider. Tsja, zo gaat dat. Hij attendeert ons op een rondlopende trainster: ‘Kijk, dat is (naam vergeten), zij was tot voor kort Olympisch en wereldkampioen’. Ik heb er allemaal geen verstand van, maar vond het wel grappig. We kunnen er weer een beetje over meepraten nietwaar?
De Allgaüer Alpen vormen het grensgebergte tussen Duitsland en Oostenrijk en, zoals al aangegeven, liggen ze gunstig voor Nederlanders die graag eens een weekje willen ‘spazieren’ in de bergen. Het wandelgebied strekt zich uit over de ‘Bundesgrenze’ en je wandelt afwisselend in Duitsland en Oostenrijk. De hoogste berg is 2657 meter hoog en de variatie van ‘soorten’ bergmassief is groot.
Het gebied is goed ontsloten en biedt een enorme scala aan alle vormen van bergsport. Nadeel is dat de regio zeer neerslagrijk is. Wintersporters zitten goed. Er valt hier zeer veel sneeuw en in bijna alle jaargetijden. O ja, u bent niet de enige: Duitsers weten de Allgaüer Alpen goed te vinden. Maar hoe druk het ook is, als je een kwartiertje wegwandelt bij parkeerplaats of berglift ben je de meeste mensen wel kwijt. De vroege zomer of het najaar zijn natuurlijk de betere keus voor bergliefhebbers dan hoogzomer en winter. O ja, Oberstdorf is een alleraardigst dorp met veel mooie winkels en het was er opvallend relaxed en gezellig. Voor Beierse begrippen…
De laatste dag bezochten we Lindau aan de Bodensee. Een aanrader. Het is een mooi plaatsje met een lekker zacht klimaat en een bijna mediterrane sfeer. De rit vanuit Oberstdorf via de Riedbergpas loopt door Oostenrijk naar Bregenz aan de Bodensee. Bregenz is dus een Oostenrijkse havenplaats! Lindau ligt iets verder, net over de grens aan het de Duitse kant van het meer. De rit was een droom. Het landschap is romantisch en vredig en het lijkt alsof je door een plaatjesboek van Dr. L. van Egeraat uit de jaren vijftig rijdt. Maar dat zal de meesten van u weinig zeggen.
We hebben een beetje rondgekeken in Lindau en aan de zeer gezellige boulevard wat gegeten. In de loop van de middag vertrokken we richting Nederland. Beslist een streek die de moeite waard is om een paar dagen te ontspannen.
Het gebied is dus goed aan te rijden vanuit Nederland. Alhoewel ik mijn huidige auto (Renault Clio 1.5 dCi Estate) zeer hoog heb zitten (ik tikte zelfs even 195 km/uur aan) is het met zo’n B-klasse auto toch wel een stevige rit. Geluid (vooral windgeruis) en het wat onrustiger rijden met een lichtere auto worden op termijn toch wel vermoeiend. Vooral als je probeert mee te boenderen op de linker baan met het Germaanse geweld uit Stuttgart, Ingolstadt of München. Het gemak waarmee ik vroeger dit soort ritten maakte zat er deze keer niet in. Ik was aan het einde van zowel de heen- als de terugreis redelijk gesloopt. Tsja, we worden ook een dagje ouder...
Vanaf september rijd ik een Ford Focus TDCi. Ik ken die auto als een comfortabele en stille auto waarmee het goed reizen is. Ons bergweekje met vriend K. vindt dit jaar in Zwitserland plaats en ik ben benieuwd of ik frisser uit de Focus stap na een dagje rijden dan uit de Clio. Ik verwacht en hoop van wel. Mocht u binnenkort nog die kant op willen: vermijd de route naar het zuiden via Keulen, Karlsruhe en Stuttgart. Het is één lange grote ‘Baustelle’ met eindeloos veel wegversmallingen en snelheidsbeperkingen.
Al met al was het een leuk tripje. We hebben flink veel gewandeld, best veel gezien, lekker gegeten en heel veel geluk gehad met het weer. Het duurde maar een krappe week, maar we zijn er even helemaal uit geweest en de Allgaüer Alpen smaken beslist naar meer!
20 maart 2015 - 1999 - Frankrijk - Total Eclipse
Zonsverduistering 20 maart 2015. Laat me niet lachen zeg. Heel Nederland in rep en roer. Interviews met astronomen, journalisten bij sterrenwachten, gedoe met brilletjes en oogartsen op TV met goedbedoelde waarschuwingen. Ik zat er naar te kijken en wist allang dat het helemaal niks zou gaan worden. Ik volg de NASA en ESA een beetje en ook de KNMI had al twee dagen daarvoor op haar website gewaarschuwd. Het zou bewolkt worden en we zouden er in Nederland nagenoeg niets van meekrijgen. Zelfs met een heldere hemel zou de lichtafval nauwelijks merkbaar zijn geweest. De zonsverduistering van deze week was gewoon te ver weg. Ongeveer 1500 kilometer hemelsbreed. (Mijn vrouw had trouwens geluk. Zij zag door een gaatje in het wolkendek heel even de zon die al voor een deel bedekt was door de maan.)
Ter vergelijking, de verduistering van 1999 in centraal Europa was ruim 200 km bij ons vandaan. Daar was ik met vriend H. bij en dat was beslist een unieke ervaring zal ik u vertellen!
De zonsverduistering van 11 augustus 1999 trok een lange strakke baan over, onder andere, Noord Frankrijk. Voor Nederlanders (en Fransen en Belgen) was het de uitgelezen plek om dit unieke natuurfenomeen mee te maken. H. en ik besloten ook te gaan.
We kozen om richting Amiens in Normandië te rijden en ergens een verlaten plek in het boerenland te zoeken. Precies in het hart van de eclips, want buiten die smalle strook zie je geen zonsverduistering! Wij gingen het allemaal meemaken. Zo gezegd zo gedaan. Zonder navigatie trouwens, die was er nog niet maar wel met een uitdraai van internet met details. Internet hadden we blijkbaar al. De heenreis ging soepeltjes en rond een uur of elf zaten we in onze klapstoeltjes in een verlaten akkerland. Biertje en ‘solar’ brilletje er bij. Wij zaten eerste rij! Het weer kon nog roet in het eten gooien. Het was weliswaar heerlijk zomerweer maar het wolkendek bedekte ongeveer 50% van de hemel. Dat zou nog spannend gaan worden. Het begin van de verduistering begon iets na elf uur en zou duren tot kwart voor twee. De echte verduistering, de ‘totaliteit’, zou ongeveer twee minuten duren. We waren benieuwd.
Het is inmiddels bijna vijftien jaar geleden, maar ik herinner mij het nog heel goed. Aanvankelijk merkte je weinig maar naarmate de totaliteit naderde ging het geleidelijk aan meer schemeren. We hadden geluk want de wolken verdwenen. Het werd opvallend stil. De vogels verstomden, er stak een koel briesje op en aan de horizon begon het zowel in het noorden als in het zuiden te gloren. Toen, plotseling, ging het licht uit! Letterlijk. Gedurende die bijna twee minuten was het werkelijk even aardedonker en alleen aan de beide horizonten was nog wat oranje schijnsel te zien. Echt waanzinnig, wat een fenomeen! Twee minuten later deed Onze Lieve Heer het licht weer aan. ‘Flippen’ was dat, zoals we vroeger zeiden. Wat een ervaring. We praatten nog wat na op onze stoeltjes met een biertje er bij. Al snel scheen de zon weer volop en was de Franse hoogzomer weer helemaal terug. Na een uur of zo vonden we het welletjes en besloten naar huis te gaan. Het zal een uur of drie in de middag zijn geweest. H. moest geloof ik om zeven uur thuis zijn voor iets. Dat moest wel lukken. Om niet al te langdradig te worden: we waren om middernacht thuis… Half Nederland, Frankrijk en België was op pad gegaan om de verduistering mee te maken en dat hebben we geweten. Achteraf bleek dat we de beste plek in Europa hadden uitgekozen; het was bijna overal bewolkt geweest. Wat wel grappig was dat iedereen die ik kende in Nederland het ook geweldig hadden gevonden om mee te maken. Uh? Men dacht werkelijk dat ze ook een eclipse hadden gezien. Niet dus. Alleen de ‘totaliteit’ is een echte eclipse. Dan gaat het licht gewoon he-le-maal uit! We hadden gelukkig niet voor niets zeven uur in de file gestaan. Hieronder enkele foto's die ik heb gemaakt destijds. Foto nummer zes, dat is dus een zonsverduistering :-)
Een eclips is een astronomische gebeurtenis waarbij een hemellichaam geheel of gedeeltelijk een ander hemellichaam bedekt of verduistert. Er zijn diverse smaken, ik ga er hier niet verder op in, Google is gewillig. Een totale zonsverduistering is wel de meest zeldzame variant. Het is het moment dat de maan tussen de aarde en de zon schuift en de zon precies afdekt. Toevallig of toch ‘intelligent design’? Dat is weer een heel ander chapiter. De verduistering is in een smalle baan op aarde waarneembaar. De locaties wisselen vanwege het verschil in regelmaat van bewegingen van de hemellichamen. 1999 was uniek omdat het plaats vond in een dicht bevolkt gebied van de wereld. De volgende volledige (!) verduistering die we kunnen meemaken, zonder Europa te verlaten, is op 26 augustus 2026 in Noord Spanje. Niet bang om er wat euro’s tegenaan te smijten? Dan is 9 maart 2016 de eerste gelegenheid en dat vereist een reis naar Sumatra, Borneo of Celebes: TOTAL SOLAR ECLIPSE OF 2016 MAR 09
W., jij zit ‘in de buurt’. Goeie tip wellicht?
1 februari 2015 - Frankrijk - Parijs – A Bird's-Eye View
Als ik op het hoogste punt in een stad ben geweest dan beschouw ik die stad eigenlijk pas als gezien en 'in the pocket'. Dat lukt natuurlijk niet altijd, maar ik heb er door de jaren heen toch aardig wat gescoord. Tussen de Transamerica in San Francisco en de Sydney Tower in Australië mocht ik op heel wat van die hoogste bouwwerken staan. Van West naar Oost uiteraard. Andersom vind je er niet zoveel... Ik vind het fantastisch om hoog boven een stad te staan en kan mij eindeloos lang vergapen aan het uitzicht en verlies me in het maken van veel te veel foto’s. Maar het ‘Hoogste Punt der Hoogste Punten’ kan er maar één zijn en dat is, geen discussie mogelijk, de Eiffeltoren. Hét symbool van Parijs werd tussen 1887 en 1889 gebouwd ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling van 1889 en is volgens mij het eerste gebouw wat alleen maar als doel had een monument te zijn én om van het uitzicht te genieten!
Ik ben diverse keren in Parijs geweest en het is mij tot nu toe nooit gelukt de Eiffeltoren op te kunnen. Simpelweg om dat ik er op het verkeerde moment was. Gewoon te druk. Als je dan met vrienden of je vrouw of gezin bent, dan kun je ze niet aandoen om uren en uren in de rij te gaan staan. Je bent bovendien meestal maar een dag of een paar dagen in zo’n stad en dat is dan weer zonde van de tijd. De laatste keer, in 2009, stond er een onafzienbare rij toeristen, gloeiende, gloeiende. Deze week had ik voor mijn werk een bijeenkomst in Parijs. Ons kantoor valt tegenwoordig onder IDF BE&NE (Île-de-France, België en Nederland) en het management zit in Parijs. Mijn baas mag elke maand een keer opdraven en deze week waren mijn collega’s en ondergetekende aan de beurt. Ik besloot er een vrije dag aan vast te knopen met als enig doel, u raadt het al, naar het hoogste platform van de Tour. Niet dus. Precies deze week stond het hoogste platform in de steigers. Niet te geloven toch? Maar er is een mooi alternatief: De ‘Tour Montparnasse’. Het was tot 2009 de hoogste wolkenkrabber van Parijs en Frankrijk. Er staat nu een nog hoger gebouw in ‘La Defense’ (Tour First), maar de locatie is onvergelijkbaar met die van de Montparnasse toren. Deze staat in de gelijknamige wijk zonder dat er ook maar een flat in de buurt het uitzicht in beslag neemt. Bovendien sta je recht tegenover de Eiffeltoren. Met vriend H. was ik in 1983 al eens op deze Tour geweest, maar dat was inmiddels zo lang geleden dat ik besloot dat het een goed alternatief was voor onze smeedijzeren vriend. Op de eerste dag reed ik naar Rotterdam CS (buiten nog even het nieuwe station bekeken) en vandaar met de Thalys in minder dan 3 uur naar Parijs. Met de metro naar het hotel in de Rue de Parma, ingecheckt, bagage afgegeven en, gewapend met mijn Nikon D3200, naar Montparnasse!
De Tour Montparnasse werd, tot ergernis van de omwonenden, gebouwd tussen 1969 en 1973. Het detoneert ook volledig met de relatieve laagbouw en architectuur in de rest van de wijk. Het dak van de Tour is ingericht als uitzichtpunt en ligt 210 meter boven straatniveau. Het gebouw kent 58 verdiepingen, het dakterras is in feit de 59e verdieping. De lift naar de 58e verdieping doet er 37 seconden over. De lift van ons kantoor in Hoofddorp naar de 5e verdieping doet er 25 seconden over, haha. Het uitzicht vanaf het dak over Parijs is 360 graden rondom en werkelijk fenomenaal. Het beneemt bijna de adem. Het is onvoorstelbaar gaaf te zien hoe de gigantische stad als een enorm organisme over de heuvels ligt gedrapeerd. Wat een hoeveelheid gebouwen en verkeerswegen! Er wonen bijna 12 miljoen mensen in de agglomeratie en te bedenken dat het allemaal functioneert vind ik iets om bijna filosofisch van te worden. Het heeft iets heel aparts om naar die grote grijze stenen deken te kijken van een dergelijke afstand. Wat het ook wel extra bijzonder maakte was dat ik helemaal alleen was op het dak! Het waaide onvoorstelbaar hard en met een temperatuur van een graad of 5 was het niet bepaald comfortabel. Ik kon het gebouw niet als statief gebruiken omdat het trilde door de harde wind! Ik heb natuurlijk de nodige lichtbeelden gemaakt, maar dat zal de lezer niet verbazen.
’s Avonds met de collega’s gegeten in de buurt van Pigalle en de volgende dag meeting tot vijf uur en daarna met de oren in de nek met de RER, Thalys en NS weer naar huis. Het was allemaal erg leuk, maar ik was redelijk gesloopt.
Over Parijs heb ik in 2009 geschreven: http://www.stoneageimages.com/weblog.html (ctrl F - 5 maart 2009). Mijn visie op de stad is onveranderd. Wat mij betreft een van de gaafste steden ter wereld! De recente aanslagen ('Je suis Charlie') hadden wel zijn weerslag: overal werd mijn rugzak gecontroleerd, zelfs op kantoor!
Mijn foto’s zijn grotendeels een studie van boven en ik val veel in herhaling. Maar, ze zijn wel gaaf, als ik zo onbescheiden mag zijn: http://pictures.stoneageimages.com/#!album-56-0