vrijdag 26 december 2014

STONEAGEIMAGES 2014-2016 - MUZIEK

Op deze pagina schrijf ik over één van mijn andere passies: muziek. Het zijn verhaaltjes, meningen, wetenswaardigheden, een recensietje misschien. Wat dan ook. Ik streef er naar een persoonlijke draai aan de stukjes te geven. Het moet natuurlijk geen 'Wiki' worden. Subjectiviteit is dus niet te vermijden. Net als bij een weblog staat het laatste bericht bovenaan.

20 september 2016 - Terry & Gyan Riley – Tivoli Vredenburg

Ooit was ik van mening dat ik van alle muziekstijlen wat in huis moest hebben. Het is sowieso geen gekke gedachtegang en het past wel bij mijn persoon om ook van minder bekende muziek wat generieke kennis te hebben. Bovendien: onderzoek alles en behoud het goede. Vroeger betekende ‘onderzoeken’ meestal dat je een LP kocht bij de platenzaak. Niet zelden op goed geluk of na een korte luistersessie bij een vriend of in de winkel. Dat ging natuurlijk wel eens mis. Ik heb dus de nodige muziek in de platenkast waar ik eigenlijk nooit naar luister. Als ik generaliseer dan vind ik die ‘musica non grata’ vooral in de klassieke muziek en free jazz afdeling. De laatste stroming hoef ik niet uit te leggen denk ik. Free Jazz is in heel veel gevallen niet om te pruimen, maar toch kocht ik het omdat de muziek legendarisch was of de recensies lovend. Cecil Taylor, Albert Ayler, Archie Shepp, Ornette Coleman, Arthur Blythe, noem maar op. Tientallen LP’s heb ik van deze mannen. Piep, piep, knor, knor, pep, pep. De Nederlanders, zoals Willem Breuker en Han Bennink, waren nog een slag erger. Die hadden klompen aan en, godbetert, zongen er zelfs bij. Of deden een worstelpartij in hun blote bast. Tijdens een optreden, haha. 

Bij popmuziek trapte ik niet zo vaak in de recensie-valkuil. Klassiek was een ander verhaal. Het hoorde gewoon in je platenkast te staan. Ik was toch netjes opgevoed in een goede buurt? Ik was toch geen jongen van de straat? Beethoven, Mozart, Liszt, Brahms, dat had je gewoon in huis. Dus ik zorgde al lang geleden dat ik een een mooie compacte klassieke verzameling bij elkaar sprokkelde. Waar ik vervolgens zelden of nooit meer naar luisterde. Ik moest uiteindelijk gewoon toegeven dat ik mijn echte voorkeur niet kon verloochenen: jazz-funk-rock-blues. Klassiek-klassiek, als u mij begrijpt, vind ik op zijn tijd echt wel mooi, maar, dan in een bepaalde omgeving en sfeer. Ik hoorde in een museum ooit Jessye Norman een aria uit Dido en Aeneas zingen. Ik schoot gewoon vol, zo mooi vond ik het. In de auto heb ik wel eens iets dergelijks met Beethoven gehad. Het komt dan opeens binnen. In de loop der jaren maakte ik ook kennis met de wat recentere ‘contemporaine’ klassieke muziek en natuurlijk minimal music. In dat segment vond ik meer luister-uitdaging, maar ook muzikale rust als tegenwicht voor mijn wat onrustige voorkeursstijl. Muziek voor de late avond en verstilde winterdagen. Met name minimal music werd echt wel mijn ‘second love’. Ik schreef er ooit een blog over en in het verband van dit verhaal is het misschien zinvol om het stuk nog een keer te lezen: 

http://blog.stoneageimages.com/#post28

Gisteren zou ik eigenlijk in Oostenrijk moeten rondbanjeren op een berg met K. voor onze jaarlijkse bergvakantie. Helaas ging dat niet door vanwege vervelende omstandigheden bij K. Ik kon daardoor, onverwacht, toch nog aanhaken bij R. en H. voor het concert van Terry Riley in Tivoli in Utrecht. Terry is voor het grote publiek een onbekende, maar in de serieuze academische muziekwereld is deze man een levende legende. Terry’s 'In C' uit 1964 is een mijlpaal in de moderne Amerikaanse muziekhistorie*). Steve Reich en Philip Glass hebben het allemaal van hem, zo te zeggen. Om eerlijk te zijn vonden we de legendarische status van Riley al voldoende reden om hem in levende lijve te zien. Terry zou optreden met zijn zoon Gyan. Terry speelt normaliter piano of orgel en zijn zoon elektrische en akoestische gitaar. De filmpjes op Youtube maakten ons wel een beetje onzeker over de aard van de muziek die we zouden gaan horen. We waren zeer benieuwd.

*) https://en.wikipedia.org/wiki/In_C

Ik was nog niet eerder in het nieuwe TivoliVredenburg geweest. Om kort te gaan: niet normaal! Zo mooi, zo groot, zo megalomaan. De Rekenkamer van de gemeente Utrecht: “.. de financiële consequentie van een groter en duurder gebouw zijn niet voldoende onder ogen gezien en er is bij gelijkblijvende programmering, activiteiten en subsidie geen sluitende exploitatie van TivoliVredenburg mogelijk.” Dat is nou een beetje jammer. Wie ontwerpt er zo iets zonder dat je kosten en baten realistisch inschat? Wie keurt dat dan ook nog eens goed? We zijn in Utrecht, niet in New York. Maar, eerlijk is eerlijk, het is wel een héél erg mooi theater.

De familie Riley speelt vanavond op zolder lijkt het, want er komt geen einde aan alle rol- en gewone trappen voordat we bij een compacte en prachtige zaal in de nok komen. Het heet ‘Hertz’ en is één van de vijf concertzalen. Mooie ruimte, mooie plekken, komt helemaal goed. Op de website zie ik de details pas: Hertz ligt op de 7e verdieping en heeft 543 plaatsen en is dus zeker niet compact. Het is één van de twee grote zalen hier, maar waar wij zitten valt dat totaal niet op. De naam Hertz verwijst naar de hoofdontwerper van het gebouw, Herman Hertzberger en naar de eenheid van frequentie. Wat een waanzinnig gebouw. De vijf zalen van TivoliVredenburg zijn ontworpen door verschillende architecten en hebben alle een eigen sfeer. De beroemde grote zaal uit het oude Muziekcentrum Vredenburg was ontworpen door Hertzberger en is gespaard gebleven. Het gebouw is zonder de muziek al een avondje uit waard. 


Precies om 20.15 komen Gyan en zijn vader, Terry, de bühne op lopen. Terry loopt wat wankelig en neemt voorzichtig plaats achter de vleugel. Hij is 81 jaar en dat kun je toch wel aan zijn bewegingen zien. Gyan is 39 en gaat op een krukje naast de vleugel zitten. Er staan voor hem een akoestische en een elektrische gitaar klaar. Gyan kennen we alle drie niet en ik heb achteraf wat huiswerk gedaan. Hij groeide op in Nevada op de Sri Moonshine Ranch van zijn vader. Hij had ook muzikale genen, maar koos voor de gitaar. Hij studeerde klassieke muziek en werd beïnvloed door zijn vader en Indiase klassieke tradities. Met een dergelijk CV en een vader als Terry mag je verwachten dat hij wel een moppie gitaar kan spelen. Op iTunes staan diverse CD’s en op Youtube allerlei optredens, zelfs met het Kronos Quartet en zijn vader. Heel mooi trouwens!

Het is praktisch onmogelijk om de muziek van de Riley’s te beschrijven waar de lezer zich wat bij voor kan stellen. Mijn internetrondje leerde mij ook dat vader en zoon dit soort optredens al jaren doen en er is zelfs in 2011 een live album van verschenen. Dat we geen typisch minimal concert hoefden te verwachten was wel duidelijk. Eigenlijk moet ik hier verwijzen naar Youtube en dat doe ik dan ook. Zie de fimpjes hier na. 

Waar het op neer komt is, wat mij betreft, dat beide heren hun instrumenten bijzonder goed beheersen, maar dat het samenspel soms wat wringt. Terry speelt meerdere stijlen, verrassend soepel voor zijn leeftijd, van jazz tot minimal, terwijl Gyan eigenlijk vooral op de akoestische gitaar excelleert. Soms is het onduidelijk of we naar Indiase of Indiaanse invloeden zitten te luisteren. Het klinkt van tijd tot tijd erg tribaal. Vader en zoon smelten pas samen, van tijd tot tijd, als ze in de minimale modus staan. Althans dat was onze ervaring van de avond. Een ander ‘aspect’ van de muziek, als ik het vriendelijk adresseer, is dat Terry in sommige nummers zingt. Terry Riley is duidelijk geen George Michael zal ik maar zeggen en daar laat ik het verder bij. Zijn gesproken monologen, tijdens de muziek, lijken een beetje op die van Ginsberg of Burroughs opperde R. Ja, goeie vergelijking is dat wel. Terry is eigenlijk toch ook uit de tijd van de Beat Generation (jaren 50 en 60). Het 'Cannabis' liedje speelt zich af in Azië, tussen de hippies. Terry ziet na een tijdje ergens vloeipapiertjes op de grond liggen en zegt tegen een hippie: 'Can you roll me one'? waarop het spel abrupt stopt en Terry speels de zaal inkijkt. Volgende song. Na drie kwartier staan de mannen op, geven elkaar met een glimlach een 'hug', lopen naar voren, doen een buiging en verdwijnen achter de coulissen zonder een woord te zeggen. Wat? Is het al afgelopen? Het blijkt de pauze te zijn, haha. In de pauze worden we geïnterviewd door iemand van Radio 4. Wat we er van vinden. We geven er een draai aan en vergeten te vragen wanneer dit wordt uitgezonden. If ever.

Na de break gaan ze verder waar ze gebleven waren met instrumentaal samenspel en af en toe weer zang van Terry. Iets te veel in onze ogen. Het laatste nummer is echter fabuleus. Volledig instrumentaal en vader en zoon excelleren minstens twintig minuten lang met een schitterend stuk vol betoverende muziek en een loepzuivere cadans. Fantastisch en het compenseert de wat mindere momenten volledig. Terry en zijn zoon zijn twee ontzettend vriendelijke mannen. Beiden hebben ze, als ze niet musiceren, constant een glimlach rond de mond en zijn duidelijk ‘in tune’ met zichzelf, elkaar en het leven. Zo lijkt dat althans. Misschien schelden ze elkaar achter de coulissen uit voor oud viswijf, maar ik denk het eerlijk gezegd niet.

Hieronder de twee Youtube filmpjes. De eerste is een paar weken geleden gemaakt in Ljubljana door iemand met een smartphone vermoed ik, maar het geeft een idee van de muziek zoals wij die ook zagen. Het tweede filmpje is het nummer ‘Emerald Runner’ en geeft ook goed de sfeer weer en laat bovendien horen hoe Terry zingt.

Geen verpletterende ervaring dus. Voor een deel was de muziek beslist goed en we hebben een levende legende mogen zien! Het eten was lekker, Tivoli was leuk en we hadden natuurlijk weer een top-avondje met vrienden. Ik realiseer mij dat we met zijn drieën een historie hebben van meer dan 40 jaar concertbezoek! Soms ook met anderen, maar meestal als drietal. Omdat onze muzikale voorkeur behoorlijk op één lijn ligt, zijn wij toch wel de muzikale Aramis, Athos en Porthos binnen onze vriendenkring. In Utrecht lopen we overigens de deur niet plat. Volgens mij was de laatste keer dat we hier waren in het oude Vredenburg theater. Bij Solution, haha. Eind jaren zeventig of zo. Wie kent ze nog? Het was beslist één van de beste bands die Nederland ooit heeft gekend. Daar kom ik nog een keer op terug trouwens. 

Wat ik nog vergeet: gisteren werd het zeer succesvolle Paralympisch team, net terug uit Rio, gehuldigd in TivoliVredenburg. De feestelijkheden waren net afgelopen toen wij arriveerden. Ik zag buiten iemand in een rolstoel zoals op de foto onder en vroeg mij af of het een olympisch sporter was. Dat bleek dus het geval. Deze info is 'for the record'.

In de mooiste, grootste en leegste parkeergarage die ik ooit heb gezien stonden nog drie auto's. Ook heel raar en over-gedimensioneerd blijkbaar. Maar die van ons stond netjes mooi te wezen. R. reed vandaag en ik kon lekker weg doezelen op de achterbank in het zachte leer van zijn Volvo V60 Twin Engine. Het leven is vurrukkulluk.

30 januari 2008 - Underworld - Heineken Music Hall 

Een aantal jaren terug stelden we in onze vriendenkring een eigen top 10 van Live concerten op. Een ‘best of’ van concerten waar we ooit zelf waren geweest. Ik publiceerde mijn lijstje op mijn weblog in willekeurige volgorde. Op nummer 7 stond ‘Underworld’. Ik schreef: “Een fysieke ervaring. Volledig maar dan ook VOLLEDIG uit de pan. Ik was door- en drijfnat die avond. En dat op mijn 48e...” Dat laatste blijkt achteraf niet te kloppen, want ik was al 50 en zat er twee jaar naast. Underworld zou naar Nederland komen op 9 november 2007. Om redenen die ik niet meer kan achterhalen werd het uiteindelijk zeven weken later, 30 januari 2008 en niet in 2005 zoals ik destijds schreef. Ik ben op dat moment beslist een Underworld fan, maar een novice wat betreft een live optreden van hun.

Ik ga met schoonzus K. en wat kennissen van haar. Het concert is in de grote zaal van de Heineken Music Hal (HMH), de ‘Blackbox’. Ik vind dat een geweldige zaal voor pop- en rockmuziek. Makkelijk te bereiken en met de parkeergarage er naast is het helemaal ideaal. Het is op dat moment de enige zaal in Nederland die speciaal is ontworpen voor versterkte muziek en geen obstakels kent als pilaren en dergelijke. De HMH heeft zelfs al meerdere malen prijzen gewonnen als 'Best International Music Venue’ en ik kan niet anders dan dat onderschrijven. De Heineken Music Hall (HMH) in Amsterdam heet vanaf 1 januari 2017 AFAS Live. Ik vind dat geen sterke zet. De naam Heineken is wereldwijd een begrip, geen mens kent AFAS. Maar ja, ‘ze’ zullen wel weten wat ze doen.


K. weet een plekje in de zaal vlak bij de PA waar je een decimeter hoger staat dan de rest van het publiek en lekker kunt dansen. Bovendien kun je, als je even wilt uitrusten, tegen het hek leunen wat rondom de PA staat. Het blijkt een perfecte plek. Ik ervaar het optreden als totaal verpletterend, ‘mind blowing’. Nee, ‘mind bending’. Misschien dat Massive Attack (ook in de HMH) in de buurt komt, maar verder heb ik tot deze avond, maar ook daarna, nooit meer zo iets meegemaakt. De muziek is een ongelofelijk ophitsende elektronische muur van geluid waar geen mens bij stil kan blijven staan. Karl Hyde, de zanger, is de meest gepaste vocalist bij deze muziek en weet de sfeer nog opzwepender te maken. Underworld is een lichamelijke en geestelijk ervaring 'dat het een aard heeft'. De geluidsdruk is verpletterend maar zo goed afgesteld dat het geen pijn doet. De bassen doen je broekspijpen en ingewanden meetrillen maar dat hoort er bij. Iedereen gaat deze avond ‘ballistic’, van jong tot oud, als één man. Na een uurtje spelen ze 'Two Months Off', een favoriet nummer van een favoriet album. Ik zweef boven het publiek, waanzinnig gewoon. Op een gegeven moment ben ik K. kwijt in de massa. Mijn rug begint wat op te spelen en het laatste kwartier van het meer dan twee uur durende optreden ga ik op de tribune zitten. K. en de anderen vind ik niet meer terug.

Als ik buiten kom op de ArenaA Boulevard is het net boven het vriespunt. Ik voel niets van de kou want ik ben nog doornat van het zweet. Ik zit ook nog ergens op een planeet aan de rand van het zonnestelsel. Voordat u verkeerde associaties krijgt, het is een ‘natural high’. Woorden schieten te kort voor deze ervaring. Het was echt ongelofelijk, niet normaal. Maar de realiteit is hard: PSV-AJAX is net afgelopen in de Arena en ik maak me als een speer uit de voeten om de verkeerschaos voor te zijn. Hoe de anderen zijn thuis gekomen weet ik niet meer.

Underworld bestaat, sinds jaar en dag, uit Karl Hyde en Rick Smith. Karl is bijna 60 jaar en Rick is 57. Geen jonkies dus en muzikanten om serieus te nemen. Ze timmeren al decennia aan de weg, ook met anderen trouwens. Karl is tegenwoordig ook solo actief en maakt zelfs muziek met Brian Eno. Rick is de techneut, de DJ, de componist. Karl is de zanger, medecomponist en de eeuwige performer tijdens live optredens. Underworld bestond lang geleden ook uit andere leden maar die haakten in de loop der jaren toch af. Underworld brak door bij het grote publiek met hun muziek uit de totaal waanzinnige film ‘Trainspotting’ (ook een aanrader van de eerste orde). We zijn inmiddels 20 jaar verder, de mannen worden een dagje ouder en ik veronderstel dat Underworld bij jongeren onbekend is. Jammer, want deze kerels zijn in mijn ogen de aartsvaders van de hedendaagse DJ- en partymuziek. Alleen 100 x beter…


Een snelle oppervlakkige luisteraar van de muziek van Underworld zou het misschien wegzetten als feestmuziek voor jongeren. Techno, DJ, partyflock, maar dat vind ik een wat te zuinige analyse. Het is zeker feest- en dansmuziek, maar dan met wat extra’s wat moeilijk te duiden valt. Deze muziek moet je beleven, voelen en luisteren. Dat geldt natuurlijk ook voor moderne techno en sommige DJ muziek, maar die kunnen de concurrentie met deze ‘oer-techno’ muzikaal niet aan wat mij betreft. Deze muziek is toch van een andere orde. Underworld maakt elektronische muziek waar men allerlei affiches opplakt: house, trance, techno, dance, breakbeat, experimental, synthpop en nog vele andere. Het zal wel. Underworld is voor mij ritmisch gezien 100% raak. Ik kan en wil niet anders dan bewegen en dansen. Dat laatste lijkt in mijn geval natuurlijk nergens op, maar dat maakt niet uit. Deze muziek geeft een energie, niet gewoon!

‘Dus daarna aardig wat Underworld concerten gezien zeker?’ Eh…, om eerlijk te zijn niet. Ik durf eigenlijk niet zo goed omdat ik bang ben dat het tegenvalt. De mannen zijn inmiddels weer een paar keer in Nederland geweest en heb echt om genoemde reden deze concerten voorbij laten gaan. Volgend jaar komen ze weer. Twee avonden in Tivoli in Utrecht. Ik heb gebeld met Tivoli. Aardig meisje aan de telefoon, maar zitten kan ik vergeten. Helaas, het wordt voor mij dus een ‘no go’.

Maar, met de komst van Karl en Rick in het verschiet besloot ik deze week toch ook eens even te kijken op Youtube. Wat zouden de heren er tegenwoordig van bakken? Het lijkt niet verkeerd, maar… sapristie, wat kom ik daar nu weer voor een filmpje tegen? ‘Underworld, Heineken Music Hall, 30 Januari 2008’. Wat is dat nu weer? Ik ga het u vertellen. Tijdens een aantal concerten in die periode, Amsterdam dus ook, kon je direct na het optreden een CD kopen met de soundboard opname van het concert waar je net was geweest. Nergens anders dus. De concerten stonden na 5 minuten van het concert ook een tijdje online op de Underworld website. Toen ik het las herinnerde ik mij dat weer. Van die CD hoorde ik destijds ook pas toen ik al thuis was. Een zekere mijnheer ‘UnderworldFan94’ heeft de CD en nog een hele zwik andere concerten uit die periode online gezet op Youtube. Geen bewegende beelden dus, maar een muziekstream. Allemaal concerten van meer dan 2 uur. Het is uiteraard compressie formaat, maar met een audiotrack van ± 175 Kbps VBR (Variable Bit Rate) is de kwaliteit meer dan uitstekend, zeker voor dit soort muziek. Amsterdam springt er audiofiel ook nog eens positief uit. Daar was dus werk aan de winkel voor mij, maar het resultaat is geweldig. Tip van de week dus voor de liefhebbers. Vanwege eventuele schendingen van auteursrechten plaats ik geen hyperlink. U vindt het zelf wel.


Ik ben hier zo blij mee, ik kan het u bijna niet uitleggen. Eén van mijn allerbeste concertervaringen ooit en ik kan het net zo vaak laten herleven als ik wil. De eerlijkheid gebied wel te zeggen dat de euforie het eerste deel van het concert betreft, de eerste CD dus. In de tweede helft kakt het allemaal een beetje in. In een e-mail aan vrienden destijds doe ik verslag van de avond en beschrijf ik het ook precies zo. In mijn herinnering was het van A tot Z fantastisch en door de tijd werd dit concert steeds beter en legendarischer. Zo zie je maar, een mens onthoud doorgaans de leuke dingen en dat is meestal maar goed ook. Nadeel van dit soort muziek: écht goed luisteren kan pas als alle buren weg zijn. Eigenlijk moet de hele straat leeg zijn. Ik geloof dat het tijd wordt voor een goeie headset.

20 augustus 2016 - Stanley Clarke

Stanley Clarke is een van de meest invloedrijke bassisten uit de jazzhistorie. Hij was ook een van mijn vele muzikale helden van de seventies en ik was beslist niet de enige. Clarke is een fenomenale elektrische en ook akoestische bassist, anders dan veel van zijn collega’s die meestal excelleren in één van die twee. Zijn vaardigheid om een elektrische bas te laten ‘zingen’ is uniek. Ook buiten de jazz scene was hij in de jaren zeventig een populaire artiest. Hij behaalde die status met drie albums die hij in die jaren uitbracht: ‘Stanley Clarke’, ‘Journey To Love’ en Schooldays’. Het zijn Stanley’s tweede, derde en vierde album. Het eerste album uit 1973, hij was toen 22, heet ‘Children Of Forever’ en is eigenlijk, stilistisch gezien, een ‘Return To Forever’ (RTF) album, de wereldvermaarde fusionband van Chick Corea waar Clarke mede oprichter van was. RTF had in die jaren een bijna legendarische status, eveneens onder pop- en rockliefhebbers. Net als Mahavishnu Orchestra, Miles Davis, Weather Report en nog wat van dat soort bands. Onbegrijpelijk overigens gezien het gecompliceerde karakter van de muziek. De RTF-bandfaam legde Stanley als individueel artiest geen windeieren en stelde hem in staat genoemde albums te produceren met bezettingen om van te watertanden. De tweede, derde en vierde LP zijn muzikale monumenten. Instrumentale meesterwerken van jazz-fusion waar geen verkeerde noot op staat. Naar mijn mening heeft Clarke dat consistente niveau nooit meer bereikt. Althans, niet op een album. Hij is tot op de dag van vandaag veel gevraagd en het is natuurlijk nog steeds een geweldige muzikant. Op vele albums en live concerten (Youtube) is nog steeds veel geweldige muziek van hem te vinden. Hij heeft zo’n beetje met elke bekende jazz-fusion artiest op het podium gestaan en/of albums opgenomen. Denk aan George Duke, Marcus Miller, Stewart Copeland, Billy Cobham, Jean-Luc Ponty, Larry Carlton, enzovoort. Opmerkelijk: Miles en Stanley hebben het podium nooit gedeeld. 

Clarke heeft met zijn meest recente band een paar fantastische muzikanten om zich heen verzameld. Hieronder een uitvoering bij Vrije Geluiden uit 2014 van het beroemde ‘No Mystery’ van Stanley en Chick Corea. Inmiddels bijna een 'traditional'. Pianist Beka Gochiashvilli uit Tblisi (Georgië) is 19 jaar, drummer Mike Mitchell uit Dallas is 20 en toetsenist Cameron Graves is iets in de dertig. Stanley is ten tijde van de opname 62 jaar. Ik kwam het filmpje op Youtube tegen en vind het een muzikaal juweel van de eerste orde. Zoon Stijn, inmiddels best een vaardig pianist (speelt Cory Henry na!) zat echt glazig te kijken naar het filmpje en niet alleen vanwege de toetsenisten. Vergis u niet, dit is zéér virtuoos.

Daaronder Stanley Clarke op de akoestische bas en Sidiki Diabaté op de Kora. Sidiki is de jongere broer van de wereldberoemde Toumani. Nog een voorbeeld van Clarke's veelzijdigheid en vakmanschap. Magische muziek en subliem samenspel. Echt jammer dat het zo kort duurt.

Vandaag keek ik naar de documentaire over de totstandkoming van Louis Andriessen’s orkestwerk voor het 125 jarig jubileum van het Concertgebouworkest en Concertgebouw. Schitterende televisie gewoon. Hoe zo ‘is er niets’ op TV? Moet je wel even verder kijken dan je neus lang is. Maar goed, Louis had ooit gezworen nooit meer met muzikanten uit een symfonieorkest te werken. Hij moest nu wel, want hij had toegezegd het te doen. Niet het eerste het beste orkest en niet de eerste de beste dirigent, Mariss Jansons. Het is een boeiende docu, maar ook wel een lachwekkende. Die Louis is een ouwe mopperaar en een totaal eigenwijze en eigenzinnige componist. Uiteraard heeft hij een klassieke conservatorium opleiding maar zijn voorkeuren verschoven als snel naar jazz en de moderne componisten. Hij doet in de documentaire zijn beklag over symfoniemuzikanten. Hij noemt ze bureaucraten die spelen wat ze lezen en niet luisteren naar het geheel en elkaar. Haha. Ik vond dat stiekem wel leuk, want ik heb ook zo mijn gedachten bij ‘klassieke muziek’. Maar die houd ik maar liever voor mij.

Ik moest, terwijl ik zat te kijken naar de documentaire, onwillekeurig ook denken aan Stanley Clarke en die andere mannen in het BIM huis. Allemaal conservatorium afgestudeerde mannen, waarvan drie klassiek, die allen wel de volgende muzikale stap namen: jazz. Het is toch een muziekstijl die, mits door goede muzikanten uitgevoerd, zijn gelijke niet kent. Let wel, ik zeg niet beter, maar de interactieve virtuositeit zijn van een totaal ‘andere’ orde. Maar ja, dat blijft ook een kwestie van smaak. Mensen kunnen er ook helemaal gek van worden en dat kan ik op zijn tijd ook wel weer begrijpen. Al zoekende naar Clarke-filmpjes kwam ik het onderstaand optreden tegen. Stanley Clarke, Herbie Hancock, Wayne Shorter en Omar Hakim spelen Canteloupe Island. Het geluidsspoor komt van een LP. Geen idee welke en kon er ook verder geen gegevens van vinden. Na de opening van Herbie Hancock gaat Wayne Shorter los, beslist niet mijn favoriete saxofonist. Ik adviseer naar Hancock’s opening te kijken en dan door te spoelen tot het einde van Shorter’s solo en vanaf dat moment begint er een fantastisch samenspel. Ik begrijp ook wel, deze gasten behoren tot de grootsten die de muziekhistorie heeft voortgebracht, maar dit bedoelt Louis Andriessen nou. Ik hoop dat uw PC speakers het laag goed doorgeven, want dat is wel belangrijk, anders mis je de helft. Nee, eigenlijk alles.

Onder het filmpje staat een Japanse tekst. Ik heb die in de Google vertaalmachine gegooid want ik wilde toch wel graag weten wat, hoe, waar, enzovoort. U kent mij.

Japans: です。これ生で見た人はホンマ幸せ者と言うか、歴史の瞬間に立ち会えたって感じですよね。15 分まで上げれるようになったので、前2分割してアップしてたのを1本でアップし直しました。

Vertaald: “Of ze zeggen Honma gelukkig mens mensen zagen in deze productie , maar het is het gevoel was Tachiae op het moment van de geschiedenis. Dus het was om te worden verhoogd tot 15 minuten, was niet opgewassen tegen de vorige twee-divisie werd opnieuw met één.”

Daar kan in ieder geval geen verwarring meer over bestaan  

9 augustus 2016 - 
David Crosby – Live In Philadelphia 1989 – Vervolg

Weet u wat het met mij is? Ik heb af en toe echt wel autistische trekjes. Ja, duhh, hoor ik sommigen denken, 'vertel eens iets nieuws'. Af en toe maakt een wel erg monomane focus zich van mij meester om iets voor elkaar te krijgen of te weten te komen. Ik maak mij er verder geen zorgen om hoor, maar ik betrap mij er wel regelmatig op. Zo bleven die ’18 nummers’ uit mijn vorige Crosby-blogje maar door mijn hoofd zingen. Ik kon het eigenlijk niet uitstaan dat er een nóg vollediger concertregistratie moest bestaan van het bewuste concert van David en zijn kornuiten. Ik ging weer aan de bak en na diep graven en zoeken is het mij toch weer gelukt. Ergens ver weg verstopt op het internet vond ik alle 18 songs op FLAC, volgens het begeleidend commentaar zouden de songs destijds van het soundboard zijn afgetapt. Wie zal het zeggen?

Ik heb nu David Crosby’s 'King Biscuit Flour Hour' concert van 8 april 1989 helemaal volledig! Die extra vier nummers maken het verschil niet en ik begrijp wel waarom ze zijn gesneuveld. Maar dat maakt niet uit, ik heb mijn doel bereikt. Na het downloaden, omzetten naar ALAC en importeren in mijn iTunes bibliotheek, heb ik vervolgens 2 CD’s gebrand en mijn creativiteit gebotvierd:

Al met al een redelijk uniek album denk ik, maar het was mij alle moeite beslist waard. Het gemene scherpe randje in het hoog? No way, dit is een briljante opname!


8 augustus 2016 - David Crosby – Tracks In The Dust – Live In Philadelphia 1989

David Crosby, ik heb het hier al eens over hem gehad, is, als je het op de keper beschouwt, een troubadour. Eigenlijk hoort hij bij een type muzikanten die doorgaans mijn muzikale kaart niet trekken. Maar Crosby is een uitzondering op die ongeschreven regel. De man met de walrussnor heeft prachtige muziek in zijn leven gemaakt. Als lid van Crosby, Stills, Nash & Young en als solist. Aankomende zondag wordt hij 75, maar hij is nog steeds actief! Als mens heeft hij een bizar leven achter de rug. Het werd gekenmerkt door muziek, beroemdheid, geld, relatiegedoe, wapens, hepatitis, diabetes, drugs, gevangenissen, dat werk. Extreem allemaal en daar is van alles over terug te lezen op internet, dus daar verwijs ik graag naar. Wat ik wel wil aanhalen is dat één van David’s zoons, James Raymond, zijn vader pas voor het eerst ontmoette toen hij de 30 al was gepasseerd. Raymond wist tot kort voor hun ontmoeting niet eens dat David Crosby zijn vader was! Maar het klikte privé en muzikaal en ze maakten samen met Jeff Pevar een paar sterke albums onder de naam CPR (Crosby, Pevar & Raymond). In 2004 stopte de band vanwege gebrek aan commercieel succes. Jammer. Luister eens naar deze uitstekende ‘2 Meter Sessie’ van CPR uit 1998:


In onze vriendenkring is David Crosby’s live concert ‘Déjà Vu’ al jaren een hit. Vriend R. had de CD, uitgebracht door Disky records, ooit eens ergens voor weinig op de kop getikt en het was gelijk een succes toen hij het album ook aan ons liet horen. Gisteren mochten we het album weer eens beluisteren ter ere van de inwijding van zijn nieuwe Audiovector’s Si3 Signature. Sublieme speakers en prachtige muziek…

 

Ooit heb ik een kopie van de ‘Déjà Vu’ CD van R. gekregen. Het CD doosje staat netjes in de kast leeg te zijn, want het zilveren schijfje zelf is al jaren zoek. Ik kan mij zelfs niet herinneren dat ik dit concert thuis ooit heb geluisterd. Ik denk dat ik de CD in één van mijn leaseauto’s heb laten zitten. Balen, want nu ik het album bij R. weer hoorde, realiseerde ik me dat de tijd nu écht gekomen was voor een nieuwe kopie. Ik besloot eerst maar eens te kijken of ik ergens zelf de CD nog kon aanschaffen of een goeie download kon vinden. Wat blijkt? Er bestaan meerdere versies van dit concert. Maar ze zijn allemaal ingekort, hebben andere titels, albumhoezen, enzovoort. De identieke ‘Déjà Vu’ versie van R. kon ik niet vinden, maar toen zag ik op iTunes deze:


Na wat gepuzzel blijkt dat het bovenstaande album de meest juiste versie is van het bewuste concert. De Disky records versie is de enige andere release waar ook 14 songs op staan, maar in de verkeerde volgorde. Ik kwam ook nog op een wat obscure website een versie met 18 MP3 nummers tegen, maar ik vertrouwde de boel niet. Hoe dan ook, 'Tracks In The Dust' bevat in ieder geval songs in de juiste volgorde én geremastered. Uitgebracht door RoxVox in 2015. Ik was altijd in de veronderstelling dat het concert in Paradiso was opgenomen, maar dat blijkt helaas niet het geval. Vriend J. heeft een vergelijkbare versie van deze CD waar Heerhugowaard op is genoemd, haha. Er bestaat zelfs een Japanse LP release van Sony:

Het concert blijkt in 1989 te zijn opgenomen in Philadelphia voor het z.g. ‘King Biscuit Flower Hour’. Vriend H. refereerde er al even aan toen we met elkaar over het album spraken. King Biscuit wat? Dat vereiste wat surfwerk op het web...

The King Biscuit Flower Hour was een Amerikaans radio programma dat door de hele V.S. werd uitgezonden tussen 1973 en 2007 door het D.I.R. Radio Network. De naam van de show was afgeleid van het invloedrijke blues radioprogramma "King Biscuit Time", dat werd gesponsord door de King Biscuit Flour Co. De combinatie met de hippie zinsnede "flower power" zorgde voor de nieuwe naam. Het radioprogramma bevatte concerten van diverse rockbands die speciaal voor The King Biscuit Flower Hour waren opgenomen. Eerst in Amerika, maar later ook daarbuiten. De eerste show werd uitgezonden op 18 februari 1973 en had Blood, Sweat & Tears, de Mahavishnu Orchestra en Bruce Springsteen op de rol. Vele illustere en legendarische bands en artiesten volgden door de jaren, zoals Motörhead, Humble Pie, Uriah Heep, Eric Clapton, ZZ Top, The Rolling Stones, Supertramp, Steve Miller, The Band, Stevie Ray Vaughn, B.B. King, Deep Purple, Robin Trower en nog heel veel meer bands die inmiddels ook wel een beetje in de vergetelheid zijn geraakt. 

De concerten werden meestal opgenomen met een mobiele truck, vervolgens gemixed en gemastered voor de uitzending een paar weken later. In 1982 gingen veel van de opnames verloren door brand in de kantoren van D.I.R. in Manhattan. Eeuwig zonde.


Het bovenstaande 'King Biscuit' verhaal heb ik uiteraard van internet bij elkaar gesprokkeld. Ik had er werkelijk nog nooit van gehoord. Een mens blijkt wederom nooit te oud om te leren, dat zie je maar weer. Confucius zei het al: “Te weten wat men weet, en te weten wat men niet weet, dat is kennis.”

De ‘Déjà Vu-versie’, van Disky records, ‘onze’ versie, blijkt een goedkope re-release van het King Biscuit Flower Hour concert te zijn. Waarom de nummers door Disky in de verkeerde volgorde zijn gezet is mij een raadsel want juist de opbouw van de akoestische start naar een elektronisch vervolg versterkt het crescendo-gevoel enorm. Dit is de juiste volgorde:

  • Tracks In the Dust (Remastered)
  • Guinnevere (Remastered)
  • Compass (Remastered)
  • In My Dreams (Remastered)
  • Drive My Car (Remastered)
  • Lady of the Harbor (Remastered)
  • Oh Yes I Can (Remastered)
  • Monkey and the Underdog (Remastered)
  • Delta (Remastered) 
  • Déjà Vu (Remastered)
  • Night Time For the Generals (Remastered)
  • Wooden Ships (Remastered)
  • Almost Cut My Hair (Remastered)
  • Long Time Gone (Remastered)

Crosby zelf bleek zeer tevreden over het concert: Upon hearing this recording nearly a decade after it was made, David Crosby remarked: "I remember that it was a very good show. That was a very good band. The way I remember it, we were very good almost all the time on that tour."

Ik heb de remaster gedownload. Ik kan deze niet vergelijken met een origineel, maar op de Audiovector's klonk de Disky CD echt wel beter. Dat kan en mag ook haast niet anders, maar ik ben toch ook wel benieuwd naar een vergelijking van de twee CD's. Zowel in de woonkamer als op mijn 'study' bespeur ik een gemeen 'hoogje' af en toe. Gelukkig heb ik boven en beneden een 'treble' knop... Maar het is een beetje muggenzifterij, want het is eigenlijk een briljante en unieke opname van een bij leven legendarische muzikant. Een essentieel album voor elke rockdiscotheek eigenlijk.

David Crosby - vocals & rhythm guitar
Dan Dugmore - lead guitar
Mike Finnegan – keyboards & vocals
Davey Farragher – bass & vocals
Jody Cortez - drums


22 April 2016 - Mark Lettieri & Funky Knuckles – Grounds - Rotterdam

De naam Snarky Puppy durf ik hier bijna niet meer te schrijven. Maar het kan niet anders, want Mark Lettieri is gitarist bij SP en was ‘dus’ een aanbeveling om naar een optreden van hem te gaan. In Rotterdam, in Grounds, vader en zoon 'bonding'. We gaan wel vaker samen naar een concert en ik vind dat altijd erg leuk. Stijn had een paar weken geleden nog opgetreden voor Kunstbende in Grounds en het was dus een beetje vertrouwd. Het is een leuke tent, gevestigd in het voormalige gebouw van het Loodswezen. De vorige keer en ook nu weer moest ik steeds aan mijn oom W. denken. Een aardige lobbes van een man en een groot deel van zijn leven werkzaam als (Hoofd-)loods. Mooie verhalen kon hij vertellen over de Rotterdamse haven en ook van zijn leven op de grote vaart. Hij is er niet meer, maar zijn geest waart volgens mij nog een beetje rond daar in het gebouw aan de Pieter de Hoochweg.


Mark is een knappe vent die mij aan Gino Vanelli doet denken, maar dan met minder haar. Voor mooie gitaar-actiefoto’s dus een prima podiumartiest. De band bestond uit, naast Mark, twee drummers en de bassist van de ‘Funky Knuckles’, een jazz-fusion band uit Dallas.

Hoe het was? Er was geen reet aan… Het kwam totaal niet binnen. Geen groove, geen melodie, geen… niks eigenlijk. We waren vergeten dat D. ons had getipt voor dit concert en die liepen we natuurlijk tegen het lijf. D. is zelf een zeer begenadigd gitarist en die vond het ook niets. Het lag dus gelukkig niet aan ons. Mark en band speelden maar drie kwartier. Vreemd, maar in dit geval dus niet zo erg. We besloten na het optreden nog een biertje te drinken en daarna huiswaarts te keren. Toen klonken er plots keyboardgeluiden uit de zaal… Bleek dat de pauze voorbij was en dat het de beurt was aan de Funky Knuckles. Zonder Mark. Dat er twee separate concerten zouden worden gegeven was ons ontgaan. Funky Knuckles… dat was andere koek! Een set van vijf kwartier ‘krankzinnige jazz’ zoals Stijn het noemde. Energiek en vol power. Totaal authentiek en geen SP-derivaat. Briljant gespeeld, behoorlijk ingewikkeld, maar toch groovy en goed te volgen. Moeilijk te beschrijven eigenlijk, maar het was zeer de moeite waard.

Mark Lettieri en een bandlid van de Funky Knuckles verkochten aan het einde van de avond hun nieuwe CD’s. Beide nog niet in de handel of op iTunes. Ik durfde geen CD te kopen van de Dallas-boys, want dat vond ik lullig voor Mark. Ik ben een mietje, ik weet het. Maar, het werd toch nog een leuke avond en ik ga de nieuwe CD van de band uit Dallas zeker aanschaffen. Via internet.

24 april 2016 - PRINCE - R.I.P. - Sometimes It Snows April

Het volkomen onverwachte overlijden van Prince op 21 april jl. schokte de wereld en deed haar even stil staan. Het was alsof we, muziekliefhebbers, allemaal kort in een vacuüm van ongeloof terecht waren gekomen. ‘Wat?’ Prince dood?’ Ik was echt een uur van de leg, zoals dat heet, en de emoties namen zelfs even de overhand…

Het was een geweldige keus van de NPO om afgelopen zaterdagavond de film ‘Sign O’ The Times’ uit te zenden. De film, genoemd naar de gelijknamige tournee, had oorspronkelijk een compilatie moeten worden van de concerten in 1987 in Rotterdam en Antwerpen. Het materiaal bleek grotendeels onbruikbaar en 80% werd opnieuw opgenomen. Ik vind de film een geweldig eerbetoon en bewijs van de muzikaliteit en professie van Prince en zijn band. Pop, Rock, Jazz (Charlie Parker nota bene), Gospel, Funk, Dance, noem het maar op. In een gekmakend tempo voltrekt zich op het podium een virtuoze orgie van muziek, licht, kleur, dans en een beetje gekte. ‘His Royal Badness’ en kornuiten op zijn best. Ik waardeer de keus van het NPO met name omdat juist de Prince-hits onvoldoende zijn geweldige muzikale creativiteit en vaardigheden weerspiegelen. De man danste als een waanzinnige en beheerste vele instrumenten en was bovendien een fenomenaal gitarist. Bij al die nieuwsberichten van de laatste dagen hoorde je elke keer weer een stukje ‘Purple Rain’ en andere hits die ik altijd wat laf vond en zijn muzikaal CV zwaar te kort doen. Met de ‘airing’ van ‘Sign O’ The Times’ is dat ten minste, voor het grootste deel, recht gezet. Ik hoop dat de jongere generatie heeft gekeken en nu ook begrijpt waarom de commotie en emotie rondom het overlijden van ‘The Purple Guy’ zo terecht is.


In de vele honderden blogpagina’s zie ik dat ik hier en daar Prince Rogers Nelson wel aanhaal, maar nooit een ‘eigen’ blog aan de man heb gewijd. Dat is een tekortkoming mijnerzijds en eigenlijk vrij onbegrijpelijk, want ik heb een lange muzikale relatie met het mannetje uit Minneapolis. Al in 1983 schafte ik mijn eerste LP ‘Dirty Mind’ aan en daarna, vanaf 1985, de CD’s. ‘Purple Rain’, waar Prince wereldwijd mee doorbrak in 1984, heb ik niet want daar vond ik niets aan. Nog steeds niet. Vervelende saaie popliedjes, maar die blijkbaar het volk aanspraken. Ach, ieder het zijne. Ik ga de discografie hier verder niet doornemen want dat is onbegonnen werk. Ik heb wel een paar favorieten, zoals ‘Sign O’ The Times’ en ‘Parade’ bijvoorbeeld. Probleem, wat mij betreft is, dat de consistentie van de discotheek én per album zeer verschilt. Draken van albums en songs worden afgewisseld met regelrechte meesterwerken. Sommige albums zijn echt niet te pruimen en de laatste jaren werd het er ook niet beter op. Onlangs schafte ik zijn laatste album, ‘Hit n Run Phase Two’, aan en die is beslist aan te bevelen. Niet vernieuwend, maar Prince in vertrouwde vorm en kwaliteit met weer een paar juwelen van songs. Volledig is mijn discotheek beslist niet, maar mijn Prince-verzameling is best respectabel met bijna twintig titels en sinds gisteren uitgebreid. Daar leest u straks nog iets over...

Prince was op zijn best live, dat was geen geheim. Vroeger stonden er hele concerten van hem op Youtube en ik wilde die altijd nog eens een keer downloaden. Maar helaas. Prince gaf in 2007 ‘Web Sheriff’, een Brits bedrijf dat gespecialiseerd is in het vinden en verwijderen van illegale webcontent, opdracht om alle Prince-clips op internet te verwijderen. Content die, volgens Prince, inbreuk maakten op het auteursrecht. Dat verwijderen is goed gelukt, want er zijn geen kwalitatief goede ‘full concerts’ meer te vinden. Erg jammer, want Prince is erg zuinig geweest met geautoriseerde publicaties van liveconcerten. Ik herinner mij een echt waanzinnig optreden waarin hij ‘The Question Of You’ fantastisch vertolkt. Een muzikaal en visueel feest, maar 'erased' door de Web Sherrif. Ik vond toch nog iets. Helaas zonder beeld, maar om een idee te krijgen…

Waar ik echt vreselijk van baalde is dat ik destijds ‘One Nite Alone ... Live!’ heb gemist. Het is een box van Prince en The New Power Generation met live-opnames uit 2002. Prince's backing muzikanten waren onder andere Maceo Parker, George Clinton, Larry Graham, bassiste Rhonda Smith en onze eigen - When I want Sax I call Candy - Dulfer. Het album is de absolute ‘pinnacle’ van Prince’s discografie en niet meer verkrijgbaar. Ja, voor woekerprijzen.


Maar... iemand heeft dit weekend de muziek van de hele box op Youtube gezet! Ik heb de 36 audiotracks als een speer gedownload. Je weet maar niet wanneer het weer wordt verwijderd. De muziek is FANTASTISCH! Prince en zijn NPG in ongekende vorm. Ik heb werkelijk nog nooit zo iets gehoord. Zo goed, niet normaal! Een Jazz-Funk-R&B-Rock-Pop-Live Extravaganza die zijn weerga niet kent. De audiokwaliteit is niet 'up to par', maar kan ik met wat 'equalisatie' heel behoorlijk krijgen. Ik ben hier toch wel heel content mee.


Om af te sluiten en te illusteren, dan heeft u ook wat: Lenny Kravitz en Prince met ‘American Woman’. Haha, geweldig! Een muzikaal powerduo. Prince laat zien dat hij ook kon rocken als geen ander.

De kleine man uit Minnesota heb ik een paar keer mogen zien optreden. De eerste keer in Utrecht in het oude stadion Galgenwaard. Het was de ‘Sign O’ The Times Tour’. Zonder dat ik het wist was mijn ‘wife to be’ er ook en zo hebben we er allebei een mooie herinnering aan. Zij zat op de tribune naast de ingang van het stadion. Ze keek op een willekeurig moment naar beneden en zag een vreemd klein mannetje staan. Ze keek nog een keer. Juist, dat was ‘m. Vriend R. heeft de kaartjes uit 1987 bewaard. Ik leen hier twee van zijn foto’s als bewijs. Gaaf. De 'blauwe' foto is volgens mij een detail van een t-shirt.



Na Bowie’s dood schreef ik dat dit soort artiesten een cruciale periode van onze generatie vertegenwoordigden. ´De melancholie van een stortvloed aan mooie herinneringen’ valt dan over je heen als er dan zo iemand plotseling overlijdt. Bij Prince is het niet anders. Hij had niet de reputatie een warme persoonlijkheid te zijn en was eigenlijk een rare kwast met een onvoorspelbaar karakter. Maar hij was beslist niet de enige. Veel van mijn muzikale ‘helden’ bleken niet zelden vervelende eikels te zijn. Maar ze hebben ons zoveel muzikaal plezier gegeven dat het hen is vergeven. Hoeveel keer wij niet bij vriend F. midden in de nacht ‘Sometimes it snows in April’ draaiden is ontelbaar. Ik kan het nummer voorlopig even niet horen zonder vol te schieten...

Ik wil toch afsluiten met een ‘pay-off’ door het delen van twee ‘geheimen’. Het eerste geheim heet ‘Emancipation’ en is een album van Prince uit 1996 bestaande uit drie CD’s van elk een uur. Het album is het eerste wat Prince uitbracht nadat hij af was van zijn contractuele verplichtingen met Warner Brothers. Het album is gemaakt zonder thema, maar volledig vrij van commerciële druk en dus artistiek ‘vrij’. Een week nadat Emancipation werd uitgebracht overleed zijn netgeboren zoon waarvan de hartslag op één van de nummers is te horen. Een bizarre truc van het lot. Een volledige luistersessie is bijna een uitputtingsslag vanwege het grote aantal geweldige songs. Het album is om onverklaarbare wijze nagenoeg genegeerd door pers en publiek en min of meer in de vergetelheid geraakt. Emancipation deugt muzikaal en audiofiel. Ik vind het een regelrecht topalbum en ik ben de enige die dat weet. Onzin natuurlijk, alhoewel... Check it out!

Het tweede geheim is het album 'Come' uit 1994. Nota bene het laatste van de Warner Brothers releases en door Prince zelf marketing technisch genegeerd. Onbegrijpelijk, want het is misschien zijn meest funky en groovy album ooit. Het thema is sex in al zijn facetten met ook zijn lelijke kanten. Op internet is er wel het een en ander over te lezen, best interessant. Op de cover staat 'Prince 1958–1993', waarmee hij een symbolisch punt zet achter zijn muzikale loopbaan tot op dat moment. Frank Zappa had ooit ook eens zo'n geintje met Warner Brothers en leverde twee contractueel verplichte albums af waar hij zelf geen woord aan vuil wilde maken. Het bleken achteraf twee albums te zijn waar, deels, toch geweldige muziek op stond, net als bij 'Come'. Het laatste Warner album van Prince is een onbekende eend in de prince-bijt, maar dat is volkomen onterecht! 

Mijn vrouw J. was afgelopen weekend met haar moeder een weekendje weg. Ze vierden gezellig samen de verjaardag van mijn schoonmoeder en, als ik de foto's op Facebook zag, kwamen ze niets te kort. Het weer viel beslist niet tegen maar het was wel grillig. Zondagochtend kreeg ik een ‘App’ met een fotootje waarop de sneeuwbuien zichtbaar rond hun hotel joegen. Haar begeleidende tekst: ‘Sometimes It Snows in April’. Tsja, het is een echt gemis...

7 April 2016 - Marutyri - Bird - Rotterdam

LantarenVenster, BIRD, North Sea Jazz, Grounds, Codarts... Rotterdam is tegenwoordig weer helemaal de plek voor jazz. Voor studenten, muzikanten én liefhebbers. Gisteren kon ik eindelijk eens naar BIRD voor een concert. Ik had er al vaak van en over gehoord, maar van een bezoek was het nooit van gekomen. De muziek van Marutyri, een jonge Rotterdamse fusionband, zat wel goed, maar ik was ook zeer benieuwd of deze ‘venue’ mij (ons) aan zou staan.

Zoon Stijn kent de band want hij had onlangs les gehad op het Albeda Muziek College, waar hij studeert, van Rik van der Ouw, bassist en bandleider van Marutyri. Hun bijnaam is de ‘Nederlandse Snarky Puppy’ en dat is niet voor niets zullen we zelf constateren. Marutyri is een achtkoppig herengezelschap, allen afgestudeerd aan het Codarts en spelen, zoals ze zelf zeggen, ‘fusion’ met ‘deep and solid grooves, intense harmonies, storytelling solo’s, and well-arranged parts’. Ze wonnen de NPO Radio 6 Soul & Jazz Award voor ‘Best Talent’ en staan met enige regelmaat bij ‘DWDD’. Even een check op Youtube was voor mij voldoende om direct twee kaartjes te bestellen voor een bijzondere avond in ‘Bird’ waar Marutyri haar eerste CD zou presenteren: ‘Inner Movements’. Gisteren was het zover.


Na het sluiten van het legendarische jazzcafé Dizzy (Deelders favoriete ‘hang out’) en de bijna aansluitende opening van BIRD had Rotjeknor er gelukkig weer een mooie jazzplek bij. Gelegen in De Hofbogen, officieel het Hofpleinviaduct, is het een prachtige en aparte locatie. Aanvankelijk was het een ‘open viaduct’, waar verkeer en voetgangers zich vrijelijk onderdoor konden bewegen. In de loop der tijd werden de boogruimtes voorzien van een pui en in gebruik genomen als kleine winkel, werkplaats of café. In 2011 vestigde BIRD zich hier. Dat de naam verwijst naar Charlie Parker is voor een beetje liefhebber wel duidelijk. BIRD is er niet alleen voor muziek, maar je kan er ook zalen huren en het heeft een mooie grote bar en restaurant.

Ik was nog nooit in de Raampoortstraat geweest, waar BIRD is gevestigd. Dacht ik. Totdat ik mijn auto parkeerde en de omgeving herkende. Jaren geleden was ik werkzaam in het centrum onder de rook van het voormalig Shell hoofdkantoor aan het Weena. Het was toen een klein stukje rijden vanaf de Schiekade naar de parkeerplaats waar je gratis kon parkeren. Vandaar nam ik de loop- en fietstunnel en liep dan langs het Shell-gebouw naar mijn werk. Twintig jaar geleden was het een verpauperde troep bij De Hofbogen, maar dat is nu wel anders. Helemaal hip is het hier met restaurants, terrassen en uitzicht op de achterkant van een paar hoge kantoorreuzen. Gave plek hoor! Stijn en een studiegenoot hadden geoefend met hun band en kwamen direct van school en wij troffen elkaar bij de ingang.

We zijn mooi op tijd en lopen naar de concertzaal. Nou ja, zaal, het is eerder een pijpenla die een beetje lijkt op een opgeblazen jeugdsociëteit uit de jaren zeventig. Erg donker maar wel, heel praktisch, met een lange bar aan de zijkant. Het wordt een staande receptie, helaas, maar al leunend op een hoog tafeltje ga ik het wel volhouden. Het podium is piepklein en staat afgeladen met instrumenten voor Marutyri, waar we nog even op moeten wachten. Ongeveer tien minuten te laat proppen de bandleden én een strijkje van vier zich op hun plaatsen. Twaalf man op elkaar gepakt, net als het publiek in de bloedhete zaal. Dan gaat-ie van jetje. Tijdens het eerste nummer is gelijk duidelijk dat we naar de Nederlandse versie van Snarky Puppy staan te luisteren. Rik, de bassist, heeft zelfs een beetje de maniertjes van Michael League, zijn Snarky Puppy equivalent, ook bassist en bandleider. Het klinkt wat stroefjes aan het begin, maar tijdens het lange tweede nummer pakken ze uit op een verpletterende manier. 'Dit is dé jazzbelofte van Nederland op dit moment’, denk ik bij mijzelf. Marutyri is een verzameling loepzuiver spelende jonge muzikanten die onwaarschijnlijke strak musiceert en er onwijs veel zin in heeft. Het plezier straalt er af, net als hun 'counterparts' uit New York. Het is eigenlijk een compacte Big Band. Helaas valt de akoestiek van de zaal erg tegen. De gitarist en toetsenist zijn moeilijk te horen en het strijkje valt helemaal weg door de akoestische brei. Na een uur is het al ‘schluss’. Jammer, want het was echt heel erg goed, maar mijn rug juicht! Er komt nog een toegift en dan is het na vijf kwartier écht afgelopen. Nou ja, voor zeven euro mag je ook niet piepen.


We kopen hun nieuwe CD (mét handtekening van Rik), drinken nog een biertje in de mooie bar en gaan dan zeer tevreden naar huis. In de auto luisteren we streaming via Spotify keihard naar Brad Mehldau. Weergaloos, maar daar kom ik nog even in een ander blogje op terug.

Het was weer een topavond met vader en zoon en de bijzonder aardige vriend en medestudent (drummer) van Stijn. Marutyri is een fantastische band, daar is niets aan af te dingen. De nieuwe CD heb ik inmiddels een paar keer geluisterd en vind ik super. Als deze mannen zich verder ontwikkelen en meer hun eigen stijl weten te vinden, dat hebben we een internationale act in huis van grote klasse! Wat mij ongelofelijk positief stemt is dat jonge mensen deze geweldige en blije muziek maken. Een belofte voor de toekomst van muziek én de jeugd.

Tsja. BIRD. Wat moet ik er van zeggen? Een omgeving met een dynamische uitstraling. Big City, Urban, Hot, Talk of the Town, zoiets. Binnen is de inrichting informeel. Veel hout, gordijnen, eigenlijk een beetje bruine kroeg ‘meets’ jeugdsoos, ‘meets’ bistro. Het concertzaaltje vind ik waardeloos. Misschien klinkt het beter met een kleinere bezetting en minder publiek, maar deze avond was audiofiel niet wat je mag verwachten. Door het lage podium en de overvolle zaal met staand publiek werden hoge tonen enorm gedempt. De vorm van de zaal is in feite een grote halve rioolbuis en dat is akoestisch niet ideaal vanwege reflectieproblemen. Het flauwe en lauwe Jupiler bier in plastic nepglazen vind ik ook wel een puntje van aandacht. De status van LantarenVenster blijft voor mij onaangetast. Maar, als BIRD weer een interessante band binnen haar muren heeft zal ik mij niet laten weerhouden door genoemde bezwaren. Last van de lage onderrug? Hangen aan de bar is dan het motto...

  • Rik van der Ouw – Bass guitar, Synthesizer
  • Ruud van Halder – Guitars
  • Thijmen Oberink – Keyboards
  • Maurice Slot – Drums
  • Roy Gielesen – Percussion
  • Dennis te Woerd – Saxophones
  • Floris Windey – Trumpet, Flügelhorn
  • Yiannis Marinos – Trombone

17 Maart 2016 - Erik Truffaz Quartet – Lantarenvenster - Rotterdam

Erik Truffaz is voor de meeste Nederlanders een volslagen onbekende muzikant. Hij is de Franse Eric Vloeimans zou je kunnen zeggen. Dat zegt menigeen natuurlijk nog niets, maar voor de jazz-liefhebbers is Eric een begrip. Eigenlijk is Eric de Nederlandse Erik als u mij nog kunt volgen. Vloeimans is namelijk heel duidelijk geïnspireerd door de Fransman die iets eerder was met elektronisch gemodificeerd trompetspel. Erik Truffaz is 55 en is samen met een andere beroemde pepperaar, Nils Petter Molvaer, één van de grondleggers van de Europese Jazz fusion, Acid Jazz en aanverwante stijlen. De Franse Erik heeft zich op zijn beurt ook laten inspireren. Door Jon Hassell. Daar ga ik hier verder niet op in want over Jon heb ik eerder uitgeweid maar vind het wel van belang hier te melden. 


Foto: www.eriktruffaz.com

Truffaz is een ‘vondst’ van vriend H. die ons jaren geleden over zijn bestaan tipte. Sinds die tijd heb ik een paar CD’s van de man aangeschaft. Toen H. aangaf dat Truffaz naar Nederland kwam was ik beslist geïnteresseerd om te gaan. Dat veranderde toen ik op Youtube het meest recente concert bekeek. Mijn interesse sloeg om naar razend enthousiasme. Fantastisch gewoon! Stijn zag en hoorde dat concert ook en wilde uiteraard ook gelijk mee. We konden niet wachten tot dat het 17 maart werd…

Toen we de auto hadden geparkeerd in de parkeergarage van de ‘De Rotterdam’, Rem Koolhaas’ brute monster (dank aan R. voor de expressie) en naar buiten liepen, vroeg een leuk dametje de weg naar een restaurant. Stijn herkende haar stem en R. en ik haar gezicht, maar haar naam schoot ons niet te binnen. Na een smartphonecheck wisten we het opeens: Leona Filippo. Onwijs leuke vrouw en één van Nederlands betere pop/soul/jazz zangeressen. Ze won ooit 'The Voice' en onlangs 'Maestro'. Google maar even. Heeft onze ontmoeting enige relevantie voor dit concertverslag? Nee, geen enkele  

(Foto heb ik vorige week zondag gemaakt vanuit de Spacetower – 185 meter hoog!)

(Screenshot van Leona 10 minuten geleden gemaakt van de televisie. Toeval bestaat niet)

Mijn favoriete ‘venue’ voor jazz is zonder twijfel LantarenVenster op de Kop van Zuid in Rotterdam. Makkelijk parkeren, mooie locatie, prachtig pand, lekker zitten en geweldige akoestiek in de grote zaal. O ja, ze hebben ook nog lekker bier. Ik houd eigenlijk helemaal niet van bier, maar hier wel. Raarrrr. We waren deze reis op volle vrienden-, papa- en zonen-sterkte en de verwachtingen waren hoog gespannen. Aanleiding van de 2015/2016 concertreeks is Truffaz’ nieuwe album ‘Doni Doni’. De muziek van het concert komt voor een deel van dat album. Ik wist wat er komen ging want ik had van het Youtube concert een rip gedaan en mijn eigen ‘state of the art’ live album gefabriceerd en al een paar keer beluisterd (https://www.youtube.com/watch?v=UBW0VSdjXr0).

Het kon allemaal niet mis gaan. We zaten direct voor de PA en het feest kon beginnen!


Vriend J. vroeg ons na het concert, tijdens het drinken van een biertje, een rapportcijfer te geven. Ik gaf een 8. Niet slecht, maar het Youtube concert zou van mij minstens een 9 hebben gekregen. Minstens! Waar dat verschil vandaan kwam? Ach, ze deden hun briljante ding, want spelen kan het Erik Truffaz Quartet als de beste. Maar ik vond het wat werktuigelijk overkomen bij tijd en wijle. De toetsenist toverde allerlei gave sounds uit zijn toverdozen, Truffaz speelde fenomenaal, de bassist legde strak zijn fundament en de drummer was meesterlijk. Wat zeur ik dan? Ik miste op de een of andere manier wat inspiratie en ‘fun’ die wél terug is te zien en te horen op het Youtube concert, opgenomen in Parijs op 15 november vorig jaar. Het is best lastig om dit soort onmeetbare aspecten onder woorden te brengen. Wat ook een rol kan spelen is, neem ik aan, dat maanden achter elkaar meerdere keren per week een live concert geven geen sinecure is. Het vele reizen en iedere avond alles geven moet bijna wel zijn tol eisen, zeker als je op 3 april a.s. 56 lentes wordt... Ik dacht er nog even over na later. Ik mailde wat heen en weer met J. en begon toen wat te klungelen met Excel. Hieronder het resultaat. Eerst Truffaz en daaronder Snarky Puppy met het Metropole orkest ter vergelijking.


Het is misschien een volkomen belachelijke benadering om zo rekenkundig een concert te analyseren, maar ik vind het eigenlijk wel een leuk idee, al zeg ik het zelf. Het systeem dwingt je wat dieper na te denken over een en ander. De matrix kan natuurlijk aangepast en uitgebreid worden en voorwaarde is dat de onderdelen strak worden gedefinieerd. Alle cijfertjes in het voorbeeld zijn uiteraard 100% persoonlijk.

Maar goed, we hebben echt een heel erg prima avond gehad, daar mag geen misverstand over bestaan. Een enigszins ‘mat’ concert door iemand als Erik Truffaz en kornuiten staat nog altijd garant voor een avond topmuziek, uitgevoerd op torenhoog niveau. Zo'n avondje uit met vrienden en zoons maakt de hele exercitie nog eens extra leuk. De heren schaften nog wat CD’s en LP’s aan, gesigneerd door Erik (die J.’s naam op zijn LP foutief spelde, haha), we dronken nog wat biertjes en reden daarna netjes op tijd weer naar huis. Het was al vroeg rustig in de Europese havenstad…

  • Erik Truffaz - trompet
  • Benoît Corboz - piano, keyboards
  • Marcello Giuliani - bas
  • Arthur Hnatek - drums

 


30 januari 2016 - Boulez , Réponse, Michelin & Adams

Wat mij betreft zou een definitie van muziek kunnen zijn: ‘Geluid wat bewust door mensen wordt gemaakt om zichzelf of anderen te plezieren’. Laat ik het voor het gemak ‘mijn’ muziekbeginsel noemen (ik zal vast niet de eerste zijn die dit verzint). De structuren en parameters die voor het maken van muziek worden gebruikt zijn, in grote lijnen, tijd, volume, melodie, ritme en harmonie. Er is veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar deze facetten en andere aspecten die een rol spelen bij het maken en ervaren van muziek. Denk daarbij aan historische, geografische, sociale en aangeboren factoren. Interessante materie. Harmonie bijvoorbeeld (akkoordprogressie en samenhang) wordt in sommige delen van de wereld anders toegepast en ervaren als in het westen. Muziekwetenschap is een interessant maar bijzonder gecompliceerd onderwerp en voor mij veel te moeilijke materie. Ik kom er desondanks straks toch nog even op terug. Maar dat eerste zinnetje van deze alinea, daar gaat het mij om.

Ik heb inmiddels, naar aanleiding van een tip van een vriend, uitgebreid geluisterd naar ‘Répons’ van Pierre Boulez, één van zijn meesterwerken. Een en ander natuurlijk aangewakkerd door het overlijden van Boulez en mijn onbekendheid met zijn composities. Ik vond het, vanwege alles wat ik over deze zeer interessante man las, de moeite waard om mij te verdiepen in ten minste één van zijn werken. Dat werd dus ‘Répons’. 

Ik durf te stellen dat ik wel wat gewend ben op het gebied van allerlei muzikale stijlen. Ook van eigentijdse componisten die de traditionele wegen van componeren hebben losgelaten, zoals Erkki Sven Tüür, Arvo Pärt, Alfred Schnittke en nog wat van dat soort snaken. Maar Répons is toch van een andere orde. Boulez was een briljant wiskundige en zo blijkt zijn muziek, Répons althans, volledig te zijn opgebouwd en geconstrueerd. Mathematisch en theoretisch. Na meerdere malen het werk te hebben beluisterd vind ik dat de term ‘mooi’ voor mij net zo ver verwijderd is van Répons als Voyager I van de aarde (± 20 miljard km, as we speak). Dus, kort en goed, Répons voldoet niet aan mijn muziekbeginsel als ik het zo mag zeggen. Maar daar is de kous niet helemaal mee af. Répons vind ik wel een interessante en soms spannende ‘luisterhappening’. Het centrale concept van actie en reactie loopt als een rode draad door het werk heen en is goed herkenbaar. Toen ik zocht naar een filmpje op Youtube om dit artikel mee te illustreren, kwam ik een zeer recente uitvoering tegen. Ik kan niet anders zeggen dat ik zeer geboeid heb zitten kijken en luisteren. Qua cameravoering en productie vind ik dit ronduit 'cutting edge', maar het raakt bij mij werkelijk nergens een snaar.

Tijdens het Holland Festival van vorig jaar is Répons uitgevoerd in de Westergasfabriek. De context, structuur en achtergrond van het werk wordt op hun website uitvoerig en uitstekend behandeld. Voor de geïnteresseerden: http://tinyurl.com/hprlcon

Ik heb wel lang nagedacht voordat ik deze blog schreef. Moderne eigentijdse ‘klassieke’ muziek is een lastig onderwerp. Zeker om daar iets sluitends, iets concluderends over te formuleren. Niet dat dat moet, maar ja, ik ben er nu eenmaal aan begonnen. Een verwijzing naar mijn eerste beginsel is misschien wel erg gemakkelijk zou men kunnen zeggen. Maar, hoe dan ook, daar gaat het uiteindelijk toch wél om, laten we elkaar niet voor de gek houden. We maken of luisteren muziek voor ons plezier en niet om elkaar te pesten. Maar het iedereen naar de zin maken gaat gewoon niet. Wat voor de een aangenaam is, kan een ander als hinderlijk ervaren. Alles is relatief dus ook mijn muziekbeginsel.

Maar, er bestaat ook nog zoiets als een leercurve. Bepaalde muziek kun je leren waarderen, net als het leren drinken en waarderen van wijn. Sommige muziek gaat er bij volksstammen in als Gods woord in een ouderling, maar bij andere muzikale uitingen moet je ‘werken’. Dat klinkt nogal serieus, maar dat valt reuze mee. Het werken zit hem namelijk vooral in veel en vaak luisteren. Bepaalde gecompliceerde patronen in muziek zullen zich in de loop der tijd openbaren en zal de muzikale horizon vergroten. Of niet, dat is natuurlijk per individu verschillend en of men er wel de tijd en concentratie voor op wil brengen. Ik wist zeker dat ‘Bitches Brew’ iets bijzonders was en ik pijnigde mij wekenlang met de hectische kakofonie waar ik geen kaas van kon maken. Tot dat het kwartje viel. Ik ervoer het als een regelrechte openbaring! Ik denk dat het bij veel andere en wat minder toegankelijke muziek, niet anders is. Echter, de ‘sky is the limit’ en als we ons eenmaal begeven op het gebied van serialisme, atonaliteit en allerlei andere mathematische vormen van muziek kunnen de patronen zo gecompliceerd en ingewikkeld zijn dat zelfs de grijze massa’s van geoefende luisteraars niet in staat zijn deze patronen te herkennen. Répons zou daar best eens goed bij kunnen horen. Ik denk dat mijn brein tekort schiet, laten we het daar op houden.


 

Moderne en eigentijdse composities. Tsja, de analogie met de restaurantsector dringt zich bij mij op. Ik heb het ‘genoegen’ gehad een paar jaar geleden vier keer met kleine tussenposen bij verschillende Michelin sterrenrestaurants te mogen eten. Wat ik er van vond? Onthutsend eigenlijk. Het duurde iedere keer veel te lang en ik ging met honger (‘trek’ zeiden onze moeders dan) weer naar huis. Veel gangen op onhandig grote borden met een eetbaar bouwwerkje in het midden. De knutselconstructies schitterden mij uit een zee van wit porselein tegemoet. De eerste keer keek ik echt ontredderd om mij heen en dacht: "Als ik dit op mijn normale manier eet, dan ben ik binnen een minuut klaar met deze gang". Maar ik keek de kunst af en deed braaf mee met de sterrenvertoning. Hééél klein hapje nemen en dan veelbetekenend om je heen knikken dat dit gerecht toch wel heel bijzonder is. Mond afvegen met het chique servet van linnen damast. Slokje wijn nemen uit zo’n belachelijk groot glas. Niet zo maar, neeeeeee. Eerst kijken naar de kleur, zachtjes los schudden, beetje ruiken, slokje nemen, door de mond halen en dan pas doorslikken. Praatje maken en gereed maken voor de volgende muizenhap. Allemachtig. In drie van de vier keren waren we pas na middernacht toe aan het bestellen van een dessert. In vier van de vier keren had ik zin om op weg naar huis te stoppen bij de ‘Golden Arches’. Begrijpt u mijn ‘pointe’ en de overeenkomst? Dit is geen manier om mij een fijne avond te bezorgen, maar om mij te irriteren. De eetcultuur als hiervoor beschreven bevredigt misschien de creatieve artiest in de keuken en culinaire (would be?) kenners, maar niet het publiek wat gewoon lekker en ontspannen wil eten.

'L'art pour l'art' noemde Immanuel Kant dit. 'Kunst om de kunst'. Een opvatting waarbij de enige maatstaf is dat de uiting van kunst intrinsiek is en niet functioneel en wordt beoordeeld op grond van, bijvoorbeeld, technische aspecten. Ik ben overtuigd dat dit voor eten en muziek niet mag en kan opgaan. Dat is een dwaling. Enige nuance is dat het eten 'an sich' in de etablissementen waar ik ben geweest goed was binnen te houden, haha.

Terug naar de muziek. Ik kwam een aardig artikel tegen op internet uit ‘The Guardian’, niet het lulligste pamfletje uit het Britse koninkrijk. Ik onderschrijf niet alles, maar ik denk dat de auteur, de New Yorker Joe Queenan, in essentie de spijker wel behoorlijk op de kop slaat, Hij schrijft onder andere dat hij op zijn 18e, heel stoer, ‘Kontrapunkte’ van Stockhausen en ‘Threnodi’ van Penderecki aanschafte: “I did not really like these pieces, but I would put them on the turntable every few months to see if the bizarre might one day morph into the familiar. I've been doing that for 40 years now, and both compositions continue to sound harsh, unpleasant, gloomy, post-nuclear.” Ik heb een identieke ervaring met Stockhausen. Na bijna vier decennia vind ik het nog steeds werkelijk niet om aan te horen. Het artikel: http://tinyurl.com/zyh43ph

Ik denk dat ik Boulez als componist maar laat voor wat het is. Ik luister sowieso niet veel naar eigentijdse componisten. Ik moet er echt in een bepaalde stemming voor zijn, anders gaat het er bij mij ook niet in. De enige modernist, minimalist en nep-romanticus (volgens sommigen) waar ik regelmatig met meer dan veel plezier naar luister is John Adams. Het is misschien een vergelijking die nergens op lijkt te slaan, maar dat is niet zo. Ik denk dat eigentijdse componisten het imago hebben dat zij moeilijk en ontoegankelijk werk maken of hebben gemaakt. Zie het artikel in The Guardian. John Adams bewijst dat die werkelijkheid ook anders kan zijn. Luister naar het eerste deel van ‘Dharma at Big Sur’ met het BBC Symphony Orchestra, John Adams als dirigent en Tracy Silverman op een 6-snarige elektrische viool.

Kijk, dit vind ik nou ontzettend mooi. Het kan dus wel. Maar misschien denkt u er weer anders over, en dat mag :-)

18 januari 2016 - Miles Davis – My Funny Valentine

Sinds vorige week hebben wij Netflix. Ik had met regelmatige frequentie het idee dat we het laatste gezin in Nederland zijn met deze streaming dienst, maar we horen er weer bij. Zoonlief kon niet wachten en stortte zich op een week Breaking Bad-‘binge-watching’. Met wat vertraging is J. nu ook helemaal in de greep van Walter White's Crystal Meth avonturen en ik ben helemaal los op ‘Homeland’. Ik had mij al een tijdje op deze serie verheugd, maar de werkelijkheid overtreft de verwachtingen! Gisteravond, lekker voor het slapen gaan, besloot ik nog een aflevering te kijken. Carrie, één van de hoofdpersonen, verwacht dat zij thuis een amoureus intermezzo gaat meemaken. Ze heeft zich mooi opgetut en voor de sfeer een passend muziekje opgezet. Ik herken direct dat het Miles uit de jaren zestig is. Wat een prachtige muziek, maar ik kan niet thuis brengen van welk album het komt. ‘Shazan’ er snel bij gehaald: het is Miles Davis met ‘My Funny Valentine’ van het gelijknamige album en die heb ik niet! Carrie’s tête-à-tête loopt overigens op niets uit, maar dat is misschien een beetje een spoiler. Sorry. Wat een fantastische actrice trouwens. Claire Danes heet ze en dat mens speelt echt de sterren van de hemel. ‘Stella(r) By Starlight’ zou je kunnen zeggen, om maar eens een bruggetje te maken. Het is één van de prachtige nummers van Miles' album My Funny Valentine.


Mijn Miles Davis ervaring startte lang geleden met het elektrische werk, dat heb ik hier vaak genoeg aangehaald. Zijn oudere werk ben ik later pas gaan luisteren. Uit de jaren vijftig vind ik eigenlijk alleen de rustige nummers de moeite waard. De ritmesecties beginnen pas met 'Kind Of Blue' mooie grooves te spelen. De periode tussen 1959 en 1970 is er één van transitie van onderkoelde Hard Bop naar de vrije elektro-fusion van de seventies. Ik vind de albums van Miles door de jaren heen, niet verrassend natuurlijk, wisselend van kwaliteit. Een standpunt bepaald op basis van mijn voorkeur als luisteraar en niet als musicoloog of historicus. Die status wil ik mij niet aanmeten. Ooit kocht ik de LP ‘Four & More’ en vond het allemaal veel te gejaagd en heb daarom de plaat na de aankoop zelden meer gedraaid. ‘My Funny Valentine’ is het zusteralbum en dat weet ik pas sinds vandaag. Nooit de ‘liner notes’ van Four & More goed gelezen dus. Beetje dom. Ik vond ‘My Funny Valentine’ bovendien een titel voor een musical en was de reden om het decennia te laten voor wat het was, tot dat ‘Carrie’ het draaide…

In de jaren zeventig en tachtig was Rotterdam voor ons de stad om live jazz te beleven. Café Dizzy, B14 en vooral de Jazzbunker aan de Maaskade waren de podia waar we regelmatig heel wat legendes hebben op zien treden. De Jazzbunker was precies wat de naam deed vermoeden: een donker, rokerig en naar verschaald bier riekend hok. We zagen daar onder andere het bizarre gezelschap van de legendarische Sun Ra met zijn ‘Astro Infinity Arkestra’. De man ‘himself’ was uitgedost in volledig idiote space-uitmonstering, maar hij speelde fantastisch. We hebben toen zelfs gesigneerde LP’s gekocht. Witte kartonnen hoezen met een slecht ‘stenciltje’ beplakt en in eigen beheer uitgegeven door de Space Master. Het jaar was 1980.




Ik herinner mij dat we toen, na het concert, met Sun Ra’s saxofonist, Marshall Allen, een biertje dronken en over de muziek spraken. Allen zag er uit of hij de nieuwe aardappels niet zou halen. Maar, de wonderen zijn de wereld niet uit, hij wordt in mei 92! Een ander fenomeen waarvan ik nauwelijks kon geloven dat hij in zo’n donker hol aan de Maas speelde was George Coleman. De saxofonist van Miles Davis uit de eerste helft van de jaren zestig! De man was ooit wereldberoemd en wij zaten op een paar meter afstand ‘gewoon’ naar hem te luisteren. Ik vond dat pure magie. George wordt in maart 81 jaar. Taaie rakkers toch allemaal, die jazzcats.


George is de saxofonist op ‘My Funny Valentine’. Het album bevat, zoals gezegd, de rustige nummers van een benefietconcert, opgenomen op 12 februari 1964 in New York City. Het ‘onrustige’ deel staat op ‘Four & More’, dat een jaar later werd uitgebracht. Beide albums zijn dus op één avond opgenomen maar omdat de sfeer (en kwaliteit) van de diverse nummers zo ver uiteen lag, besloot men twee verschillende LP’s uit te geven. De band bestaat uit Miles op open en gedempte trompet, Coleman op saxofoon, Ron Carter op contrabas (most recorded bassist in jazz history) de 18-jarige Tony Williams (!) op drums en de ook nog jonge Herbie Hancock achter de vleugel. Miles schittert als nooit tevoren en de mannen spelen allemaal geweldig, maar mijn persoonlijke favoriet is de beheerste Coleman die, ook volgens de critici destijds, de mooiste set van zijn leven speelt. 

Vanuit het heden is het toch wel even een tandje terugschakelen om deze muziek uit 1964 op waarde te schatten. Maar, als je er even wat tijd in steekt, dan is duidelijk wat een schitterende album dit is. Ik merk dat bij herhaald luisteren de muziek nog beter tot zijn recht komt en de mooie nuances steeds duidelijker worden. Dat gaat voor veel muziek op, maar je verwacht het niet van deze recht-toe-recht-aan jazz. Het titelnummer, My Funny Valentine, is een jazz standard uit 1937 dat ontelbare malen is uitgevoerd (o.a. een hit van Chet Baker). De versie hier is zeer sfeervol en 'The Jewel In The Crown' van dit album. Miles 'muted' trompet klinkt beheerst en zacht en dat was niet altijd per definitie het geval. De remaster uit 2005 is technisch zeer geslaagd, warm en met voldoende dynamiek. Bovendien belangrijk beter opgenomen dan het andere beroemde live-album van een jaar later 'Live At The Plcked Nickel'. Al met al: zeer aanbevolen!

Voor meer informatie: https://www.milesdavis.com/albums/my-funny-valentine/

Ik sluit gepast af met een foto van Miles Davis. Ik zag de plaat ingelijst hangen op het herentoilet van Hotel Postillion bij Strand Nulde aan het Veluwemeer. Miles op de plee, kan niet waar zijn, toch? Miles 'plees' for lovers, haha. Ik vraag mij echt af wie in vredesnaam verzonnen heeft om die foto daar te hangen... Je zet een borstbeeld van Bach toch ook niet in een openbaar toilet? Met mijn telefoon heb ik er een plaatje van gemaakt. De foto was beschadigd en vergeeld, maar ik ben een handige rakker met 'shoppen' en heb er een mooie 'refurbished' versie van gemaakt. Een prachtige foto van Miles in ere hersteld, zoals het hoort. Ik had moeite de foto en details op internet terug te vinden. Aan de hand van zijn kleding en horlogeband schatte ik dat het 1969 moet zijn geweest. Ik besloot maar eens ouderwets te zoeken in de boekenkast. ‘Miles Davis, The Man In The Green Shirt’ van Richard Williams, had ik ooit gekocht bij de Free Record Shop. Het staat vol met prachtige platen en, verdraaid, daar vond ik ook de bewuste foto! Inderdaad gemaakt in 1969. Op 3 november tijdens het 8e Paris Jazz Festival door Guy Le Querrec voor Magnum photos. 

© Guy Le Querrec / Magnum Photos - http://tinyurl.com/zxqhamo 

Ik had, achteraf bezien, de originele foto misschien ook kunnen downloaden bij Magnum. Geen idee wat dat zou moeten kosten, maar dit was eigenlijk veel leuker.

Miles Davis - Directions in Music - Nog steeds.

10 januari 2016 - David Bowie – R.I.P.

Op 8 januari 2016 zag 'Blackstar', David Bowie's nieuwste album, officieel het levenslicht. Het was de datum van David's 69e verjaardag. Twee dagen later, op 10 januari, overleed David Bowie na een langdurige gevecht tegen kanker. Hij wist natuurlijk dat het einde zou komen en had daar met de release wellicht ook rekening mee gehouden. De wereld reageerde vandaag, toen het nieuws bekend werd, totaal geschokt. Dat Bowie zo ernstig ziek was wist bijna niemand.


Ik heb vandaag Blackstar aangeschaft en ik vind het werkelijk een fantastisch en totaal origineel album. Misschien wel zijn beste ooit. De sfeer is donker en, met de wetenschap dat Bowie er niet meer is, helaas geen vrolijk werk. De teksten zijn vaak onbegrijpelijk, maar het is duidelijk dat Bowie weet dat de klok onverdroten doortikt en het einde nadert. Het beeldmateriaal bij Blackstar spreekt boekdelen.


Bowie trok niet altijd mijn muzikale kaart. Zijn oeuvre ging alle kanten op en maar soms de mijne. De LP’s ‘Low’ en ‘Heroes’ staan prominent in mijn platenkast, naast ‘Let’s Dance’en nog een paar. Blackstar staat vanaf vandaag ook prominent in dat compacte rijtje te 'stralen'...

Iedereen herinnert David Bowie natuurlijk als de artiest die zich zelf vele malen opnieuw uitvond, een kameleon in Brits aristocratische verpakking. Afgezien daarvan herinner ik mij Bowie ook van bijzondere films als het prachtige ‘The Hunger’ met Catherine Deneuve en natuurlijk ‘Merry Christmas, Mr. Lawrence’. Een heftige film en destijds zeer populair. Ook in de hoedanigheid van acteur wist hij de aandacht op zich te vestigen. Een man met ongelofelijk veel gezichten en talenten.


Ik ben van de generatie die met Bowie is opgegroeid. Hij was altijd wel ergens in de één of andere gedaante op de achtergrond aanwezig. Voor mij persoonlijk niet altijd heel nadrukkelijk. Ik heb hem ook nooit live mogen zien spelen. Mijn vrouw J. wel en ze dook vandaag van de zolder onderstaande foto’s op. Ze zijn genomen in 1978 tijdens een concert van Bowie in de Ahoy in Rotterdam. De fotograaf is ‘John’. Zijn achternaam weet ze niet meer. Unieke platen.

 


Ik schrok oprecht toen ik de ‘app’ zag van vriend R. vanochtend vroeg. Het is niet alleen de tragiek dat zo’n talentvol en uniek talent ons ontvalt, maar ook die van een verloren jeugd. Een jeugd, ik heb het vaker aangehaald, die in vele opzichten uniek was. Niet alleen voor mij, voor ons, maar voor een hele generatie. David Bowie was een symbool van die tijd en veroorzaakt met zijn dood een wereldwijde pijn die een hele generatie voelt. De melancholie van een stortvloed aan mooie herinneringen. Geen nostalgie, want dat heeft geen koesterend randje. Ik zag vandaag in het nieuws een kort item van de Bowie tentoonstelling in het Groninger Museum. Treurige gezichten van vijftigers en zestigers en sommigen konden hun tranen niet bedwingen. Ik moest ook een brok wegslikken …


9 januari 2016 - Pierre Boulez - R.I.P.

Afgelopen week, op 5 januari 2016, overleed Pierre Boulez in de leeftijd van 90 jaar. Aanvankelijk was hij vooral componist en aanjager van vernieuwende en ook elektronische (moderne) muziek. Naam en faam voor het grote publiek kwam echter pas met het dirigeren, waar hij zich, altijd zonder 'baton', in de tweede helft van zijn leven mee bezig hield.

Boulez’ composities ken ik niet en daar moet ik misschien eens wat aan doen. Dat ik hier aandacht aan hem besteed heeft alles te maken met Frank Zappa. Zappa is natuurlijk vooral bekend als rockmuzikant uit de vorige eeuw, maar was ook een componist van modern klassiek werk. Het kostte Zappa tijdens zijn leven de nodige moeite zijn ‘serieuze’ muziek gespeeld te krijgen. Zijn imago als eigenwijze querulant én clowneske grappenmaker op live-podia hielp daar ook niet bij. Met het nemen van de nodige hindernissen kreeg Zappa het, tijdens zijn leven, toch voor elkaar een aantal composities te laten uitvoeren door klassieke ensembles en zelfs het London Symphony Orchestra.

Ik ga hier verder geen uitgebreid verhaal over Frank’s ‘serieuze’ ambities en composities ophangen, maar de titel van Zappa’s uitstekende biografie ‘Electric Don Quixote’ (Neil Slaven, Omnibus, 1994), zegt wel genoeg. Eén van Frank’s meest prominente orchestrale registraties is ‘The Perfect Stranger’ uit 1984. ‘Conducted by Pierre Boulez and performed by Boulez's Ensemble InterContemporain’. Het is bijzonder werk en doet denken aan Ives, Bartok, Edgard Varèse en dergelijke. Geen gemakkelijke kost, maar beslist uitdagend.


De positieve stelling die Boulez in duidelijke bewoordingen innam ten aanzien van ‘popmuzikanten’ bleek een verademing. Het deed destijds de nodige stof opwaaien in de behoudende wereld van de klassieke muziek. Boulez zag dat er wel meer te halen was bij Frank Zappa dan schuine moppen en lange gitaarsolo’s. Zappa’s muzikale visie, bekendheid en bijzondere ‘scores’ hielpen Boulez’ queeste om behoudende muzikale forten neer te halen. Of het geholpen heeft is lastig vast te stellen. Maar, al met al, Boulez’ erfenis en zijn historie met Frank Zappa was en is voldoende reden voor mij om hem hier te memoreren.

25 december 2015 - Michel Portal

Op 1 juli 2013 kreeg ik een mail van vriend H. met wat hyperlinks naar nummers van de CD ‘Any Way’ van de Franse componist en muzikant Michel Portal. Hij was wel gecharmeerd van het album. Ik had nog nooit van de beste man gehoord. Erg enthousiast was ik niet nadat ik de muziek had beluisterd en mijn reply aan H. was een beetje zuur. Toch heb ik, blijkbaar, de CD aangeschaft maar daarna nooit meer geluisterd. Althans, ik kan mij dat niet meer herinneren. Gisteravond wilde ik eigenlijk een muziekje van Erik Truffaz opzetten (ook een Fransman), maar vergiste mij en deed per abuis 'Any Way' in mijn schijflezertje. Na een paar minuten keek ik verbaasd naar de B&W speakers… ‘Wat is dit in hemelsnaam voor fantastische muziek?’ Ik heb ademloos zitten luisteren en verbijsterd dat ik destijds, ik wist het nog, deze muziek van de hand had gewezen. Het bewijst maar weer hoe ongelofelijk belangrijk het ‘moment’ is. Hoe voel je je? Wat is je stemming? Hoe open staat de parachute eigenlijk? Op 1 juli 2013 zaten de 'Doors Of Perception' bij mij blijkbaar potdicht, dat is wel duidelijk. Maar, het is nooit te laat en nu weet ik dat ik er weer een toppertje bij heb! Bovendien is de audiofiele kwaliteit uitstekend en dat is een mooie extra bonus.



Een mens mist wel eens iets. Ik doel op een feit, een gebeurtenis, een goed boek of een film, enzovoort. U herkent dat misschien: iets wat iedereen schijnt te weten of kent en waar jij nog nooit van je leven van hebt gehoord. Dat gevoel kreeg ik de afgelopen dagen. Ik heb wat zitten zoeken op Google en het blijkt dat Michel Portal één van de invloedrijkste figuren uit de Europese moderne muziek is geweest. Tenminste, als je mag geloven wat men over hem schrijft. Ik heb zijn mooie curriculum vitae in ieder geval nooit meegekregen. Misschien heeft het te maken dat we in Nederland nauwelijks bezig zijn met wat er zich in de wereld muzikaal eigenlijk afspeelt, behalve binnen de landsgrenzen, Engeland en de Verenigde Staten.

Een korte biografie van Michal Portal is uit respect dus wel op zijn plaats. Hij is op 25 november 80 jaar (!) geworden, is van Franse geboorte en studeerde klassiek klarinet aan het Conservatoire de Paris. De man is werkelijk van alle markten thuis. Hij begon zijn muzikale carrière in de klassieke en hedendaagse Europese concertmuziek en speelde zelfs op een CD met muziek van Stockhausen. In de jaren zeventig werd hij de motor van de Franse én Europese moderne jazz en werkte samen met vogels van uiteenlopende pluimage zoals Joachim Kühn, Anthony Braxton, Jack DeJohnette, John Surman, Dave Liebman, Vernon Reid en een hele rits Fransen die ik niet ken. Daarnaast schreef hij filmmuziek en is, naast de klarinet en de saxofoon, de laatste jaren actief op de bandoneon. Zijn gepubliceerd werk reikt van Mozart tot Free Jazz en alles wat er tussen zit. Een zeer veelzijdige en creatieve (oude) baas dus.


Na mijn ‘ontdekking’ deze week smaakte het naar meer en ik stuitte na wat luisteren en zoeken op het album ‘Dipping In Minneapolis’. Minneapolis is natuurlijk de stad van Prince maar verder niet echt een muzikaal Mekka voor zover mijn kennis reikt. Om, voor mij dus, onduidelijke redenen verbleef Portal in 2002 een tijdje in die stad en nam er twee CD's op. De eerste heet ‘Minneapolis’ en de tweede ‘Minneapolis We Insist!’, een live album. Na een tijdje bracht hij een nog derde album uit ‘Dipping In Minneapolis’ hetgeen drie CD’s bevat met restant materiaal uit de studio en van de live sessies. Om kort te gaan: fantastisch! De andere twee albums zijn ook prima, maar de enorme variatie en veelzijdigheid van ‘Dipping’ spreekt mij nog meer aan. Er staan nota bene twee live versies van de klassieker 'Good Bye Pork Pie Hat'. Twee keer! Misschien overkill, maar dat vereist een beetje lef en dat waarderen we zoals onlangs vastgesteld (Snarky Puppy). 

Even een leuk weetje tussendoor. Een Pork Pie Hat is een vilten hoedje van Britse oorsprong. Het hoedje heeft enige gelijkenis met de Engelse 'Pork Pie' die je in Albion overal in de pub kan eten. Het is een pasteitje van bladerdeeg met varkensvlees er in. Het hoedje kwam in de jaren veertig (weer) in de mode, vooral in Amerika. 'Goodbye Pork Pie Hat' is een jazz standard van Charles Mingus uit 1959 van zijn album 'Mingus Ah Um'. Liefhebbers weten dat wel. Het nummer is opgedragen aan saxofonist Lester Young, die twee maanden voorafgaand aan de geplande opnamen overleed. Young droeg altijd een Pork Pie Hat. Vandaar. Het nummer is geen 'Summertime', maar wél een klassieker van de bovenste plank. Een andere beroemde muzikant met een Pork Pie Hat is natuurlijk Marcus Miller. Op zijn website kun je zelfs 'signature' versies van het hoedje bestellen. Behalve Miller, heeft de hoofdpersoon Walter White uit de TV-serie 'Breaking Bad' het hoedje ook weer 'fashionable' gemaakt.

De onderstaande 'still' komt uit de legendarische film 'The French Connection' uit 1971 met Gene Hackman als rechercheur 'Popeye' Doyle. Hij draagt een Pork Pie Hat en maakt een 'Goodbye' gebaar. Ik vraag mij af of regisseur William Friedkin dat met opzet heeft gedaan. Grappig. Het viel mij op toen ik naar een plaatje van een Pork Pie Hat zocht.

Terug naar het triple album van Portal. Er komen allerlei jazzstijlen langs van cool, free tot funk en rap. Het is wel een bijzondere mix en vraagt wel een zekere tolerantie van de luisteraar, want het is beslist geen homogene flow. Portal en kornuiten laten je alle hoeken van de muzikale jazzkamer zien als ik het zo mag formuleren. Mooie bezetting met mannen die hun sporen hebben verdiend bij, bijvoorbeeld, Miles Davis, Prince, George Benson, Maceo Parker en Aretha Franklin. O ja, Portal is een geweldige rietblazer met een aangename en vaak gepolijste sound.

Michal Portal is een zeer interessante figuur waarvan het de moeite waard is om eens wat tijd in zijn portfolio te steken. Ga ik zeker doen. Voor de liefhebbers wellicht een leuke tip. Begin maar eens met 'Any Way'. 

En… beter laat dan nooit: bedankt voor de tip H.!

20 december 2015 - Weather Report – The Legendary Live Tapes 1978-1981

Om de audiofielen onder u maar gelijk te confronteren met de keiharde waarheid: de meeste opnamen van ‘Weather Report – The Legendary Live Tapes 1978-1981’ (hierna WRTLLT), zijn opgenomen op audiocassettes. Zo, dan weet u dat maar alvast. Het album is grotendeels samengesteld uit diverse opnamen in genoemde periode rechtstreeks van de ‘soundboard’ op een Sony of Nakamichi cassetterecorder. Eén opname is zelfs door iemand in het publiek gemaakt. Een paar songs zijn wel met ‘professional live recording equipment’ gemaakt en dat is goed te horen. De cassette-opnames zijn destijds gemaakt door Peter Erskine, de drummer, of Brian Risner, de mixing engineer van Weather Report. Ze namen met willekeurige frequentie, van tijd tot tijd opnamen van de soundboard en deze blijken na vele jaren een uniek document. Peter Erskine verklaart in zijn ‘liner notes’ dat het luisteren naar zijn cassettebandjes een ‘guilty pleasure’ was die hij met weinigen heeft gedeeld. Uiteindelijk besloot Peter de bandjes te laten remasteren en digitaliseren. Brian Risner nam de honneurs waar als lead-engineer. Gisteren had ik een hele zaterdagmiddag voor mijn eerste luistersessie en vandaag deed ik het nog dunnetjes over op mijn study-stereo.

 Op de foto hieronder Risner en, rechts, de hier bijna androgyne legende Jaco Pastorius.

 


Voor degenen die niet helemaal zijn ingevoerd met Weather Report nog even een korte samenvatting. Deze jazz-fusion band werd in 1970 opgericht door de Oostenrijker Joe Zawinul (keyboards) en Wayne Shorter (saxofoon), beiden Miles alumni. Weather Report ontwikkelde zich tot misschien wel de meest legendarisch jazz-fusion band in de historie. De muziek was complexer en nog uitdagender dan de bands van hun ‘counterparts’ van die tijd zoals Miles Davis, Herbie Hancock, Mahavishnu en dergelijke. Het is beslist één van mijn favoriete bands allertijden en alles wat er ooit officieel is verschenen heb ik op LP en/of CD. Wij hebben Weather Report ‘The Quartet’ live mogen zien spelen in het Concertgebouw in Amsterdam in 1978. De unieke foto’s hieronder zijn destijds gemaakt door vriend R. en het copyright rust bij hem. 

Hieronder het hele kwartet met in zijn blote bast Peter Erskine, duidelijk uitgeput van zijn drumwerk. Links Wayne Shorter en rechts van Erskine staan Jaco Pastorius en Joe Zawinul.


Officiële Weather Report Live opnamen zijn er niet veel en de tot nu toe uitgebrachte live-albums zijn volledig bewerkt in de studio. WRTLLT dus niet! Het is een mix van diverse opnamen van het kwartet en het kwintet waarbij wél soms stukken zijn samengevoegd. De opbouw van het album is niet chronologisch. Bij het kwintet speelde percussionist Robert Thomas Jr. De bassist van beide bands was de unieke en tragische figuur Jaco Pastorius (zie ook: http://blog.stoneageimages.com/#post24). Ook interessant in dit verband (niet te krijgen in Nederland ben ik bang) is 'Jaco', een documentaire/film, gemaakt door Robert Trujillo, de bassist van Metallica.

Het zal duidelijk zijn dat WRTLLT geen high-end audio ervaring verschaft. Het goede nieuws is dat het, relatief gezien, opmerkelijk goed klinkt. Er zit warmte en dynamiek in de meeste opnamen. Bandruis is af en toe goed te horen, maar door de bank genomen valt het allemaal reuze mee. Men werkte natuurlijk wel met ‘state of the art’ opnamedecks en die waren zo beroerd nog niet.


Ja, ‘nu weten we het allemaal wel’ hoor ik u denken, maar ‘hoe vind je nou WRTLLT?’ U heeft gelijk, ik zemel maar door. Ik vind WRTLLT grotendeels heel goed, dat lijdt geen twijfel, maar ik heb een paar kritiekpuntjes. Het is interessant en van belang om te weten dat ALLES van Weather Report wat officieel is uitgebracht, werd gemixt, ge-edit, gedubd en hoe je het verder wilt noemen. Het was een combinatie van subliem musiceren, productie én vakmanschap in de studio. De opnamen van WRTLLT zijn, behoudens een paar kleine samenvoegingen, volledig en ‘insanely live’ zoals Erskine schrijft. Een elementair verschil dus met de reguliere Weather Report discotheek. De nummers zoals ik ze ken klinken niet zelden volledig anders en staan stijf van de improvisaties, zoals een goede jazzband betaamt. Ik ga mij niet verliezen in een toelichting per schijf of nummer. Wat dat betreft zijn de ‘liner notes’ van Peter Erskine geweldig en de beste in zijn soort. Hij neemt de lezer mee door de hele periode 1978-1981 met een uitgebreide toelichting per nummer. Als je alle ins- en outs leest, krijg je nog meer respect voor deze band. Verder vertelt Erskine over de achtergronden hoe het album tot stand kwam, over de muziek, de bandleden, enzovoort. Het boekje is zelfs zonder de muziek voor de liefhebbers een must.


Ik heb andere reviews gelezen op internet en iedereen vindt de derde CD (1980 + 1981) het beste en dat ben ik wel met ze eens geloof ik. Ook vanuit audiotechnisch oogpunt. Ik heb tot nu toe maar twee luistersessies achter de rug en nog niet alle vier de schijven zitten volledig tussen mijn oren. Maar ik denk dat ik inmiddels wel een mening kan vormen. Ik ben altijd wat minder enthousiast over drumsolo’s en dat geldt ook nu. Maar het zijn solo's van Peter Erskine zelf, de producent van WRTLLT, en dat is hem vergeven. Shorter's solo's op de altsax duren soms erg lang en worden af en toe zelfs irritant. Het is ook wel iets persoonlijks, een tenorsax vind ik gewoon wat vriendelijker voor de trommelvliezen. Ik heb het ook met violen die in hoge registers worden gespeeld. Jaco Pastorius laat hier alleen maar meesterlijk werk horen. Zijn bas-solo's zijn regelrechte muzikale juwelen. Voor de rest staat het album vol schitterende muziek en het barst van de hoogtepunten. ‘Scarlet Woman’ van de vierde CD vind ik, bijvoorbeeld, een monument van de eerste orde. Echt prachtig. De audio kwaliteit is niet constant en dat is toch wel een belangrijk minpunt. Daar legt WRTLLT het toch duidelijk af tegen veel andere vergelijkbare releases. Een rapportcijfer voor het hele album? Een 8 voor de CD's en een 10 voor de liner notes.

Sommige recensenten menen dat WRTLLT een prima album is voor de Weather Report debutant omdat het een doorsnee van hun werk biedt. Dat zie ik heel anders. De Weather Report ‘back catalogue’ staat volledig op zich zelf en vertegenwoordigt een kunstuiting op zich. De WRTLL-tapes zijn live interpretaties van hun studiowerk tot dan toe en moeten op die merites worden beschouwd. Maar dat is maar mijn mening. Maar, WRTLLT is zeer beslist de moeite waard. Het krijgt van mij een prominente plek in de discotheek naast de reguliere Weather Report discotheek. Niet er tussen, 'if you catch my drift'.

19 december 2015 -  The Pink Floyd Project – Kwintsheul

Het was een dag vol verrassingen en wel in positieve zin en dat werd onderhand wel eens tijd. Geweldig goed nieuws in de familie wat betreft de gezondheidssituatie. Details laat ik verder achterwege, maar wat een opluchting! Stijn doet het uitstekend op zijn muziekopleiding en hoorde dat hij volgend jaar verder mag (het afvalpercentage is 50%!). Zo waren er nog meer dingen deze dag die allemaal een positieve wending namen. Die avond zouden wij, bij wijze van (verlaat) verjaardagscadeau, mijn schoonzus K. en een vriend een lift geven naar Kwintsheul, onder de rook van Den Haag en Delft. Doel van hun avond was een concert van ‘The Pink Floyd Project’, een Nederlandse Pink Floyd Project tribute band. Ik had even getwijfeld of ik er ook heen zou gaan, maar liet het maar lopen. Leuk, vast wel, maar je moet keuzes maken. Terwijl K. en haar vriend bij het concert waren zouden J. en ik samen de tijd doden in Delft en hen een paar uur later weer ophalen. Zo gezegd, zo gedaan. Het centrum van Delft heeft misschien wel de mooiste binnenstad van Nederland en het zag er allemaal geweldig gezellig uit. Alles in Kerstsfeer en terrasjes vol, want het was de warmste decemberdag uit de historie. Bakkie gedaan bij ‘Kek’ aan de Voldergsracht (een 10 in de AD koffietest), rond gelopen, fotootjes gemaakt, even in het stadhuis gekeken (J. probeerde de voordeur even en we liepen zo naar binnen, haha), tijdje in een mooie platenzaak gekeken en zo vermaakten we ons prima.


Het concert begon om negen uur en we hadden gepland om elf uur weer voor de deur te staan. Dan zou het wel ongeveer zijn afgelopen, zo dachten wij. Even wachten vonden we ook niet erg.

Het aantal Pink Floyd ‘tribute-bands’ in de wereld is ontelbaar. In Nederland hebben we er drie voor zover ik kan nagaan. Eén er van is ‘Pink Project’, waar Peter Chatellin in speelt, bij de lezers van mijn weblogs geen onbekende. De andere heet ‘Infloyd’ en die ken ik verder niet. Mijn schoonzus wilde naar The Pink Floyd Project omdat daar Durga McBroom in meedoet, volgens de ‘rumours’ degene die ‘The Great Gig In The Sky’ zingt op ‘Dark Side Of The Moon’. U weet wel.

Volgens mij één van de beroemdste stukken zang in de muziekhistorie waarbij de stem uitsluitend als instrument wordt gebruikt. Toen ik dat voor het eerst hoorde... wauw! Bovenstaande uitvoering komt van de Australische Pink Floyd versie. De zangeres is Bianca Antoinette. Mooie prestatie. De naam Durga McBroom zei mij niets en ik meende toch dat er een andere naam aan het origineel was verbonden. Nou ja, dat ging ik nog wel even opzoeken.

Iets voor elf uur waren we weer in het pittoreske (not) Kwintsheul en parkeerden de auto. J. had zere voeten van het lopen op haar hakjes en bleef even zitten. Ik liep naar de sporthal en ik kon van ver horen dat het 'Project' nog volop gaande was. Er stond in het donker aan de zijkant van de hal een deur open. Grote truck er naast, generatoren stonden buiten te draaien en binnen zag ik de lichtjes en meters van een P.A. of zoiets. Er kwam net een man naar buiten lopen die een sigaretje op stak terwijl tegelijkertijd Durga haar ‘Gig’ zong. En dat klonk verdomd goed. Ik wenkte de man. Jonge goser met een opvallend knappe kop. Ik vroeg hem hoe lang het nog zou duren. Hij haalde een stuk papier uit zijn binnenzak, keek er even op en zei: "Anderhalf uur". Oefff. Dat had ik niet verwacht. Ik maakte een praatje met hem. "Ben je roadie?" Hij moest lachen. "Nee, haha, ik ben de zanger". Oh... "We hebben twee zangers die David Gilmour ‘doen’, ik ben degene die de ‘smooth’ liedjes doet". Achteraf bleek dat ik met Chris Mustamu had gesproken, een autodidact die al sinds de oprichting bij de band zingt en gitaar speelt (de andere ‘Gilmour’ is Bert Heerink, heb ik later opgezocht).

Terug naar de auto en J. verteld dat het nog lang niet gedaan was en dat we nog een tijd moesten wachten. Met zulke verhalen hoef je bij J. niet aan te komen: vijf minuten later stonden we vooraan in de zaal terwijl ‘Money’ over ons heen denderde.


J. zocht haar zus op in de menigte en dat was een makkie. Ze stond vooraan bij het podium, zoals te verwachten. Toen ze elkaar vonden kwamen de waterlanders bij K, precies tijdens ‘Comfortly Numb’, haar favoriete nummer. Tranen van positieve emotie welteverstaan. 

De schitterende foto hierboven heeft J. gemaakt met mijn Samsung. Ik stond er enkele meters achter. Ik was verrast door de kwaliteit van deze band. Zeer vakkundig en enthousiast en voor een groot deel van de tijd niet van het origineel te onderscheiden. Toch was er ook ruimte voor improvisaties door de fantastische gitarist Henk Bennen en saxofonist Hans Wijnbergen. Het kinderkoor van ‘The Wall’ hebben we helaas gemist. Al met al hebben we bijna anderhalf uur kunnen meegenieten (voor nop). Als je van Pink Floyd houdt, zeker een aanrader.

O ja, Durga McBroom heeft wel een behoorlijk ‘Pink’ CV. Ze trad op als achtergrondzangeres bij nagenoeg alle live concerten van de echte Pink Floyd tussen 1987 en 1994 en trad op met vele Pink Floyd tribute bands over de hele wereld. Ze participeerde ook nog eens op een aantal officiële Pink Floyd albums. Maar ze was dus niet de zangeres in 1973 van het originele ‘The Great Gig In The Sky’. Dat dacht ik dus al.

Clare Torry was degene die ooit de ‘Gig’ zong op Dark Side Of The Moon. Wikipedia: 'De zangeres kreeg voor haar inbreng slechts 30 pond, een normaal bedrag voor iemand die je inhuurt voor een middagje studiowerk. In 2005 spande Torry een rechtszaak aan tegen de band en de platenmaatschappij, omdat zij erkend wilde worden als medeauteur van het nummer. Het Hof volgde de redenering en er kwam een gerechtelijke schikking, waarvan de details niet openbaar zijn gemaakt.'

Het bleef niet lang onrustig in Kwintsheul. Dat heb je met een zaal vol ‘oudere jongeren', haha. De toch al lekkere dag had onverwacht een geweldig einde.

16 december 2015 - Muzieklijstjes 

Van enige interesse in voetbal zal men mij niet kunnen betichten, maar de verhalen rondom voetbal zijn soms zeer vermakelijk. Ook ik heb ‘Gijp’ gelezen. Natuurlijk, want René was ooit onze buurman, daar heb ik al eens over verhaald. Het is een sport vol markante figuren, althans, de oudere generatie, voor zover ik dat kan beoordelen. Onze ‘Chagrijn des Vaderlands’, Louis van Gaal, is ook zo’n vertegenwoordiger van die groep. Zijn beroemde vraag aan een journalist ‘Ben ik nou degene die zo slim is, of ben jij nou zo dom?’ dringt zich nog wel eens aan mij op. Ik ga dat zinnetje ook gebruiken. Straks. (Foto: Youtube)

Het einde van het jaar is voorbij en websites, tijdschriften en andere media maken zich weer op voor allerlei overzichten van het afgelopen jaar. Zeker in de muziek is dat een traditie. Meestal geloof ik dat allemaal wel, maar dit jaar heb ik mij er een beetje in verdiept. Mijn interesse beslaat best een breed muzikaal spectrum, maar een kenner van alle genres ben ik zeker niet. Een beetje van dit en een beetje van dat. Maar, in de ‘wee small hours’ is het wel leuk om eens te lezen wat er zoal gepasseerd is in de muziek het afgelopen jaar. Een mens moet ook een beetje bijblijven vind ik.

Van Klassieke muziek weet ik niet zo veel, dus die lijstjes spreken mij minder aan. Bovendien zie ik, als ik de ‘toppertjes’ bekijk, de namen van Beethoven, Bach, Bruckner, Bach, Stravinsky, Bach, Puccini, Bach, Mozart, Bach, Haydn, Bach, Schubert, Bach, Elgar, Bach, Wagner en Bach. O ja, en natuurlijk Bach. Allemachtig, de zeshonderddrieënzevenenzestigste interpretatie van de Goldberg Variations? Kom op zeg… Je kunt zelfs nu een box kopen met 142 (honderdtweeënveertig!) CD’s met al het werk van Bach. Wie is er hier nu monomaan?


Het lijstje van Moderne Klassieken is wat dat betreft een stuk uitdagender. Eén van mijn favoriete 'moderne' componisten, dat zijn er niet zoveel hoor, is John Adams. Hij bracht dit jaar 'Absolute Jest & Grand Pianola Music' uit. Muziek waar je nog wat voor moet doen. 'Jest' betekent 'grap'. Adams citeert Beethoven in het werk, mixt het met moderniteiten en ik denk zelfs stukjes 'Shaker Loops' te herkennen. 'Grand Pianola' gaat er mij beter in, maar ik noem het maar als voorbeeld. In ieder geval een album waar je je tanden in kunt zetten en het is weer eens wat anders dan Bach. Staat op Spotify.


Pop, Rock, Dance, Indie, Country, Electronic, R&B, Soul, enzovoort. Ja, dat is een nogal breed gebied en daar vind ik eigenlijk niet zo heel van omdat ik er te weinig naar luister. Dat Adele, Justin Bieber en Coldplay de verkoopcijfers aanvoeren is geen nieuws. Ik heb wel gekeken in de jaarlijst van Oor en geluisterd naar de muziek uit die lijst. Eigenlijk om te checken of ik toch niet iets heel moois gemist heb. ‘Sufjan Stevens’ op numero Uno. Zijn voornaam zegt genoeg over de muziek, allemachtig... ‘Kendrick Lamar’ op plaats twee. Hip Hop en Rap zoals het al decennia is te horen. Zeker niet verkeerd hoor, maarre, ach, u begrijpt mij wel. ‘Tame Impala’ op de derde plaats. Beatles-and-the-seventies-revisited. Goeie popmuziek met iets vertrouwds en toch een beetje anders. Voor de liefhebbers, helemaal niks mis mee!

Sinds Ravi Shankar, Bob Marley, Fela Kuti, Mory Kante, Salif Keita en nog een handjevol Afrikanen enkele decennia geleden doordrongen in de westerse muziekscene is het nadien erg stil op dat front geworden. Er wordt wereldwijd muziek gemaakt, maar op de een of andere manier komt er weinig door in ons werelddeel (en de USA). Steeds minder lijkt het wel. Misschien heeft het te maken met onze veranderende internationale verhoudingen waar nogal het een ander gaande is. Er zijn wel een paar artiesten die in Europa goed aan de weg timmeren zoals de onvolprezen Dhafer Youssef en de geweldige Toumani Diabaté. Die kennen we allebei al een tijdje en verder zie ik weinig nieuwe namen langs komen, maar misschien heb ik niet goed opgelet.

Het is duidelijk dat er in de jazz, na jaren, de meeste reuring is. De term Jazz is eigenlijk achterhaald. Onder deze noemer gaat eigenlijk een heel nieuwe stroming van muziek schuil van traditionele ‘Bop’ tot het meest experimentele wat je je maar kunt voorstellen. Ga maar naar iTunes of Spotify en luister naar de nieuwe releases en wordt verrast. Er is eindelijk een nieuwe generatie jonge muzikanten die de oude garde langzaam maar zeker naar de achtergrond duwt. De kampioen van dit jaar is uiteraard ‘Snarky Puppy’, daar bestaat geen discussie over. Althans, als we het hebben over commercieel succes, vakmanschap en weergaloze live performances. Op het gebied van uitgebrachte albums staat ‘The Epic’ van ‘Kamasi Washington’ overal aanbevolen als het beste jazzalbum van dit jaar. Sterker, een van de beste albums ooit!

Ik schreef een paar blogs eerder (kort) over dit album en ik begreep niets van de wereldwijde positieve ophef over ‘The Epic’. Maar ik zei ook dat ik er op terug zou komen want het is een album bestaande uit drie CD’s en dat verdiende toch wat meer aandacht. Ik heb de afgelopen weken via Spotify ‘The Epic’ goed beluisterd en ik vind het nog steeds helemaal niets. Daar komt-ie dan: ‘Ben ik nou degene die zo slim is, of ben jij nou zo dom?’. ‘Jij’ moet dan worden gelezen als de internationale muziekpers.

Een korte introductie van Kamasi Washington. Hij is 34 jaar, komt uit L.A. speelt tenorsaxofoon en heeft al met een flink aantal zeer gerenommeerde (jazz-) artiesten gespeeld. ‘The Epic’ is zijn eerste album. Zoals gezegd telt het album drie schijven en tikt het de 173 minuten aan. De meeste nummers duren langer dan 10 minuten. Er participeert een enorm scala aan muzikanten, een 20-koppig koor en er zijn zelfs strijkers te horen.

Het was beslist niet met voorbedachte rade ‘The Epic’ af te kraken na mijn eerste korte luistersessie van een paar weken geleden. Ik heb echt serieus de tijd genomen om te luisteren en de muziek in mij op te nemen. Bovendien waardeer ik enorm dat zo’n jonge vent een dergelijk ambitieus project heeft aangedurfd én gerealiseerd. Maar ik vind dat Kamasi veel te veel muziek op het album heeft gepropt. Alle jazzhistorie komt langs in te lange nummers die, vind ik, bijna allemaal ontsporen in bombast en overproductie. Elke song kent verschillende tempi, thema’s, instrumenten, spanningsbogen en ontberen focus. De strijkers, trompettisten, blazers, koren, pianisten, bassisten en drummers struikelen in elk nummer over elkaar heen om vooraan te staan. Tussen alle hectiek komt Kamasi er met enige regelmaat fanatiek tussendoor als Coltrane Live in Seattle en dat helpt niet. Het is allemaal ongelofelijk onrustig en ik word er doodnerveus van. En ik ben wel wat gewend durf ik te stellen. De zoete koren en violen op sommige nummers zijn werkelijk de druppel. Ik denk dat maximaal één schijf ruim voldoende was geweest en dat had je een leuk album, want er staan genoeg uitstekende stukken muziek op tussen al het tumult. Het laatste nummer ‘The Message’ vind ik het enige echt goede en consistente nummer. De vergelijking tussen ‘The Epic’ met ‘Bitches Brew’ wordt in verschillende recensies gemaakt. Dat hadden ze nou niet moeten zeggen, want als er één ding ontbreekt op ‘The Epic’ is het ‘groove’, dé rode draad op Bitches Brew en eigenlijk al Miles’ werk. Miles was een ‘Groove Master’. Sommige reviewers hebben het wel over groovy stukken, maar die hebben het niet helemaal goed begrepen. De twee drummers denken blijkbaar dat heel veel trommelen ook groovy is. Dat is het dus niet. Luister maar eens naar de grote initiator van de moderne groove uit 1966. Let op het voetenwerk!

In vorige blogs schreef ik al over mijn favorieten van de afgelopen favorieten. Eén dingetje zit mij nog wat dwars en dat is het laatste album van Matthew Halsall, ‘Into Forever ‘.

Veel korte nummers en ‘liedjes’ met gezang. Eigenlijk allemaal erg mooie songs, maar soms vind ik het wat nep-Alice Coltrane en mis ik de mooie ‘flow’ van de lange nummers van voorgaand werk. Mmm… ben ik nog niet helemaal uit. Kom ik misschien nog op terug.

In ieder geval van harte aanbevolen de lijstjes eens door te spitten en te zoeken naar leuke, mooie en spannende muziek, want het aanbod is verrassend groot.

12 december 2015 - Guilty Pleasures

Een ‘Guilty pleasure’ is het genieten van een film, tv-programma of stuk muziek dat over het algemeen niet hoog in aanzien staat en wat je dan toch ‘stiekem’ mooi vindt. De Wereld Draait Door (DWDD) introduceerde het als een terugkerend onderwerp. Matthijs van Nieuwkerk vroeg aan zijn muzikant-gasten om een vertolking te doen van hun guilty pleasures en zette zo het begrip in Nederland op de kaart. Erg leuk vond ik dat en zeer herkenbaar. Ook ik heb zo mijn muzikale guilty pleasures, zoals mijn oudste vriend bekende trouw ‘The Bold & The Beautiful’ te volgen, haha.


Het is natuurlijk een relatief begrip want ‘hoog in aanzien’ wil niet altijd zeggen dat iets deugt en andersom! André Hazes is een mooi voorbeeld. Ooit laag in aanzien vanwege de aard van zijn muziek en volkse publiek. Maar op enig moment werd hij ‘bon ton’ en zelfs omarmd door de serieuze muziekpers. Maar ‘Dré’ was altijd al een fantastische zanger en artiest, ook toen hij nog niet echt serieus werd genomen. 

Ik heb ook mijn ‘guilty pleasures’ (hierna laat ik de aanhalingstekens weg). Ik kom er op omdat ik onlangs werd getroffen door een mooie song van Supertramp die ik hoorde op de radio tijdens een lange autorit. Ik was het nummer vergeten en ik hoorde eigenlijk nu pas, ouder & wijzer (ten minste…), hoe goed en strak dat nummer in elkaar zat. Het gaf mij het idee om een paar van mijn ‘schuldige muzikale pleziertjes’ te inventariseren. Ik deel wat van die pleziertjes hier met u. Eigenlijk zijn mijn voorbeelden nauwelijks of zelfs helemaal niet guilty. Het was enerzijds mijn omgeving die bepaalde dat muziek guilty was en anderzijds vond ik de muziek die ik stiekem wel goed vond zelf ook niet deugen. In de seventies, eighties en nineties waren we nogal ‘progressief’ in onze muzikale ontwikkeling. Geen ruimte voor platvloers gedoe en brood en spelen. Een onvolwassen misvatting. Ach, wijsheid komt met de jaren. Mijn guilty pleasures hebben vooral met de ‘zwarte’ muziek uit genoemde tijd te maken. In de kern eigenlijk allemaal derivate muziek van James Brown en Miles. Niet zo gek dat dat juist mijn guilty pleasures zijn. Mijn voorbeelden zijn niet bedoeld om iemand over de streep te trekken of iets ter discussie te stellen. Het blijft een kwestie van smaak. Maar, misschien bereik ik er mee dat iemand een ‘Déjà vu’ krijgt en ook weer eens aan zijn of haar schuldige muziekjes denkt. Ik begin met Supertramp, ik noemde ze al, maar verder is het vooral Disco, Soul, Rap & Hip Hop en een zelfs een beetje Jazz. Het is een volstrekt willekeurig overzicht, maar, vind ik, ontzettend leuk.

Opmerking: met de transitie van de website content naar 'blogger' zijn de Youtube hyperlinks verdwenen hieronder. Via Youtube zijn de filmpjes makkelijk terug te vinden.

Supertramp – Cannonball (1985)

Ik haalde kunstschilder ‘P.’ al eens een paar keer aan. Ik leerde hem kennen toen ik een jaar of 16 was. Hij was een paar jaar ouder dan ik en was helemaal los op muziek van Miles Davis, Soft Machine, King Crimson, Traffic, Brian Eno, Terry Riley, Philip Glass, Sibelius, Erik Satie en nog heel veel meer. Hij was een enorme muzikale inspirator voor mij. Eén vreemde eend zwom er in zijn muzikale bijt: Supertramp. Ik kende ze ook wel en vond ze stiekem geweldig. Dat P. ze ook goed vond legitimeerde ook mijn enthousiasme voor deze band, vond ik. De alternatieve ‘serieuze’ muziek scene liep destijds met een boogje om Supertramp heen. Onterecht natuurlijk, want wat een vakkundige band was dat! Hun composities liepen allemaal als een trein, ze speelden en zongen de sterren van de hemel, de LP’s deugden van A tot Z en de liedjes kon je lekker meezingen. Ik luister eigenlijk nooit meer naar ze, maar in de auto hoorde ik een wat minder bekend nummer en zo kwam ik op het guilty pleasures idee. Echt guilty zijn ze natuurlijk niet maar in mijn omgeving voelde dat wel zo. Supertramp is weer helemaal hot en de heren touren weer voor hun wild-enthousiaste fans van weleer.

K.C. & The Sunshine Band – I’m Your Boogie Man (1976)

Doe een CD van K.C. in de speler en geen mens kan meer stil zitten. Ook nu nog zijn de songs ongelofelijk ‘catchy’. De vele hits zijn goed geschreven, gearrangeerd en, gespeeld. In mijn tijd werd het afgeschreven als goedkope flutmuziek. Als ik die songs nu beluister is het nog meer ‘sophisticated’ en gelikter dan ik mij kon herinneren. Disco deugt – een ode aan het leven en wat muziek met je gemoed kan doen. Ik zag een interview vorig jaar of zo met K.C. (Harry Wayne Casey). Ik geloof dat onze pop goeroe, Leo Blokhuis, hem bezocht in zijn huis in Florida voor een documentaire over Disco. Wat een leuke en energieke vent is die Harry Wayne. Zulke mensen heb je in de muziek af en toe nodig. Ook K.C. staat weer op de podia met zijn revival band. Muziek houdt een mens jong blijkbaar. Moet je wel van de drugs en de drank weg blijven… Het filmpje is van TopPop. Geweldig gewoon; let ook op de instrumentatie mét ‘horn section’.

Kool & The Gang – Get Down On It (1981)

De zwartere variant van K.C. met meer blazers, meer funk, meer jazz, meer pop en misschien nog wel meer fun. Het was echt ‘not done’ om Kool & The Gang te draaien in de seventies tijdens een groezelig avondje met veel bier en joints. Op schoolfeestjes natuurlijk wel, maar dan keken de ‘liefhebbers’ vanaf de kant wat zuur toe terwijl de disco types met de leuke meisjes stonden te swingen, haha. Geen discussie mogelijk wat mij betreft, een top band! Deze uitvoering is live uit 2000 en maakt wel duidelijk wat een feest deze mannen konden bouwen. Nog steeds trouwens. Voor 2016 staan er 30 concerten gepland en de laatste twee in het Koninkrijk der Nederlanden. Moet je wel naar Aruba, haha.

Rick James – Glow (1985)

Bekend van ‘Super Freak’ en een behoorlijk verkeerde goser die zich ongelofelijk veel problemen op de hals haalde (rare uitdrukking eigenlijk). Deserteur, womanizer, drugs, zuipen, gevangenissen, gedoe met contracten, andere muzikanten, you name it. Hij sprokkelde toch een behoorlijk muzikaal curriculum bij elkaar en speelde ooit zelfs in een band met Neil Young! Met 56 was het gebeurd met Rick toen een hartaanval hem velde. Super Freak is natuurlijk een lekkere disco song en een wereldhit, maar Glow is nog veel verkeerder én veel beter. Ik vind het een fantastisch nummer.

McHammer - U Can't Touch This (1990)

Gaaf nummer. De sample is van ‘Super Freak’ van onze vriend Rick. Best verkochte rap-song ooit. Stanley Kirk Burrell, dat is zijn echte naam, is tegenwoordig baptist en helemaal actief in technologie en ondernemersinitiatieven: http://tinyurl.com/h478tx4

Boz Scaggs – Lowdown (1976)

Geen zwarte artiest, maar wat een gave hit. Een gelikte uitvoering bij Jools Holland. Boz begon ooit bij Steve Miller en speelt tegenwoordig o.a. met Steely Dan in de band ‘Dukes Of September’. Check maar eens. Boz is nog volop actief in de muziek. In 2015 bracht hij zijn laatse CD uit. Niet mijn ding. Nee, geef dan Lowdown maar!

Tom Browne – Jamaica Funk (1980)

Ja, die moet er natuurlijk ook bij. Fantastische song. Even gezocht wat er van die man is gekomen. Nou, alive and kicking kan ik u verzekeren! Ik heb een zeer interessant interview met Tom uit 2014, voor de (jazz-) liefhebbers, bijgevoegd. Onverwacht perspectief.

Guru / Jazzamatazz / N'Dea Davenport - When you’re near (1993)

Guru was een Amerikaanse rapper. Hij was de projectleider van ‘Jazzmatazz’ uit 1993, een mix van Jazz, Rap, Soul en Hip Hop. Twee CD’s die (gedeeltelijk) briljante muziek bevatten, waarvan sommige een tikkie verkeerd. Live backing door o.a. Lonnie Liston Smith, Branford Marsalis, Ronny Jordan, Donald Byrd en Roy Ayers. Er staan nummers op die de kern van de groove zo ongelofelijk goed raken, geweldig gewoon. Het onderstaande nummer heeft één van de moosite grooves die ik ken. Hier is eigenlijk niets guilty’s aan, maar ik wilde het nummer er gewoon bij hebben. Guru stierf aan de gevolgen van de Ziekte van Kahler, een vorm van kanker, in 2010.

Lady Gaga (& Tony Bennett) – But Beautiful (1947)

Erg serieus werd Stefani Joanne Angelina Germanotta, oftewel Lady Gaga, aanvankelijk niet genomen. Onterecht, zoals ik al jaren geleden schreef. Ik vond ze gelijk al een fantastische performer, pianiste en zangeres. Maar ja, haar extreme kleding, exhibitionistisch gedrag en niet altijd even geslaagde techno-pop, beïnvloedden haar imago als serieuze artiest ‘big time’. Maar het legde haar allemaal geen windeieren. Haar samenwerking met de legendarische ‘crooner’ Tony Bennett laat wel zien waar deze blondine (?) toe in staat is. Ze heeft zelfs vorige week opgetreden op het Sinatra 100 All-Star Grammy Concert, daar kom je niet zomaar te staan! De samenwerking van Gaga en Tony Bennett is magisch. In elke live performance is duidelijk dat ze een echt team zijn en heel close. Bennett is tijdens de opname 88 en Lady Gaga 28 jaar. Het is heel knap dat zij 60 jaar ervaring weten te overbruggen en dat Gaga zich staande weet te houden als jazz-vocaliste. Ik heb een filmpje gekozen met een song uit 1947 wat door elke zich zelf serieus nemende Amerikaanse artiest wel een keer is vertolkt. Een monument op zich. (Let op de microfoons: de M147 Tube van Neumann ± 3000 euri per stuk). Leuk weetje: Lady gaga’s stagenaam is afgeleid van het nummer van ‘Radio Gaga’ van Queen. Een producer zei na een opname: "God that's so Queen! You're so Radio GaGa. Very theatrical". Ze besloot dat de samenvoeging van Gaga met ‘Lady’ wel leuke connotaties had.

Lady Gaga - I Wish (Stevie Wonder) 1976

Deze heb ik gewoon bijgevoegd om maar eens te laten zien wat een geweldige performer Lady Gaga is. Top moment: het sexy koortje dat perfect getimed bij 3:58 ‘You Nasty Boy’ zingt, haha. Lady Gaga? I Love her! Hier tijdens het Stevie Wonder Tribute op 10 februari dit jaar in L.A.

Frank Sinatra – I’ve Got You Under My Skin (1966)

Het meest guilty en het minst guilty. Het meest guilty omdat niemand van mijn vrienden, volgens mij, weet dat ik een groot Sinatra liefhebber ben. Ik heb het wel een paar keer aangehaald maar dat ging links en rechts langs hen heen. Het minst guilty omdat de hele wereld wel weet dat Frank Sinatra één van de allergrootste zangers uit de muziekgeschiedenis is. Terwijl ik dit schrijf is het zijn geboortedag. Hij zou vandaag 100 worden. Puur toeval, maar daar geloof ik niet meer zo in. Ik denk niet dat er nog heel veel mensen van mijn generatie zijn die Sinatra de aandacht geven die hij verdient. Heel erg onterecht. Het nummer van Cole Porter komt van ‘Sinatra At The Sands’ met het Count Basie Orchestra. Opgenomen in hotel ‘The Sands’ in Las Vegas, april 1966. Wat mij betreft een absoluut meesterwerk en sowieso één van de beste albums die ik heb. Helaas geen LP, maar die ga ik toch nog eens proberen aan te schaffen want de CD klinkt helaas maar matig. Het is muziek dat een een tijdsbeeld vertegenwoordigt en mij zelfs emotioneert. Frank is een belangrijke vertolker van het ‘Great American Songbook’ en verplichte kost voor iedereen die serieus met muziek bezig is. Wat doet hij eigenlijk in godsnaam in deze lijst? 'Run for cover. Run and hide

Carolyn Leonhart – Nature Boy (1998)

Ik sluit af met een song van Nat King Cole. Helemaal geen guilty pleasure, maar ik had al een draai gemaakt met Sinatra. Nature Boy is een fantastische song en het is mijn weblog en ik ben de baas, haha. Natureboy is een sleutelwerk in het ‘American Songbook’. Zoek het maar eens op in Google. Miles Davis, Gaga & Bennett, Celine Dion, Marvin Gaye, Peggy Lee en zelfs David Bowie (voor de film ‘Moulin Rouge’) vertolkten het. De uitvoering van Jon Hassell haalde ik ook al eens aan: magisch! Carolyn heeft haar sporen verdient o.a. als vocaliste bij Steely Dan, zo ‘ontdekte’ ik haar; ze sprong er echt uit. Een geweldige zangeres en een fantastische uitvoering van Nature Boy samen met haar broer, Michael. Ze treedt tegenwoordig incidenteel op en haar full time job is 'Assistant Professor' op de Berklee College of Music in Boston. Dat u het maar weet.

Zo, langzamerhand begin ik weer serieus te worden en hoog tijd om te kappen. Het was een beetje een reisje door ‘Memory lane’. Ik vond het leuk om eens te grasduinen in die ouwe muziek. Misschien een aansporing om dat ook eens te doen.

28 november 2015 - It's All Coming Back To Me Now

Zo, we zitten weer volop in de maanden met de ‘R’ en dat is goed voor de geest. Terwijl wind en regen de buitenboel teisteren, lezen we weer eens een boek, kijken een mooie serie en luisteren we uiteraard weer naar een muziekje. De laatste weken werd ik muzikaal alle kanten opgeslingerd. Ja, lijdend voorwerp, want allerlei onbekende muziek viel min of meer als vanzelf in mijn schoot. Oude bekenden ook, dus saai was het niet. Ik neem u mee met mijn ervaringen van de laatste weken en hoop dat het inspireert.

Snarky Puppy – Live At The Ritz

Om te voorkomen dat ik maar blijf hangen in het zelfde, rond ik het nu af met Snarky Puppy. Ik heb Live At The Ritz in Manchester aangeschaft en, inderdaad, het is behoorlijk anders dan ‘Tivoli’. Aanmerkelijk introverter en rustiger dan Tivoli. De band is muzikaal iets meer gericht op zichzelf en minder naar het publiek. Maar beide hebben bestaansrecht en vullen elkaar zeker aan. Tivoli klinkt wel iets beter vind ik, wat warmer. De andere 27 albums laat ik maar voor wat ze zijn.


Billy Cobham – Spectrum 40 (Live)

Beetje een tegenvaller. Ik dacht dat een live ode door Cobham’s band aan zijn eigen muziek niet mis kon gaan. Dat viel mij behoorlijk tegen. Ik vind deze dubbelaar te vaak een zouteloze en voorspelbare jazz-rock exercitie en geen waardig eerbetoon aan één van de meest sublieme jazz fusiealbums uit de historie. Behalve van ‘Spectrum’speelt de band ook andere nummers uit Billy’s zeer omvangrijke oeuvre. Veel zwalkende improvisaties (waar ken ik dat van…) en geen van de uitvoeringen kan in de schaduw staan van de oorspronkelijke songs. Audiofiel ook niet helemaal zoals je mag verwachten. Ik wil niet zeggen dat het hele concert niet deugt, maar, ik weet het niet… Het viel mij gewoon wat tegen.


John McLaughlin – Black Light

Na het geweldige live album met zijn 4th Dimension flikt John het op zijn 72e nog een keer. Vriend en vijand zijn het er over eens: dit is één van McLaughlin’s beste albums ooit. Deze groep muzikanten vormt de ‘pinnacle’ van jazz vakmanschap. Verwacht niets nieuws, het blijft natuurlijk zenuwachtige tyfusmuziek, hahaha. Maar als je er voor in de stemming bent en er van houdt: veel beter wordt het niet. Misschien ligt het aan de luchtvochtigheid van de laatste dagen of zo, maar deze CD klinkt ook een beetje schel. Ik heb op sommige dagen dat de audio gewoon niet lekker klinkt. Vreemd. Beetje rommelen aan mijn toonregeling dan maar.

Floortje

Dat programma van Floortje Dessing - Floortje Naar Het Einde Van De Wereld – vind ik echt heel erg leuk en ontspannend. Elke keer als ik het programma zit te kijken hoor ik wel een paar prachtige muziekjes. Op haar website zijn de titels terug te vinden, maar ik gebruik Shazam om de juiste nummers terug te vinden. De door Floortje gebruikte songs staan meestal eenzaam te schitteren op albums die ik verder meestal middle of the road vind (niet altijd!). Hieronder twee voorbeelden van songs die ik erg mooi vond en prachtig pasten bij mooie shoots gemaakt aan het einde van de wereld. Andere koek dan waar ik normaal gesproken naar luister. Oordeel zelf:

Hidden Orchestra – Archipelago

Kwam ik hier tegen: http://www.writteninmusic.com/electronic/hidden-orchestra-archipelago/ Leuke website trouwens. Deze elektronische muziek is wel anders. Nieuw? Ik durf het niet te beweren maar ook niet te ontkennen. Vernieuwend? Het ligt er een beetje aan binnen welke context je het plaatst. Maar dat maakte niet uit had ik onlangs besloten. Ik heb het aangeschaft, geheel tegen mijn principes in, vanwege de juichende recensies in allerlei media. Nooit doen. Maar goed, het is best wel aardige muziek van dit Schotse 'orkest'. De muziek is filmisch, ritmisch, bombastisch, soms meeslepend, maar gaat af en toe over de afgrond van kitsch. Ik betrap mij er op dat ik het wel heel prettige muziek vind om wat bij te doen. Ik diskwalificeer Archipelago niet hoor, maar dat opgewonden gedoe van de recensenten deel ik niet.

 

Ryley Walker – Primrose Green

Vriend J. en ik zitten op voor 90% op een totaal andere lijn wat muzikale voorkeur betreft. Dat geeft niet, passie voor muziek hebben we allebei en dat is goed. Maar af en toe vinden we een overlap, een deelverzameling zoals dat zo mooi heet. J. reageerde op een van mijn stukjes en sloot af met een luistersuggestie: Ryley Walker - Primrose Green. Wat schetst mijn ervaring? We zitten toch vaak op een andere 'lijn' tenslotte: ik vind het werkelijk prachtige muziek! Nieuw? Hahaha. Ik dacht het niet. Haight-Ashbury, The Summer Of Love, Flower Power en Zeepbellen all over the place. Bij wijze van spreken dan. Ryley is de vlees geworden Anachronist. Het woord bestaat niet eens in onze taal, kun je nagaan. Ryley is 26 jaar, komt uit Illinois en was in de tijd van Woodstock nog zelfs in de verste verte niet in de maak. Een oude geest zeggen ze wel eens. Luister maar naar zijn prachtige heldere gitaarspel en zang die beide uit een ander tijdgewricht lijken te komen. Het is waarom ik David Crosby's muziek altijd zo mooi heb gevonden. Ik word vredig en oprecht melanchoniek van Ryley Walker's muziek. Betoverend mooi.

Elephant9

Deze Noorse band is de uitsmijter van deze blog. WAANZINNIGE muziek! Nieuw? Hahaha. Absolutely Not. Gooi Soft Machine, King Crimson, Mahavishnu, Emerson Lake & Palmer, Electric Miles, Tony Williams en Joe Zawinul in een blender, et voila! Deze gasten zijn een muzikale happening van de eerste orde! De Vikingen spelen op hun oude versleten gitaren en Hammonds de 'Out-Bloody-Rageous' (pun intended) sterren van de hemel. Ik word echt ontzettend blij van deze zeer avontuurlijke muziek. Een sonische reis van begin tot het einde en vreemd dat ik het nu pas ontdek. Eerlijk gezegd denk ik dat Elephant9 de meeste muzikanten die ik hierboven aanhaal in het stof laat bijten. De valkuil van improviserende jazzmuzikanten is focus. Het doel van het geheel blijft bij deze mannen echter steeds in beeld. Uiteraard spreek ik op deze weblog altijd voor mijzelf, maar dit is werkelijk de ontdekking van de eeuw voor mij! Geen muziek voor mietjes, dat zal duidelijk zijn. Een 'stellar' reïncarnatie van alles wat mij muzikaal ooit heilig was in 'exotische' Scandinavische verpakking. ONGELOFELIJK!

Hun voorlaatste album, Atlantis, heb ik aangeschaft. Ik vind het een sensatie van de bovenste orde. Luister naar het volkomen geflipte laatste nummer 'freedom's children'. Werkelijk insane. Allabout Jazz's John Kellman: "A retro-futuristic jam fest, Atlantis is a breath of fresh air—even if that air seems tinged with the unmistakable hint of THC.". Dat is wel duidelijk...

PS: Weather Report The Legendary Tapes is uit. Ik heb de box met 4 CD's nog niet besteld. Ga ik snel doen...

22 november 2015 - Snarky Puppy – Tivoli – Reprise

Jaren geleden was ik met mijn zus bij een optreden van Jules Deelder in Rotterdam, waar anders? Ik heb zelden van mijn leven zo gelachen. Letterlijk tranen met tuiten tot ik naar lucht moest happen. Deelder’s show werd een jaar later door de VARA op de televisie uitgezonden en ik verheugde mij op een ‘encore’. Ik begreep totaal niet dat ik een jaar eerder daar in die zaal bijna het leven had gelaten. Het was te lang geleden en de sfeer van het jaar daarvoor kon ik niet meer terughalen.

 Het is het effect van de ‘live’ ervaring dat niet te vangen en weer te geven is via opgenomen beeld en geluid. De chemie van een publiek én interactie met de artiest hangt in de lucht en kun je gewoon niet vastleggen. Ik had mij voorgenomen in het stukje over Snarky Puppy in Tivoli dat nog te benadrukken. Vergeten. Want die ervaring van de bewuste avond moet ik natuurlijk ontberen. Gelukkig zijn er kritische lezers en vriend H. wees mij op de fantastische sfeer tijdens het concert en de ‘reis’ in muziek waarbij zij het publiek meenamen. Tivoli zit bij mijn vrienden nog vers in het hoofd natuurlijk en na een paar weken al zo’n schitterende CD voorgeschoteld te krijgen is natuurlijk uniek en dan kan je die sfeer in je hoofd makkelijk weer oproepen. Als je er niet geweest bent en op de bank zit te luisteren mis je een stuk van die chemie. Mijn 'review' is dan natuurlijk anders dan voor degenen die er bij waren. Geen nieuws natuurlijk, maar wel belangrijk om nog even te noemen. 


Er was een tweede opmerking van H. die ik belangrijker vind en de reden dat ik dit stukje als aanvulling plaats. De gehele gepubliceerde SP Live-reeks 2015 is volledig onbewerkt. Elk concert is een 100% weergave van de bewuste avond. Geen ‘cuts’, geen ‘edits’, helemaal niets. Ik weet dat Grateful Dead decennia lang al haar concerten liet opnemen én het meeste daarvan 'unedited' liet publiceren (o.a. door fans maar ook van soundboard). Daar moet je als muzikant en band inderdaad ballen voor hebben. Het resulteert in een ongefilterde muzikale ervaring van het hele concert, ook op de bank. De Snarky audiokwaliteit is natuurlijk wel even wat anders dan van 'The Dead', maar het gaat even om het idee. Het neemt allemaal niet weg dat Snarky Puppy een live-ervaring is die je pas ten volle kan appreciëren in de concertzaal. Dat heb ik zelf natuurlijk al tweemaal mogen ervaren.

Ik heb nog even gezocht naar een ‘Sylva’ versie in de live-reeks. Die is er niet. Ik vind geen enkel Sylva-nummer terug. Dat is artistiek gezien ook misschien beter, gezien het ‘suite’ karakter van Sylva. Het commentaar van Michael League op de SP website bij elk gepubliceerd concert geeft heel aardig aan hoe zij, per avond, het publiek, de chemie, de akoestiek en hun eigen prestaties hebben ervaren. Het is duidelijk dat, bijvoorbeeld, Schotten een totaal ander effect hebben op de band en de muziek dan Zwitsers. Interessant.

Ik denk ‘The Ritz’ aan te schaffen. Opgenomen op 2 oktober jl. in Manchester en een favoriete avond van League. Dit concert heeft een grotendeels andere samenstelling van songs dan Tivoli. Ik ben benieuwd.

16 Oktober 2015 - Snarky Puppy - Tivioli Utrecht

Vanwege ‘de’ begrafenis konden we niet bij het concert zijn van Snarky Puppy in het nieuwe Tivoli in Utrecht. Ik was al een tijdje terug van plan, bij wijze van verrassing, stiekem kaartjes te kopen. Ook voor J., want die wilde ook wel eens deel uitmaken van zo'n Snarky-happening. Maar ‘iets’ hield mij tegen en dat was niet per se mijn portemonnee… Mijn muziekmaten waren er wél en het was weer net zo geweldig als in Rotterdam, de superlatieven vlogen mij om d’oren. Wel een beetje balen natuurlijk, maar ja, zo gaat dat soms in het leven.

Wat schetst mijn verbazing op 12 november jl.? Er stonden 24 live albums van SP op iTunes. De hele reeks Snarky concerten van dit jaar! Inmiddels zijn het er 29. Dat zijn 58 CD’s! Wauw, euforie!

Uiteraard gelijk ‘Tivoli’ gedownload, CD's gebrand, hoesje gemaakt en klaar was deze Kees. Kon ik er toch nog een beetje bij zijn, in Utrecht.

Druk met allerlei ander gedoe weerhield mij er de eerste dagen van om op mijn gemak te gaan luisteren, je bent toch wel meer dan anderhalf uur kwijt. Maar uiteindelijk had ik ’s avonds een keer de tijd. Om met de deur in huis te vallen, ik durf het bijna niet te zeggen, het viel hier en daar wat tegen. De hoon zal zich tegen mij keren, ik weet het.

Dat Snarky Puppy de ‘Hottest Band in Town’ is hoeft geen betoog. ‘Town’ is de hele wereld overigens. Van Vancouver tot Jakarta, ze staan op elk jazz- en muziekpodium over de globe en met een frequentie die niet te geloven is. Ze spelen samen met alle grote namen uit de pop, jazz en rock muziek en geven tussen de bedrijven door ook nog ‘clinics’. Wat een energie hebben die mensen, niet te begrijpen. Recensies van concerten en CD’s krijgen vier of vijf sterren. We kunnen er niet omheen: Snarky is HOT!

Mijn ervaringen in Rotterdam en Tilburg plus de enthousiaste berichten uit Utrecht zorgde dat mijn verwachtingen torenhoog waren toen ik ‘Tivoli’ in de Pioneer stopte. Altijd mee oppassen, met hooggespannen verwachtingen. Om te beginnen: de audiokwaliteit is geweldig*). Hier en daar is er wat verschil in volume tussen de instrumenten, maar verder, uitstekend. Knap gedaan. De ‘live’ sfeer komt geweldig over, althans voor zover ik dat kan beoordelen. Michael League, de bandleider, trapt af met een introductie en informeert het publiek dat Utrecht een bijzondere plek is waar ‘We Like It Here’ is opgenomen bij Kytopia en dat ze het hele album zullen spelen vanavond. Gejuich. Het album bestaat uit twee CD’s en duurt ruim honderd minuten. Snarky Puppy is een geweldige band en ze spelen een goed tot briljant concert. Mijn bezwaar richt zich op de lange improvisaties en ‘interludes’, de passages dat men overgaat van het ene naar het andere (improvisatie-) thema. Ik verlies te vaak de aandacht. De laatste twee stukken zijn volledig geïmproviseerd en Michael noemt de laatste 25 minuten zelf een ‘funky en messy party'. Dat klopt wel. Het begint als ‘Herbie Hancock’s Headhunters meet Prince’, maar daarna verzandt het, vind ik, in eindeloos repeterende gitaarriffs en heel veel getrommel. De eerste CD is gewoon goed, strak en sfeervol met briljante solo’s en hier en daar even een zoekend moment. De laatste twee tracks van de tweede CD vind ik te veel gerommel en doet toch wat afbraak aan het geheel. Maar al met al natuurlijk een prima registratie en de eerste schijf zal zijn weg vaak vinden naar mijn CD-lade. Een Snarky Puppy album met een vlekje, zoals ik dat ervaar, schittert nog steeds briljanter aan het muzikale firmament dan menige andere act van dit moment, van welke stijl dan ook.

Ik zal tussen de andere live opnames ook eens zoeken naar een ‘Sylva’ concert. Dat album spreekt mij in essentie nog meer aan dan ‘We Like It Here’. Ik ben reuze benieuwd.

*) Ik ben weer terug bij iTunes. Na het lezen van een artikel over ‘Mastered by iTunes’ is duidelijk dat er geen hoorbaar kwaliteitsverschil (meer) is tussen AAC en een CD. In tegendeel zelfs. iTunes vraagt producers om Master Files in de hoogst mogelijke resolutie aan te leveren. Meestal 24 bit/96 kHz. Daarna begint er een gecompliceerd re-mastering proces waarbij men tracht de kwaliteit van de High Res masters te benaderen. Het gewone CD eindproduct in de winkel (of stream) kan door de muzikant/studio echter anders dan door iTunes worden remastered om met name aan de ‘loudness’ vraag te voldoen of specifiek in te spelen op de te verwachten weergevers die de klant zal gaan gebruiken. Denk daarbij aan ‘oortjes, Dr. Dre, meerkanaals, enzovoort. Zo kan het uiteindelijk zijn dat een Mastered by iTunes AAC anders of zelfs beter kan klinken dan het origineel uit de winkel.


Dus ik geloof het wel weer met die andere diensten. iTunes is audiofiel genoeg voor mij en 25 tot 75% goedkoper én 'on demand' wat ik echt wel prettig vind. Productie van hoesje en doosje is een deel van de hobby. Bovendien, gewoon een CD kopen uit de (web-) winkel kan natuurlijk ook nog. Niets mis mee :-)

11 november 2015 - Oud en Nieuw

Geen muziekverhaaltjes meer hier (zie mijn bericht van 2 november 2014) maar wel af en toe een concertverslagje, een recensietje, een overweginkje of iets anders wat ik wil delen. Dit keer een beetje van alles.

Oud en Nieuw

Ik wacht natuurlijk al jaren op iets wat helemaal nieuw is, maar daar heb ik het al vaak genoeg over gehad. Anders dan in de ‘sixties en seventies’ zijn er geen revoluties meer gaande. Nieuwe generaties van muzikanten doen beslist hele mooie dingen. Evoluties is dan een beter woord. Natuurlijk let ik meer op jazz en aanverwante gebiedsdelen want dat heeft mijn voorkeur. Of muziek nieuw is of niet is ook wel heel moeilijk te definiëren. Het is ook eigenlijk nauwelijks interessant en ik laat het onderwerp ‘nieuw’ in de zin van revolutie voortaan voor wat het is. Laat ik het voortschrijdend inzicht noemen. Wat maakt het uit? Goed is goed. 'Nieuw' is voortaan voor mij muziek die ik niet eerder heb gehoord.

Televisie - Nieuw

Ik heb Matthijs en zijn DWDD best hoog zitten, maar die 1-minuut-optredens van bandjes met hun zouteloze popmuziek ben ik wel een beetje zat. Hoeveel gitaarbandjes met een zanger of zangeres zijn er in godsnaam in dit land? Er komt natuurlijk best wel eens wat aardigs langs, maar 1 minuut? Die ene minuut is bovendien ook nog bepalend voor het succes wat het bandje gaat krijgen. Wat een armoe wat dat betreft op de TV. Ik zou wel eens een platform willen zien waar nieuw talent zich in de volle breedte kan presenteren. Pop, jazz, dance, world, elektronica, techno en alles wat daar tussen en omheen zit, het maakt niet uit. Maar ja, dat zal wel lastig worden. VPRO Vrije Geluiden is wél een fantastisch platform voor 'andere' muziek buiten de mainstream, maar het is wel vaak marginaal en elitair. Kan iemand niet eens een leuk format verzinnen voor een geïnteresseerd publiek? Met 'nieuw' bedoel ik dan muziek van artiesten die de grenzen van hun metier een beetje opzoeken en nieuwe, onbekende talenten.


En verder...

Het is weer bijna winter (nou ja…) en in ieder geval donker en weer tijd voor muziek. Ik ben weer volop aan het luisteren en de afgelopen maanden vielen mij weer wat muziekjes op waarvan ik er een aantal wil delen. Oud en nieuw! Gaat-ie:

Jacob Collier - nieuw

Dé jazz ontdekking van nu is Jacob Collier. Ik had niet eerder van hem gehoord. Stijn ontdekte hem op Youtube. Jacob wordt op handen gedragen door mensen als Herbie Hancock, Pat Metheny en Quincy Jones en hij is pas 19 jaar oud! Jacob is een MONSTER jazzmuzikant.Hij speelde o.a. met de WDR Big Band en Snarky Puppy. Luister naar zijn bizar goede vertolking van Eleanor Rigby. Uitluisteren! Let op het akoestische middenstuk en de briljante interactie met de uitstekende drummer en bassist. Werelds! Jacob werkt nu aan zijn eerste album. Ik ben wel benieuwd of hij kan componeren want het is wel een mannetje van de arrangementen. Maar dat kan hij als geen ander en over zijn creatieve en briljante spel maar te zwijgen…

Brian Auger's Oblivian Express - Live Los Angeles - Oud

Ik heb zeggen en schrijven één ‘elpees’ van Brian. De slechtste die hij ooit maakte, haha. Auger is al sinds begin jaren zestig de Britse meester van de Hammond B3. Vorige maand uitgebracht: ‘Live in Los Angeles’. Niks nieuws, in tegendeel. Jazz, rock en blues in de meest traditionele fusion zin denkbaar, maar zo lekker dat ik de CD al een week draai. Ik krijg er bovendien hele goede 'vibes’ van. Brian is 76 en het is toch geweldig als je dan nog zo muziek kan maken? Featuring Alex Ligertwood. Alex wie? Ik wist het ook niet, maar hij was jarenlang één van de leadzangers van Carlos Santana. Shame on me. Alex is overigens 68...

Miles From India - Oud en nieuw

Over dit album schreef ik al eerder en toen kon ik het er niet niet helemaal mee vinden. Herstel: het is een geweldig album door Miles alumni en Indiase muzikanten. Er zijn een paar nummers waarbij de samenwerking wat stroef klinkt, maar verder echt zeer de moeite waard. Wel even de bovenkamer resetten en met een open mind en zonder verwachtingen gaan luisteren. Zeer bijzonder.

Miles Davis - Live in Tokyo 1975 - Oud

Het Miles Davis septet op zijn extreemst. Deze radio opnamen dateren van tien dagen voor de legendarische Agharta / Pangaea concerten in Osaka op 1 februari. Unieker gaat het nooit meer worden. Dit is een ‘mind bender’ die zijn gelijke niet kent. Vriend H. vermoedt dat wij (ondergetekende, H. en R.) de enigen zijn in onze stad die dit kunnen waarderen. Waarschijnlijk. Maar wat een groove, minimalisme en harmonie!

Marcus Miller – Afrodeezia - Nieuw

Marcus is ‘my main man’. Met gemak mijn favoriete jazzartiest van de laatste 10 tot 15 jaar. Afrodeezia wordt de hemel in geprezen door alles en iedereen, behalve door mij… Ik herinner mij Carlos Santana’s album ‘Supernatural’ waarbij hij, zoals ik dat zie, hoogverraad pleegt op zijn eigen artisticiteit. Bij Carlos is het nooit meer goed gekomen en ik hoop dat Marcus het bij dit commerciële zijspoor laat. Er staan wel één of twee aardige nummers op, maar verder... Niet aanbevolen.


BRZZVLL - Engines - nieuw

Brazzaville is de hoofdstad van de Republiek Congo. Deze Belgische band gebruikte de naam van de stad zonder klinkers om er hun naam aan te geven. Origineel. Van hun website: "BRZZVLL is founded by Vincent Brijs. The band plays improvised dance music with a jazz-fusion, funk and rare groove sound like those of the 70’s: bass and drums very tight and funky, horns, guitar and keyboards very imaginative and sexy. Each song floats in a very playful mood to groove."

Een fantastische en frisse band en een zeer verslavend album! Draai ik zeer frequent.

John McLaughlin and the 4th Dimension – The Boston record - Oud en nieuw

John gaat op zijn nieuwste album weer als een motherfucker te keer op zijn gitaar. Die 4th Dimension is een onwaarschijnlijk goed spelende band die zelfs deze Mat Hatter in zijn zesde verzet kan bijhouden. Een muzikale terugblik op John’s oeuvre, live opgenomen in het Berklee College of Music in Boston vorig jaar. Vijf sterren. Een meer dan GEWELDIG album en ‘outrageously virtuosic’. Onvergelijkbaar vaardige en waanzinnige muziek, maar niet voor iedereen… Ook mijn parachute is niet altijd open, maar als dat wel zo is, dan is dit echt wel mijn favoriete album van de laatste tijd!


John Luther Adams: Become Ocean - Seattle Symphony Orchestra - Nieuw

Heel erg andere en vooral heel erg rustige koek. Wat het is? Orchestraal, ambient, minimal en vooral verzengend. Een 'sonic journey'. Sommigen vinden het behang of kitsch, maar ik vind het, als tegenwicht voor ons drukke bestaan, een zalvende ervaring. Ik citeer de New York Times - David Allen:

New York Times, Classical Best of 2014: Inwardly mechanical and outwardly entrancing, "Become Ocean," the 2014 Pulitzer Prize-winning work, was intended to drown you in sound, and it succeeds. This absorbing, glittering release is testament to what a single piece can do for a composer, an orchestra and a conductor -David Allen, New York Times 2014

Weather Report – The Legendary Live Tapes 1978 - 1981 - Oud

The Legendary Live Tapes: 1978-1981 bevat vier CD’s waarop nog niet eerder uitgebracht live materiaal van één van mijn favoriete bands ooit. Wayne Shorter, Joe Zawinul , Peter Erskine, Robert Thomas Jr. en natuurlijk de legendarische Jaco Pastorius.

Wat ik er van vind? Hij komt pas 20 november uit… Ik kan niet wachten... wordt vervolgd!

Verder - Nieuw

Terence Blanchard - 'Breathless' - Vriend H. en de hele wereld zijn helemaal enthousiast. Ik vind er niets aan. Ik wil niet zeggen dat het album niet deugt, maar Terence trekt niet mijn kaart. Helemaal niet.

Ibrahim Malouf - diverse albums. Idem dito. Ik moet er waarschijnlijk wat meer aandacht aan gaan schenken. Goede muziek, dat hoor ik ook wel, maar het komt bij mij niet binnen op de een of andere manier. Maar hier werk ik nog aan.

Kamasi Washington - The Epic - Een dappere poging om de hele jazzhistorie in drie uur te vangen én te vernieuwen. Ik vind het allemaal een beetje erg veel en het lijkt of veel songs na een paar minuten ontsporen. Maar... laat ik nog geen definitief oordeel vellen - ik ga hier nog op terug komen.


Jazz - Daar gebeurt van alles. Ik check regelmatig nieuwe releases op iTunes. Ook aan de hand van reviews op allerlei websites. Een eindeloze bron van goede voornamelijk instrumentale muziek. Te veel om bij te houden eigenlijk, maar heel positief dus.

Pop/Rock/Techno/Dance/enz. - Het gaat allemaal volkomen langs mij heen. Vroeger was ik nog wel redelijk bij, maar tegenwoordig... Ik word ook totaal niet getriggered door wat ik opvang van radio en TV. Deze week zaten er wat jonge muzikanten aan tafel bij DWDD en hen werd gevraagd wat ze het mooiste nummer van het afgelopen jaar vonden. Tsja, daar werd Sinterklaas niet blij van. Wat een 'middle of the road' shit allemaal. Misschien moet ik mijn muzikale licht elders op steken met betrekking tot pop en rock en dergelijke. Maar goeie muziek, of het nou mijn stijl is of niet, sijpelt uiteindelijk wel door zou je denken. Ja, Adele, daar kunnen we, terecht, niet om heen. Maar verder... Ach, misschien zijn mijn voelsprieten versleten. Hoe dan ook, als iemand iets weet wat echt heel erg goed is én een beetje 'out of the box', dan hoor ik het graag. Ik wil wel een béétje mee kunnen praten.

14 Mei 2015 - Bill Laurance Project – Paradox, Tilburg

Lichte paniek! We krijgen een mail van D. dat Bill Laurance komende week optreedt in Nederland. Het is de pianist van Snarky Puppy met zijn ‘Project’. Het Project bestaat uit Bill Laurance op toetsen, Michael League op bas, (frontman van Snarky), Robert ‘Sput Searight, (virtuoze drummer van Snarky) en een kleine afvaardiging van het Metropole orkest. We zijn net bij Snarky geweest. Is dat niet een beetje dubbelop? Bovendien wordt het wel lastig met de weekplanning in verband met van alles en nog wat. Even op internet gekeken. Mmm… toch wel weer wat anders dan Snarky. Ik noem het voorzichtig bij Stijn. Dan is er geen houden meer aan… We zullen en moeten daar naar toe. Welke keuzes zijn er? Paradiso? Ik ben geen sardientje. Tivoli? Stijn moet die avond zelf piano spelen. Dan blijft alleen ‘Paradox’ in Tilburg over. Nooit van gehoord en ook nooit echt in Tilburg geweest. Maakt niet uit. Voor 36 euri quality time tussen vader en zoon mét mooie muziek wil ik wel wat kilometers maken! De andere vrienden haken af vanwege de lastige planning. Gisteravond dus samen in de auto richting het zuiden.

Dat klinkt heel relaxed, maar het autorijden vandaag (woon-werk-woon-Tilburg-woon) ging niet helemaal soepeltjes. Wegwerkzaamheden, afsluitingen, files en al met al zes uur in de auto gezeten! Maar het was de moeite waard! Bent u wel eens in Tilburg geweest? Vreemd oord. Geen kop of staart aan. Buitenwijken met woonkazernes, merkwaardige stadsvernieuwing, een torenflat met 600 verdiepingen (bij wijze van spreken), historische en lelijke nieuwbouw én 100.000 kroegen. We zijn in Brabant tenslotte. De ‘Paradox’ in het centrum is een soort jeugdsociëteit zoals je ze vroeger hier veel zag. De ‘jeugd’ is inmiddels vet in de zestig en ze roken er zelfs nog zware shag, haha. Maar, eerlijk is eerlijk, de Paradox is wel een podium voor moderne en eigentijdse muziek. Het donkere zaaltje lijkt op ‘So What’ in Gouda (bekend bij velen) maar misschien zelfs iets kleiner en heel wat anders dan de Schouwburg in Rotterdam. Er zaten al wat mensen op stoeltjes. Er waren nog twee barkrukken vrij aan een hoge tafel die wij gelijk innamen. Het bleek de beste plaats van de avond. Lekker zitten en vlak bij het podium met uitzicht over het publiek, beter kon het niet. De zaal liep uiteindelijk vol met hetzelfde gevarieerde publiek als bij Snarky. Jong en oud, dames en heren, maar wel allemaal van kaukasische afkomst, maar dat zal wel door Tilburg komen. Iets na negenen verschenen de musici uit de catacomben. De artiesten namen hun plaats in. Het ‘strijkje’ bestond uit twee violistes, een celliste en een hoornspeelster. Dames dus allemaal. Spannend.

Bill Laurance opent de set met een stukje piano. Het doet pijn aan mijn oren (en van Stijn). ‘Shit, de akoestiek is hel’. Maar al na enkele minuten klinkt het uitstekend. Er zit een hele goede sound engineer achter ons. Knap! De solo gaat over in een Snarky-achtige stijl. Wauw! We kijken elkaar veel betekenend aan, we zitten wéér bij een top-optreden!


De angst dat het strijkje misschien te veel zoetigheid aan de muziek zou toevoegen was niet terecht. Eigenlijk was het hele optreden een mooie mix van Snarky-achtige groove en rustige, soms swingende, kamer-jazz. De drie mannen deden hun virtuoze ding en de dames begeleidden gepast en soms zeer funky. Heel goed gedaan! Michael League vervulde met zijn vrolijke gekke bekken een dirigentenrol: knikje hier, grimasje daar en zo ontstond een hechte live samenwerking. Tussen de nummers door vertelde Bill, uit Londen, wat over de songs en waar en hoe ze tot stand kwamen. Meestal op luchthavens want hun tour met Snarky Puppy duurt nu al twee jaar! Nummers die mij opvielen waren o.a. ‘December in New York’, ‘Denmark Hill’ en ‘Gold Coast’. Dat laatste nummer staat ook op Bill’s laatste CD ‘Flint’. We hadden weer een topavond. Lekker zitten, biertje voor ons neus en genieten maar weer.

Op de terugweg naar huis was het rustig en we hebben nog eenmaal ‘Sylva’ op topvolume gedraaid. Bizarre ervaring. Die waanzinnige muziek terwijl er buiten een dynamisch lichtspel voorbij trekt. Wel eens met 100 dB+ muziek midden in de nacht over de Brienenoordbrug gereden

De laatste tonen stierven weg toen we voor de deur stonden. Mooie timing. Overigens komt Snarky 16 oktober weer naar Nederland. Dat hondje kost ons wel geld…

10 mei 2015 - Minimal Music

Met enige regelmaat luisteren wij, vrienden onder elkaar, naar ‘kassies’. Kassies is onze beeldspraak voor de rechthoekige metalen dozen in zilver of zwart die zorgen dat muziek zo mooi mogelijk uit je luidsprekers komt. De platenspeler is in dat verband natuurlijk ook een kassie, maar de beeldspraak is, uiteraard, herleid van versterkers, CD-spelers en dergelijke. Die vrienden kunnen er wat van en zijn constant bezig met verbetering van hun kassiesverzameling. Dat is natuurlijk een mooie hobby en ik geniet mee, want het is leuk om mee te luisteren en er over te lullen. Ik doe overigens niet aan kassies-verbetering want ik ben tevreden met mijn, relatief gezien, rudimentaire stereootje. Bovendien ben ik niet in de economische positie voor nieuwe en doorgaans prijzige kassies.

We gaan op onregelmatige tijden ook naar luistersessies van vreselijk duren spullen bij High End Audio zaken. Ik schreef daar wel eerder over. Onbetaalbaar voor eenvoudige broodstompers en zeker voor mij. Onlangs werden we door een kennis van één van onze vrienden uitgenodigd om bij hem te komen luisteren. Ik zal vanwege privacy en veiligheid niet in details treden, maar wat deze man op zolder heeft staan tart elke beschrijving. Zijn stereootje zet nagenoeg alles wat wij ooit hoorden financieel en audiofiel in de schaduw. Zijn grote zolder is (bijna) volledig akoestisch gecorrigeerd op basis van advies door audiospecialisten. De puntjes moeten nog op de i worden gezet, maar dan zal het audiofiele nirwana bereikt zijn. Het was een geweldige gezellige avond. Nog nooit zoiets gehoord. Wat onze gastheer onderscheidt van veel van die High End Audio freaks is kennis en liefde voor muziek. Daar gaat het tenslotte allemaal om!


Recent hadden we weer zo’n avondje maar dan bij vriend H. Hij had nieuwe luidsprekers én een nieuw kassie, een meubel in dit geval. Eigenlijk waren we er snel uit: geweldig mooie speakers. U moet weten dat naar mate onze avondjes vorderen en de obligate Malt Whisky fles leger raakt, de muziek het overneemt van de kassies! Dat is goed en zo hoort het ook. We zijn allemaal heren op leeftijd en hebben bijna een halve eeuw serieuze luisterervaring achter de kiezen. We hebben een flexibiliteit in luisteren ontwikkeld die weinigen ons nadoen. Binnen een klein tijdsbestek luisteren we met even veel liefde en passie naar John Coltrane, Maurice Ravel, Prince, Marcus Miller, Arvo Pärt, Led Zeppelin of Snarky Puppy (om maar eens bij de tijd te doen). Net zo makkelijk. We hebben individueel wel onze voorkeuren natuurlijk. Onze zolder-gastheer, J., was ook aanwezig en hij is een groot liefhebber van klassieke muziek en jazz. J. vergastte ons op wat mooi werk en speciale uitvoeringen die hij had meegenomen en voorzag ons van nadere achtergrondinformatie.

H., gastheer van de avond, is ook zeer behoorlijk onderlegd op het terrein van klassieke muziek, zeker het contemporaine werk uit de Baltische staten bijvoorbeeld. Vriend R. en ondergetekende zijn beslist minder los op de materie. Ik ben zeer arbitrair in mijn klassieke muzieksmaak. Ik hink op allerlei benen en er zit niet echt een lijn in mijn voorkeur. Ik kan echt genieten van mooie aria’s, maar mijn eerste opera moet ik nog uitzitten. Het heftige werk zoals Shostakovich vind ik geweldig, maar van Bach (sorry iedereen) word ik niet zelden heel erg nerveus. Ik heb wel een grote liefde voor ‘Minimal Music’. Of je dat nou ‘klassiek’ moet noemen is natuurlijk maar de vraag. Het maakt mij niet uit. We kwamen er tijdens onze laatste avond over te spreken en zochten eigenlijk naar de definitie want er was verschil in perceptie. Er gingen wat namen van componisten en artiesten over tafel en bij sommige daarvan had ik echt niet het idee dat we het over Minimal music hadden. Ik probeer altijd te vermijden dat mijn blogs een ‘Wiki’ worden, maar een beetje achtergrond is niet te vermijden. Ik zal mij trachten te beperken. Mijn doel is eigenlijk om uit te leggen hoe ik deze soort muziek ervaar en misschien de lezer kan prikkelen eens een luisterpoging te doen.

De Nederlandse Wikipedia beschrijft drie kenmerken van Minimal music: 1. Herhaling 2. Consonant 3. Vast tempo. Consonant betekent in dit geval harmonie, tonen die aangenaam samenklinken. Ik vind het een prima opsomming die past bij hoe ik het zie. Op internet is uiteraard heel veel te vinden over Minimal music en sommige artikelen zijn daarbij best moeilijk. Muziektheorie, harmonieleer en dergelijke zijn geen poezenplas en daar moet je wel wat van weten om de technische context goed te doorgronden. Een kenmerk van Minimal music is bijvoorbeeld contrapunt. Contrapunt is de theorievorming rond de schrijfwijze van meerstemmige muziek of polyfonie, dat wil zeggen muziek die bestaat uit meerdere tegelijk klinkende muzikale of melodische lijnen. Bijvoorbeeld. Je kunt nog (heel) erg veel meer vinden over de materie, maar dat gaat al snel boven mijn pet. Nu ben ik slechts een argeloze luisteraar, dus ik beperk mij maar tot het Peppie & Kokkie niveau en laat de theorie en techniek maar voor wat deze is.


Mijn eerste kennismaking met Mimimal music was dankzij vriend P. Een zeer erudiete en excentrieke figuur die mij enorm inspireerde op allerlei terreinen. Met name muziek, literatuur en kunst. Muziek die ik later veel ging luisteren kwam voornamelijk uit zijn koker. Van Brian Eno tot Miles Davis. Hij liet mij ook Minimal music horen en ik was gelijk gegrepen door de bijzondere kracht van repetitie. Ik spreek hier natuurlijk altijd voor mijzelf, maar ik denk dat de primaire kracht van Minimal music schuilt in het krachtige effect die het heeft op de geest. Het bijna monotone (maar consonante) en repetitieve van deze muziek heeft iets betoverends. De vaste cadans brengt mij in een staat van lichte verdoving en dat vind ik een heerlijke afwisseling met de onrust van alledag. De spanning van Minimal music wordt versterkt door hele kleine (Minimale!) variaties in klank, melodie en faseverschuivingen. Vooral niet te veel, want dat verstoord de betovering. Daarnaast, voor mij belangrijk, is de tijdsduur. Deze muziek heeft zijn tijd nodig en de luisteraar moet langzaam maar zeker in de gepaste staat en rust komen om er ten volle te van genieten. Het gaat er in essentie eigenlijk om dat tijd en ruimte tijdelijk buiten spel worden gezet, als u mij begrijpt. Een beetje Minimal stuk muziek duurt al gauw een uur en dat helpt.

Welke componisten hebben we het eigenlijk over? De stroming is ontstaan in Amerika ergens in de jaren zestig. Bekende namen zijn Terry Riley, La Monte Young, Steve Reich, Philip Glass en, wat later, John Adams, Brian Eno, Harold Budd, Stuart Dempster en nog een hele ris anderen. Soms vallen ook de namen van John Cage en Morton Feldman, maar dat is onterecht. Dat waren minimalistische componisten die geen herhaling en contrapunt toepasten. Ook in Europa ontwikkelde zich een stroming. Componisten zijn o.a. Michael Nyman, Louis Andriessen, Arvo Pärt, Wim Mertens en Simeon Ten Holt. Bekende werken (voor de kenners) zijn ‘In C’ (Riley), Music in Twelve Parts (Glass), Music For 18 Musicians (Reich), Shaker Loops (George Adams) en New York Counterpoint (Reich) om maar een paar van de bekendste te noemen. 

De meeste genoemde componisten zijn niet uitsluitend met Minimal music actief geweest maar waren wel richting bepalend. Ik denk eigenlijk dat Terry Riley één van de componisten en vertolkers is die het meest trouw is aan de leer. Een goed voorbeeld van zijn werk is ‘Poppy No Good And The Phantom Band’. Wat een titel he? Haha. Ik heb zelfs de originele LP en ik vermoed dat het een colletor's item is! Een ander voorbeeld van Riley's hand is 'Persian Surgery Dervishes'. Strak in de Minimale context qua tempo, maar vrij in de improvisatie. Solo op een gemodificeerd Yamaha orgeltje. Velen zullen stapelgek worden van deze muziek, maar anderen worden misschien volledig betoverd. Oordeel zelf:

Tsja, wat moet je er van vinden he? Commentaar op deze muziek: "Omg This Is My Fav Music In The Whole World! Thank you Terry Riley U Changed My Life !!" Een ander die het spoor van bewustzijn ergens tijdens het luisteren is kwijt geraakt: "I know the feeling, my own thermodynamic prism has become opaque, and I may never travel on ribbons of light again". Hahaha. Voor de duidelijkheid: het hele werk is verspreid over twee LP schijven en duurt ruim anderhalf uur.

Ik beschouw Steve Reich als de belangrijkste componist van het genre. Hij wil er zelf eigenlijk niet meer aan en wil gezien worden als componist, niet gebonden aan een genre. Maar ja, dat gaat hem niet meer lukken. Een artikel, of blog of wat dan ook, over Minimal music kan niet bestaan zonder het noemen van ‘Music For 18 Musicians’ van Reich. Ik noemde het al even. Ik denk dat het een van de beste voorbeelden is van Minimal music. Het is een fantastische en zeer ritmische compositie. Of je er van houdt of niet, dit werk hoort gewoon bij de canon van grote muzikale werken. De eerste vijf minuten vormen de anticlimax, waarna het stuk eigenlijk echt begint. De spanningsopbouw is briljant en naar mate het stuk vordert neemt de dynamiek toe en kruipt de cadans onder je huid. Op internet schrijft iemand: “Repetition is a form of change”. Volgens mij een kreet van Brian Eno, maar het is een gedachte die heel goed past bij Reich's minimal werk. Omdat het zeer fascinerend is om muzikanten met '18 Musicians' aan de gang te zien heb ik eens op Youtube gezocht. Ik had eigenlijk direct een uitstekende live uitvoering te pakken door ‘eight blackbird’ in het Museum of Contemporary Art Chicago in 2011. Super! Let eens op de pure virtuositeit vanaf ongeveer 28 minuten. Fantastisch, een meesterwerk!


Een ander werk wat ik moet noemen is ‘Music in Twelve Parts’ van Philip Glass. Oorspronkelijk was het één stuk wat minimal mag worden genoemd. Later werd het door Glass uitgebreid met de andere elf delen tot een orchestraal werk van drieënhalf uur. Naar mate de muziek zich uitrolt verlaat het de minimale signatuur regelmatig en wordt het bij tijd en wijle zeer onrustig. Net als Glass’ muziek bij de film ‘Koyaanisqatsi’. Sommigen kennen de film uit 1982 misschien nog wel. Het was ‘bon ton’ om er naar toe te gaan en wat een relatief groot publiek destijds ook deed. Gek werd ik van de zenuwachtige beelden en die neuromuziek. Dat neurotische komt in 'Twelve Parts' iets te vaak terug naar mijn zin en voor mij werkt het niet. Nou ja, ik heb mijn plicht gedaan, want 'Twelve Parts' wordt wel beschouwd als een belangrijk werk in de minimale muziek. Waarvan acte.

Een ander essentieel stuk is voor mij ‘Canto Ostinato’ van de Nederlander Simeon Ten Holt. Een ostinato is een steeds herhaald muzikaal motief. Misschien is Canto Ostinato wel het Magnum Opus van de Minimal music. Het voldoet 100% aan mijn ‘eisen’ en ik ben niet de enige. Het is voor de liefhebbers een min of meer essentieel stuk. Velen haken af vanwege de lengte, maar iedereen is het eens dat de basismelodie prachtig is, betoverend en melancholiek bijna. Er zijn vele uitvoeringen en ook hier is het tempo weer essentieel. Deze vond ik echt zeer bijzonder want men speelt het werk met vier vleugels gedurende tweeënhalf uur. Hebt u even?


Lees meer over componist en Canto Ostinato op mijn blog van 27 en 29 november 2012: http://www.stoneageimages.com/muziek.html (ctrl-F en even de datum intikken). Verplichte kost!

U kent uiteraard ‘Boléro’ van Maurice Ravel. Door de film ‘Ten’ met Dudley Moore en zijn erotische avonturen met Bo Derek, werd het stuk jarenlang een populaire klassieke kraker bij het grote publiek. Het werd bijna een platitude om het werk te beluisteren. Ik kende het al langer en vond het geweldig vanaf het eerste moment dat ik het hoorde als. Het werd voor het eerst in 1928 in Parijs uitgevoerd. De Boléro zou je bijna Minimal music avant la lettre kunnen noemen. Bijna. Ravel beschrijft (ik citeer uit het engels): ‘A one movement dance of moderate tempo and constant uniformity and rythm. The variation is found in the orchestral crescendo’. Herkenbaar niet waar? Ik kocht in 1976 de uitvoering van het ‘Orchestre de Paris’ met Jean Martinon uit 1974 op EMI. Ik beschouwde deze uitvoering als de beste ooit, tot en met de dag van vandaag. Alle uitvoeringen die ik hoorde schoten er gewoon naast omdat het tempo niet deugde in mijn beleving. ‘Alle uitvoeringen’ zijn er heel wat kan ik u vertellen en natuurlijk heb ik maar een fractie ervan gehoord. De hele ‘crux’ is het tempo. Als dit niet deugt dan verzandt het stuk volledig en boet het aan kracht in, precies als bij Minimal music. Het is misschien een kwestie van voorkeur, maar ik denk eerlijk gezegd dat het om aanvoelen gaat. Pikant is dat toen ik even op internet zocht naar de beste uitvoering van de Boléro de eerste ‘hit’ deze website was:

http://tinyurl.com/kogtv4z

De bovenste van de selectie van beste uitvoeringen is ‘mijn versie’. Ongelofelijk toch? Ik ben toch niet helemaal van de straat, haha. Ik noem de Boléro om nadrukkelijk te illustreren hoe essentieel tempo is voor dit soort repetitieve muziek en vooral voor de Minimal stroming.

Wat de waarde is van Minimal music? Eerlijk gezegd zou ik dat niet zo goed weten. Ongetwijfeld zullen musicologen er het nodige over kunnen zeggen. Een beetje struinen op internet resulteert tot opmerkelijke visies. Veel negatief ook. Heel zuur en bijna agressief van toon. Maar, hoe dan ook, ik denk dat de stijl wel reflecteert in diverse muzikale stromingen. Zeker in jazz (ostinato’s), film ‘scores’, maar ook pop & rock. James Blake wel eens live gehoord? Ook Radiohead schuwt minimale uitstapjes niet en Steve Reich heeft zich zelfs door hen laten inspireren. Er bestaat ook minimale Gaming-muziek zoals SimCity 3000. Van de computerspelletjes? Zeker, luister maar eens naar ‘Concrete Jungle’ avn componist Jerry Martin, een prachtig schoolvoorbeeld van Minimal music in optima forma:


Ik kan dit essay niet afsluiten zonder een andere Steve te noemen. Steve Roach (1955) is een Amerikaanse componist en uitvoerder van ambient, elektronische en tribal muziek. Roach is een toonaangevende vernieuwer van de hedendaagse elektronische muziek. Niet te verwarren met het New Age behang dat enige jaren geleden diverse winkelcentra teisterde. De muziek van Roach is de volgende stap in Minimale muziekbeleving. Geen ritme, geen herkenbare instrumenten, alleen harmonie in golven van geluid. Het klinkt allemaal bijzonder zweverig en dat is het ook. Ik wil niet in herhaling vallen (lees mijn blog maar van 18 maart 2009), maar Roach benadert een essentie die luisteren overstijgt. 

Ik hoop dat ik sommige lezers toch een beetje inspiratie heb gegeven om, voor zover ze met het metier niet bekend zijn, eens gaan luisteren naar de voorbeelden die ik noem en andere. Misschien valt er een kwartje. Misschien weet u nu, en die kans is erg groot, dat deze muziek niet uw kop thee is. Nou ja, dan kunt u er weer over meepraten niet waar? Maar misschien heb ik ook wel bijgedragen aan een nieuwe impuls in muziekbeleving.

Ik besluit met een bekend citaat van Frank Zappa: “A mind is like a parachute. It doesn't work if it is not open.”

1 Mei 2015 - Snarky Puppy – Rotterdamse Schouwburg - 1 Mei 2015

Met enige regelmaat rijden wij naar Kleef net over de grens achter Nijmegen. We hebben meestal een paar ‘dingen’ aan te schaffen die we hier niet hebben en Kleef is de dichtstbijzijnde plaats van enige omvang in Duitsland. Een uurtje kuieren over de A12 tot de grens en dan vol gas naar de afrit Kleve/Emmerich. Even een paar minuten 180 aantikken en dan snel in de ijzers, haha. Mannen blijven kinderen, ik weet het. Vandaag waren we dus ook even naar Germania. Het was een prachtige dag, ondanks de matige weersvoorspellingen scheen de zon volop. We besloten er een ‘dagje’ van te maken. We deden onze boodschapjes en de rest van de dag bestond uit wandelen in de parken en heuvels rondom Kleef, fotograferen en terrasbezoek, uiteraard.

Het was een echte vakantie-speed-date. Op de terugweg bij Utrecht ging de speed er echter flink uit. Een taaie file die ook echt helemaal stil stond. Met het zonnetje op de auto werd ik wat slaperig. ‘Muziekje?’ vroeg ik J. Zij is zeker niet idolaat van mijn soort muziek, maar ze heeft een perfect (absoluut?) gehoor en herkent kwaliteit als geen ander. Welke muzieksoort dan ook. Ik had de dag ervoor ‘Snarky Puppy’s’ nieuwe album ‘Sylva’ op een USB stick gezet en startte de muziek. Na een paar minuten had ze het door: dit is echt geweldig! De audio in mijn auto is prima en we hebben het album van begin tot het einde tegen de pijngrens beluisterd. Het was de tweede keer binnen een etmaal dat ik uit mijn plaat ging…

De eerste keer was de avond er voor. Met zoon Stijn, vriend H. en zijn zoon D. , heb ik Snarky Puppy en het Metropole Orkest aan den lijve mogen beleven in de Rotterdamse Schouwburg. Ik kan u vertellen dat het optreden bovenaan de top tien lijst komt te staan. Het was een verpletterende ervaring waar ik nog niet helemaal overheen ben als ik dit schrijf. Het was bijna twee uur extase met musici én publiek in een harmonie die ik zelden zo heb meegemaakt en ik spreek niet alleen voor mijzelf!

Het is een wat omstandige introductie van een concertverslag, maar we moeten de spanning er een beetje inhouden niet waar? Eerst even over de band. Snarky Puppy is een groep jonge jazzmuzikanten uit Brooklyn, New York. De samenstelling wisselt nog wel want de leden spelen ook bij de bands van, bijvoorbeeld, Erykah Badu, Marcus Miller, Justin Timberlake, Roy Hargrove en Snoop Dogg. Als ze compleet zijn dan telt Snarky Puppy bijna veertig leden. De bandleider is Michael League, een briljante 31-jarige bassist en componist. Ze bestaan toch al bijna tien jaar, maar met het winnen van een Grammy in 2013 volgde instant succes. Vorig jaar nemen ze in de studio van Kyteman in Utrecht hun album ‘We Like It Here’ op en doet hun ster nog verder rijzen. Het was mij eerlijk gezegd allemaal een beetje ontgaan.

Bovenaan de top tien? Eigenlijk ex-aequo, want die plek moeten ze delen met Dhafer Youssef, zie elders. Zowel Dhafer als Snarky werden ontdekt op Youtube door Stijn en vorig jaar had hij het er al steeds over. Ik bekeek een paar fragmentjes en het kwartje viel gewoon niet. Maar toen ze in Nederland zouden optreden besloot ik toch kaartjes te kopen, eigenlijk als presentje voor Stijn. Bij vriend H. en zoon D. was het niet anders. Ook D. had Snarky al lang geleden in the picture en H. had de boot ook gemist. U weet natuurlijk dat Stijn pianist is, maar niet dat D. een briljant gitarist is. Een bijzonder leuke synchroniciteit, toch?

Snarky Puppy is gek van Nederland, getuige de titel van hun voorlaatste album. Bandleider League ontmoette vorig jaar dirigent en arrangeur Jules Buckley van het Metropole Orkest en ze besloten samen aan de slag te gaan. Het Metropole Orkest heeft een zeer indrukwekkend Curriculum van samenwerkingen en je kunt ze om een boodschap sturen. Het resultaat was een serie van vier concerten in het Energiehuis in Dordrecht die het materiaal opleverden voor hun nieuwste album (en DVD) ’Sylva’. De twee concerten op 30 april en 1 mei vormden de wereld concert-premiere van Sylva en ik besloot alvast het album aan te schaffen om een beetje te weten wat mij te wachten stond. Tegenwoordig koop ik bij Qobuz een lossless download en maak dan, als vanouds, er een mooie CD van. Vorige week zaterdag, iedereen was de deur uit, was het tijd om de Pioneers en Davis speakers de sporen te geven met Sylva. Ik werd volledig uit mijn stoel geblazen. Een onverwachte schot uit de heup die ik niet had zien aankomen. Wat een waanzinnige muziek en wat een muur van geluid! Vrijdag zou een bijzondere happening gaan worden. Ik wist het!

We moesten even wachten voordat we de zaal in konden en er stond, gloeiende, gloeiende, al een hele rij mensen voor ons op de trappen te wachten om naar binnen te gaan. Snarky is ‘hot’, dat is wel duidelijk! Nadat de deuren opengingen bestormde het zeer gemêleerde publiek (alle soorten, maten& leeftijden) de tribunes en de rest moest staan. We hadden de laatste zitplaatsen onderaan de tribune, maar de mensen die voor onze neus stonden benamen ons 100% het zicht. Het zou nog een uur duren voordat het concert zou beginnen en we bleven dat uurtje lekker zitten. ‘Conveniently’ zaten we direct achter de tap en konden zittend een biertje bestellen. Dat dan weer wel  

Het is negen uur ‘sharp’ en er wandelen 64 man van het Metropole Orkest en een stuk of 15 man van Snarky Puppy het podium op. Het licht gaat uit, het publiek verstomd en zachtjes opent men met ‘Sintra’ het eerste nummer van het album. We zien dus inderdaad geen bal en besluiten aan de zijkant te gaan staan waar je prima zicht hebt en lekker tegen de muur kan leunen. Prima alternatief.

De opening van Sylva is zacht, bijna klassiek en het duurt even voordat er ritme en tempo in de muziek komt. Maar dat duurt niet lang en na tien minuten is er een woeste maar beheerste muziekmachine 'full force' op stoom gekomen. Stijn loopt na een kwartiertje langs mij heen naar voren. Ik besluit dat ook te doen en, verdomd, ik kan helemaal doorlopen tot ‘op’ het podium. Een paar centimeter weliswaar, maar dichterbij gaat niet.

Muziek en decibellen denderen door mijn broekspijpen en dat is vast niet goed voor de trommelvliezen, maar wat een ervaring! De ongelofelijke virtuoze Snarky band en het weergaloze Metropole orkest pakt de zaal volledig in. De chemie is 100%! Bij elke groove beweegt de hele zaal als één man mee. In het vierde nummer, ‘The Curtain’, valt na een decibelstorm van tien minuten de muziek plotseling stil en begint de pianist een adembenemende en lange solo. Het publiek houdt haar adem in, je kunt een speld horen vallen en er is geen kuchje te horen; volgens mij een unicum bij dit soort muziek. Ik realiseer mij dat dit een magisch moment is.

Band en orkest spelen het hele album, wat bijna een symfonie is én een eerbetoon aan fusiemuziek: pop, rock, jazz, hip hop, world, klassiek, alles komt langs. Het is muziek die leeft als een organisme waarin bijna 80 muzikanten tot een symbiose komen die zijn gelijke niet kent. Na ruim een uur spreekt de zeer energieke Michael League de zaal toe. Hij is trots om in Rotterdam deze premiere te doen, maar iets meer dan 60 minuten is natuurlijk te kort. Daarna volgt nog drie kwartier van meer geweldige muziek en solo’s die door het dak gaan (de solo van de orgelman, waanzin!). De zaal krijgt een deuntje mee om samen met band en orkest te zingen en het publiek wordt een onderdeel van de symbiose. Wat een sfeer. Dan, om kwart voor elf, na de toegift, is het afgelopen en Michael en de artiesten buigen en bedanken het publiek nogmaals. Maar ‘we’ beginnen het deuntje weer te zingen en, haha, de band en het orkest haken in! Heb je dat al eens meegemaakt?

Totaal plat gespeeld hobbelen we de foyer in om wat na te praten. Muzikaal en letterlijk verdoofd door een uniek optreden. We hebben het alle vier zo ervaren. Twee muziekvrienden (papa’s) met twee jonge muzikanten (zoons) én een concert wat ons een leven lang zal heugen. In de parkeergarage galmt het deuntje nog na van mensen die het niet uit hun hoofd krijgen. We praten ook nog wat na bij H. thuis met een biertje. Wauw, wat een avond.

Snarky betekent ‘ill tempered’, kort aangebonden. Ik zie het plaatje voor mij: een chique winkelende dame op hoge hakken. Haar kleine kefhondje loopt rustig naast haar met een geruit dekje over zijn rasrugje. Maar om de haverklap springt hij opzij en trekt hij het lijntje snaarstrak als hij probeert tegen mensen aan te springen die in zijn buurt komen. Maar de dame houdt hem kort en ‘well tempered’ zoals het Klavier van Bach. Het is een metafoor voor Snarky Puppy, rustig, energiek, explosief maar toch strak en beheerst. Is dit de beste fusieband ter wereld? Ik denk het wel.

22 maart 2015 - The Syndicate - Lantarenvenster – Rotterdam

Afgelopen zaterdag zaten we bij een optreden van ‘The Syndicate’, de, voormalige band van Joe Zawinul. De mannen zijn na Joe's overlijden in 2007 doorgegaan om de ‘legacy’ van Joe levend te houden. Terecht, Joe Zawinul was één van de hele groten uit de jazzhistorie. Er schoot tijdens het luisteren naar de energieke ‘World Jazz’ toch nog een muziekverhaaltje door mij heen. Ik dacht dat ze een beetje op waren, maar af en toe komt er weer wat boven drijven.

Het is november 1974 en ik zit in mijn eentje in de passagiersstoel van een witte Volkswagen-bus met Duits kenteken. Het is grijs en miezerig weer. Op de radio klinkt Weather Report’s ‘Boogie Woogie Waltz’. Het is de eerste keer dat ik deze band hoor en ik ga helemaal uit mijn pan. De Volkswagen is een bedrijfsauto van Prakla-Seimos, een gerenommeerd Duits bedrijf dat in de jaren zeventig in opdracht van de NAM seismografisch onderzoek doet in het westen van Nederland. Prakla-Seismos was een soort Fugro eigenlijk. Het bedrijf is in 1991 in handen gegaan van Schlumberger. De staat, de NAM dus, wilde weten wat er aan olie- en gasvoorraden waren. Die waren er ook, denk maar aan de z.g. 'Jaknikkers' die er vroeger stonden rondom Rotterdam, Delft, Zoetermeer, Leiden, enzovoort. Ze pompten olie op en hebben uiteindelijk miljoenen vaten omhoog gehaald. De laatste zijn in 2013 in Rotterdam uit bedrijf genomen.

Terug naar 1974. Mijn vader was in september van dat jaar overleden en ik was even de motivatie kwijt om verder met school te gaan. Het schooljaar 1974-1975 markeerde dus het begin van mijn ‘loopbaan’, rekent u even mee? Via DigiD kun je je werkhistorie terugvinden. Het tussenjaar (74/75), mijn stages én de militaire dienstplicht telden allemaal mee en dat tikt lekker aan dus. Ik denk dat er niet zoveel mensen van mijn leeftijd deze 'score' verbeteren en, Deo Volente, als ik de pensioengerechtigde leeftijd mag halen heb ik er een halve eeuw werken opzitten. Een stukje printscreen van mijn DigiD waar je je arbeidsverleden kunt terugvinden:

De eerste job was dus bij genoemde club via een uitzendbureau. Ik geloof dat het ASB was waar ik later zelf ging werken. Het werk dat Prakla Seismos deed had drie stadia: 1. Een denkbeeldige rechte lijn door het land uitzetten met theodoliet en baak (landmeetkundige gereedschappen) door landmeters én het aanbrengen van piket paaltjes om de lijn te markeren. 2. Springstof aanbrengen in de bodem op regelmatige afstand op de denkbeeldige lijn door de springploeg. 3. Springstof tot ontploffing brengen en het seismisch effect meten door de specialisten. Ik was samen met ‘Heinz’, zo heette hij echt, verantwoordelijk voor stap 1. Ik sprak redelijk Duits én ik wist wat van landmeten vanwege mijn MTS waar ik toen op zat. Het was altijd nat, grijs en koud, maar ik vond het heerlijk om altijd buiten te zijn. Heinz had een stafkaart waar de uit te zetten lijnen op stonden en voerde de regie. Hij las de theodoliet af en ik hield de baak vast en sloeg de paaltjes. De lijnen liepen overal dwars doorheen: door het drassige polderland, over sloten, door buurtschapjes en over boerenerven.

Af en toe moest Heinz zich melden bij een lokale ambtsdrager om ons werk af te stemmen en dan zat ik alleen in de bus te wachten tot hij klaar was. Op zo’n moment had ik dus de eerste kennismaking met Joe Zawinul’s Weather Report. Excuses voor de omslachtige inleiding, maar ik vertel de zaken graag in context. Het nummer 'Boogie Woogie Waltz' van Weather Report's vierde album 'Sweetnighter' is een bijna minimalistische jazz-funk groove van ruim twaalf minuten. Nog steeds een weergaloos gaaf nummer en volkomen tijdloos. Het was één van de vele muzikale openbaringen uit die jaren en Weather Report bleef mijn hele leven één van mijn favoriete bands. Over Weather Report, waar ik het bovenstaande verhaaltje ook even kort aanhaal, schreef ik een stukje in 2009: (http://www.stoneageimages.com/muziek.html - crt F - 10 augustus 2009).


Joe Zawinul (7 juli 1932 - 11 september 2007) was een Oostenrijkse jazz toetsenist en componist die eerst o.a. speelde bij Cannonball Adderley en later furore maakte in de jazz fusion band van Miles Davis.

In diezelfde jaren richtte hij samen met Wayne Shorter de later wereldberoemde en legendarische band Weather Report op. Weather Report was beslist één van de belangrijkste vertegenwoordigers van de nieuwe jazz in de jaren zeventig en tachtig. Jaco Pastorius, de bassist, wordt tot op de dag van vandaag als één van de beste bassisten allertijden beschouwd. Wij zagen ooit Weather Report mét Jaco in het Concertgebouw op zondag 1 oktober 1978. Een bijzondere setting was dat en een onwaarschijnlijk goed concert. Jaco leeft helaas niet meer. Hij had 'issues' met drank en drugs en ontwikkelde manisch gedrag. Hij verloor de aandacht voor muziek, leefde soms weken op straat en raakte links en rechts in de problemen. Hij werd in 1987 door een uitsmijter van een bar in de buurt van Fort Lauderdale in elkaar gerost na een incident. Het letsel was zo ernstig dat hij in coma raakte. Tien dagen later stierf Jaco Pastorius op 35-jarige leeftijd. Eén van de vele trieste verhalen, helaas, uit de historie van getalenteerde rock- en jazzmuzikanten. Marcus Miller schreef als ode het nummer 'Mr. Pastorius' wat op Miles' album 'Amandla' verscheen. Luister naar Miles, Marcus en de fenomenale Kenny Garrett. Wow...

In 1994 richtte Joe het 'Zawinul Syndicate' op waarin naast jazz ook veel ‘world’ muziek de ruimte kreeg en artiesten uit alle windstreken speelden. Ik vond het een zeer inspirerende band en het werd Joe’s belangrijkste muzikale activiteit naar mate de jaren vorderden. Hoogtepunt is, wat mij betreft, het album ‘World Tour’ uit 2006. Joe Zawinul overleed een jaar later. De erfenis van Zawinul werd en wordt opgevolgd door een aantal van zijn toemalige bandleden. Ik zag hun CD op iTunes en kocht hem direct. De annonce van de band dat ze in Rotterdam zouden optreden zag ik een paar dagen later. Dat leek mij en ons wel wat. Dat bleek terecht.

De CD, ‘File Under Zawinul’ is een juweel. Een mooie mix van Syndicate en Weather Report. Retestrak gespeeld en schitterend opgenomen. Hoe zou dat live verlopen? We zaten vlabij de PA in zaal 1 en dus op een perfecte plek. Het eerste nummer klonk wat stroef en de audio was nog niet op orde. ‘Gibraltar’ ging al veel beter en daarna ging het crescendo met het samenspel. Zeer hechte en strakke band en een briljant stel techneuten, zoals je mag verwachten met hun erfenis. Kortom een perfect concert. Bijna perfect moet ik zeggen, want er ontbrak iets. Joe Zawinul. Dat klinkt wat flauw, maar de band mist ‘een' Zawinul, iemand met een inspirerende uitstraling die interactief is met het publiek. Als deze groep een dergelijke frontman er bij weet te vinden dan kunnen ze een act van formaat worden. Nu vrees ik het ergste…

  • Andrii Prozorov - sax
  • Pietro Angelo De Girolamo - keyboards
  • Amitava Chatterjee - gitaar
  • Josef Lackner - bas
  • Walter Sitz - drums
  • Jorge Bezzera Junior - percussie

Na het concert het bekende pilsje gedronken samen met H. en R. in de altijd gezellige lounge (heet dat zo?) van Lantarenvenster. We kwamen twee vrienden van R. tegen en dat was gezellig. Vijf van die ouwe bokken met een glas bier en lullen over muziek en dergelijke. Kan niet stuk zo'n avond. Eén van de vrienden heeft blijkbaar een zeer indrukwekkend HiFi setje en daar gaan we donderdag naar luisteren. Ik ben weer benieuwd!

12 januari 2015 - Blast From The (Recent) Past

Recent en, respectievelijk, zeer recent mochten we concerten bijwonen van Lee Ritenour en, wat later, Dhafer Youssef. Beide concerten komen wat mij betreft zeker in aanmerking voor een top 10 waardering. Ik zal het lijstje weer eens een keer bijwerken. Het eerste concert verdient die plaats voor de muziek natuurlijk maar ook voor de supersfeer en sympathieke uitstraling van Lee Ritenour. Bij Dhafer was de sfeer ook geweldig, maar de hele ambiance mét onvergetelijke én onvergelijkbare muziek, tjsa, woorden schieten te kort. Mijn verslagen van beide concerten staan hier: http://blog.stoneageimages.com/#post4 (even zoeken met Ctrl F).

Zoals u weet zit ik regematig te surfen op Youtube en, verdomd, ik kom twee live registraties van genoemde mannen tegen die toch wel heel dichtbij de ‘real thing’ komen. In beide gevallen is er sprake van een toevoeging!

Weleens van Dave Grusin gehoord? Misschien niet, maar de ouderen, laten we zeggen 40+, kennen zijn muziek zeer waarschijnlijk. Dave schreef namelijk de muziek voor The Firm, een zeer populaire en spannende film uit 1993 met Tom Cruise die de meesten van ons wel hebben gezien. De nog wat ouderen kennen zijn muziek 100% zeker, want hij schreef ‘Keep Your Eye on the Sparrow’, ‘theme song’ van Baretta, gezongen door Sammy Davis Junior. Baretta, daar keken we allemaal naar, toch?

Dave leverde ook een grote hoeveelheid ‘scores’ voor andere films en is zijn leven lang actief als pianist, componist, arrangeur en muzikant. Ik vermoed dat Grusin’s werk wel zal worden bijgeschreven in het ‘Great American Songbook’. Ik vind zijn ‘scores’ beter dan zijn reguliere discografie, dat is een beetje te zoet voor mij. Lee Ritenour en Dave Grusin gaan een ‘long way back’ en hebben diverse samenwerkingen op hun naam staan. De meest recente is van 2011. Ik kwam een registratie tegen van hun concert tijdens Montreux Jazz en het is een juweeltje. Het concert heeft die zelfde positieve sfeer die wij in Zoetermeer ervoeren. Ze hebben er allemaal zin en en Dave Grusin’ is vooral in vorm als hij prachtig een heel mooi stuk uit ‘The Firm’ speelt. De man is hier 77 jaar en zijn aanwezigheid is een gave toevoeging. De HD video heeft een muziekstream van zelfs 1256 kbps en de audio kwaliteit is ronduit verpletterend. De recording engineers hebben hier topwerk geleverd!


Ja, dan Dhafer Youssef. Het was pure magie. Ik val in herhaling, maar ik denk dat Dhafer in het genoemde top 10 lijstje weleens bovenaan zou kunnen komen. Maar goed, over het concert en de werkelijk unieke muziek van Dhafer heb ik al genoeg geschreven. Maar wat kom ik tegen? Een werkelijk fantastische live opname van oktober 2013, opgenomen in Izmir in Turkijke. De band is voor de gelegenheid uitgebreid met twee Turkse muzikanten en dit geeft de muziek nog iets extra’s. Ik vind het werkelijk waanzinnig goed en dat mag ik een echte muziekliefhebber niet onthouden. Het is de reden van deze blog. De video heeft een HD kwaliteit van 1020p en een muziekstream van 746 kbps. De audiokwaliteit is ook hier geweldig. Uiteraard heb ik het gedownload, want de vraag is maar net hoe lang het concert beschikbaar is op Youtube. Nogmaals: éénzame en volslagen unieke klasse!




Reacties(0)//blog.stoneageimages.com/#post15

4 januari 2015 - Marcus Miller - Jekyl & Hyde

In mei 2012 bezocht ik met Stijn het concert van Marcus Miller in Paradiso. Een juweel. Het was aan het begin van zijn Renaissance tour en ik vond het, eerlijk gezegd, een verademing. Hoe mooi zijn Miles’ tribute werk ook is, dat had ik wel een beetje gehoord. ‘Renaissance’, zijn laatste album en zeker de live concerten vind ik een prachtige mix van oud en nieuw. De muziek schuurt net wat meer tegen traditionele jazz aan en wordt lekker opgepeperd door funk en rock. Marcus Miller is my main man. Ik word zo ontzettend blij van deze bassist en zijn muziek. Elders beschrijf ik op deze blog mijn strapatsen met het downloaden van Youtube concerten. Marcus is natuurlijk voor mij de belangrijkste bron op dit moment. Een favoriet van mij is de song ‘Jekyl & Hyde’ van zijn laatste album ‘Renaissance’. Een relevante titel trouwens. Ik neem aan (?) dat iedereen het boek ‘Strange Case of Dr Jekyll and Mr Hyde’ kent van Robert Louis Stevenson over de gespleten persoonlijkheid van de hoofdpersoon. Dat kenmerk komt in het nummer terug. Cool, after beat, traditional, funk & rock. Ik vind het een zeer verslavend nummer. Op de studioplaat staat het er natuurlijk lekker gelikt op, maar de live versie is inmiddels geëvolueerd tot een ‘signature song’ zoals alleen top jazzmusici dat kunnen. Echt super. Marcus Miller en zijn band staat wat mij betreft bovenaan de jazzketen als ik het zo mag uitdrukken. Hieronder twee Youtube filmpjes. In de bovenste legt Marcus uit hoe hij de tempo van de tijd heeft verwerkt in ‘Jekyl & Hyde’ en in het tweede filmpje het lijdend voorwerp, live gespeeld tijdens Jazz in Marciac in 2012.



19 december 2014 - Een Muzikale Familie

Ik speel geen instrument, ik kan niet zingen en toch ben ik behoorlijk ‘muzikaal’. Maar dan bedoel ik dat natuurlijk niet in de letterlijke betekenis van het woord, maar dat weet de gemiddelde lezer van deze berichten wel. Maar mijn vrouw J. en zoon Stijn zijn écht muzikaal. Beiden zijn in het bezit van een absoluut gehoor en allebei zijn ze actief respectievelijk in een koor en met piano spelen. Stijn’s muzikale activiteiten heb ik hier vaak genoeg belicht. Hij speelt nog steeds veel en dagelijks en treedt, zeker in deze kerstmaand, regelmatig op. Maar over het koor van mijn vrouw J. heb ik volgens mij nog nooit wat geschreven en daar doe ik ze toch serieus te kort mee. Ze is sopraan in het koor 'Flexible Sound' en is daar al vele jaren trouw lid van. Het is een gezellig amateurkoor met een vrij stabiele bezetting en een chronisch tekort aan mannelijke leden. Dus als er iemand (een man dus) zich geroepen voelt... Flexible Sound afficheert zich als een ‘Pop- en Jazz koor’ en dat dekt de lading redelijk. Beetje meer Jazz zou van mij wel mogen. Ik volg ze al vele jaren en heb oneindig veel foto’s en filmpjes van ze gemaakt. De kwaliteit van het koor wisselt natuurlijk met de samenstelling en de locatie. Het tweejaarlijkse concert in de Goudse Schouwburg is altijd een succes. Dat komt natuurlijk door twee jaar voorbereiding, talent en toewijding, maar ook door de goede akoestiek van de Goudse Schouwburg. In de hectische decembermaand waren ze ook aan de beurt met diverse optredens. Een prachtig voorbeeld van de kwaliteiten van Flexible Sound én een mooie locatie en akoestiek staat hieronder.

Deze opname is gemaakt op 12 december jl. tijdens de befaamde 'Kaarsjesavond' in de kapel van Museum Gouda. Het koor zingt 'A Spaceman Came Travelling' van Chris de Burgh. Een juweeltje!

Moeder en zoon (hierboven) even samen op de muzikale toer in de muziekwinkel waar Stijn regelmatig bijspringt. Stijn heeft een dagopleiding in de muziek voorlopig uit zijn hoofd gezet. We zien wel. Zijn muzikale ontwikkeling staat in ieder geval niet stil. Binnenkort gaat hij een dame begeleiden die auditie gaat doen op de Kleinkunstacademie van de AHK (Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten) en dat is geen kattenpis!

Een vriend van mij zei ooit eens dat muziek de meest directe communicatievorm met de ziel is. Ik ben het er helemaal mee eens! Wij zijn eigenlijk altijd wel bezig met muziek. J. en Stijn met spelen en luisteren en ik met luisteren, schrijven, downloaden, kijken, lezen, cd'tjes maken, noem maar op. Muziek is, in al zijn facetten, toch één van de mooiste dingen die er is. 

16 december 2014 - Gatecrash - Lantarenvenster - Rotterdam 

Het was weer een dynamische decemberdag. De 13e By the Way... Eerst luisteren naar de Magico Q7 in de residentie (zie weblog) en ’s avonds naar Eric Vloeimans’ Gatecrash’ in LantarenVenster in de ‘Niet Lullen Maar Poetsen’ stad, u begrijpt mij wel. We, Stijn en uw scribent, zouden met H. meerijden, maar ik was mijn pasjesmapje thuis kwijt. Betaalpassen, rijbewijs, credictcards. Grrr, gloeiende, gloeiende. Ik liet Stijn maar vertrekken met H. en zoon D. Ik ging echt niet weg voordat ik het mapje had gevonden! Na een kwartier kwam het tevoorschijn, godzijdank. Met de oren in mijn nek naar Rotterdam en ik kon gelijk aansluiten in de rij om naar binnen te gaan.

We zaten dus niet op één van de voorste rijen dit keer, maar de zaal is lekker steil en we hadden een prima plek. Precies om half negen kwamen de mannen op en startten een sferisch muziekje. Maar… Eric’s trompet deed het niet en de band werd even stil gelegd. Na een minuut of vijf was het euvel gevonden. Eric vond het wel kies om opnieuw op te komen. Leuk. Het werd een gelikt concert. Ergens aan het begin van de avond zegt Eric dat het publiek erg rustig is, maar "dat krijgen we er nog wel uit!" grapt hij. Het is inderdaad een wat mat publiek, maar aan Gatecrash gaat het niet liggen blijkt al snel.


Feilloos gespeeld door een stel fantastische muzikanten met een geweldige ‘drive’. Gatecrash is in mijn ogen echte Europese Jazz, als dat al bestaat. Het is geen zwarte funk, maar een smaakvolle mix van jazz en invloeden uit allerlei werelddelen. Soms melodieus, soms verstild, soms een tikkie rock en vaak gewoon lekker up tempo jazz (fusion). My kind Of Music. Deze band draait als een goed afgestemde en geoliede machine. Eric is een meester op zijn trompet, dat is geen nieuws. Ik vind het altijd gaaf als hij wat effecten in de strijd gooit, maar daar was hij wat zuinig mee. Jorrit Westerhof op gitaar perst daarentegen van alles wat je maar kunt bedenken uit zijn gitaar en ik vond het een prima toevoeging aan de Gatecrash sound. Jeroen van Vliet is een geweldige groove master op zijn Fenderpiano en drummer Jasper van Hulten en bassist Gulli Gudmundsson (Eric: ‘ik ben de enige Nederlander die zijn naam goed kan uitspreken...’) zijn verantwoordelijk voor het ritmisch fundament en dat doen ze met verve. Volgens mij liet de band geen steekje vallen deze avond. De set bestond uit nieuwe nummers, met uitzondering van ‘Party Animals, hun ‘hit’ zoals Eric zei. We konden zelfs meezingen, hahaha. Vermeldenwaard is dat Jeroen van Vliet, de keyboard man, de volgende dag de Boy Edgar prijs 2014 in ontvangst mocht nemen. Wat ik ook niet mag vergeten: de geluidskwaliteit! Helemaal top, Stevig, zeker niet te hard, maar bijna audiofiel. Dit is nog steeds wel even wat anders dan Home Audio. Half miljoen aan spullen thuis staan of niet.

  • Eric Vloeimans - trompet 
  • Jeroen van Vliet - keyboards 
  • Gulli Gudmundsson - basgitaar
  • Jasper van Hulten - drums 
  • Jorrit Westerhof – gitaar

Na het concert stond Eric met een dame (zijn vrouw?) ceedeetjes te verkopen. Nog een praatje gemaakt. Het concert was opgenomen en gaat weliicht worden gebruikt voor een Live cd. Leuk. Eric nog even op de foto met iedereen. Aardige vent. O ja, de vergelijking met Nils Petter Molvaer lijkt voor de hand te liggen. Hun stijlen zittten wel in dezelfde hoek, maar Eric’s muziek vind ik uiteindelijk toch wel gevarieerder en levendiger. Bovendien is Eric een gezellige en humoristische babbelaar tussen de nummers door. Nils hebben we niet veel horen zeggen.

Weer een topavond. Ook na het concert, want die DJ’s bij LantarenVenster weten de meest geweldige jazz te draaien waar we vaak nog nooit van gehoord hebben. Biertje of een Corona’tje er bij en genieten maar. Prima tent!

Een mijnheer Domingus heeft de hele avond een videorecorder op schoot gehad. Geen eens beroerde kwaliteit: Gatecrash