vrijdag 26 december 2008

STONEAGEIMAGES 2008-2016 - FOTOGRAFIE

26 augustus 2015 - Horizontaal!

Een kleine ergernis die zich bijna dagelijks aan mij opdringt is de trend van verticale fotografie. Om maar met de deur in huis te vallen: niet doen! Het komt allemaal door de jeugd met hun smartphones. Ze hebben dat ding de godganse dag verticaal voor hun snufferd. Als er dan iets te fotograferen (of filmen) valt dan is het makkelijk om dat met één hand te doen en wel verticaal. Pure gemakzucht en een beetje jammer. Ook mijn zoon maakt zich er schuldig aan en, ondanks mijn dringende advies, ik krijg het er niet uit. Het probleem is dat bijna 70% van de foto niet wordt gemaakt. Klinkt wat cryptisch, maar dat zal ik zo uit de doeken doen.

Ons blikveld is horizontaal georiënteerd. Horizontale composities worden daarom als natuurlijk ervaren. Denk maar aan compositieregels als de Gulden Snede en Regel van Derden (zoek maar op). Het zijn de richtlijnen die schilders al eeuwen en fotografen al meer dan 100 jaar hanteren. Maar soms leent een onderwerp zich meer voor een verticale compositie. Met name mode- trouw- en portretfotografie zijn daar goede voorbeelden van. ‘An sich’ is er natuurlijk niets op tegen om een verticale foto te maken, maar eigenlijk zijn ze tegenwoordig alleen geschikt om af te drukken. Het heeft alles te maken met de komst van de computer. Onze geprinte foto van vroeger konden we horizontaal of verticaal in een fotoboek plakken. Dat maakte niet uit, de foto werd er niet kleiner van. Dat is nu heel anders. We bekijken onze foto’s tegenwoordig bijna uitsluitend op het beeldscherm. Dat beeldscherm is horizontaal. Als u een verticale foto maakt en deze op een beeldscherm bekijkt dan ‘verkleint’ u het fotopotentieel op een niet geringe wijze. Tenzij u uw computer bij elke verticale foto op zijn kant zet. Dergelijke draaibare beeldschermen bestaan overigens wel en een tablet kun je natuurlijk ook makkelijk draaien maar dat kijkt wel érg onrustig.


De foto’s hieronder illustreren mijn standpunt overduidelijk. De eerste foto is onlangs gemaakt op de dag dat De Pier in Scheveningen weer open werd gesteld voor het publiek. Ik gebruikte een Samsung Galaxy S4. De verhouding is 1:1,778 (2322 x 4128 pixels).

 

De tweede foto heb ik verticaal uitgesneden van de eerste foto en gecropt naar genoemde verhouding. Het is alsof ik vanuit hetzelfde standpunt de foto verticaal had gemaakt. Ik denk dat de boodschap wel duidelijk is. Afgezien van het feit dat de nieuwe foto qua compositie sowieso horizontaal moet zijn, heeft de verticale foto een ‘oppervlakte’ op het scherm dat slechts 31% van de horizontale foto is.

 

Omdat ik ook ouderen steeds meer deze fout zie maken, wil ik u voor deze dwaling behoeden. Maak gewoon altijd horizontale foto’s, tenzij u uw foto’s gaat of wilt afdrukken of publiceren. Het is 9 van de 10 keer de juiste fotografische gewoonte en u verspeelt geen ‘oppervlakte’ meer. De Eiffeltoren, bijvoorbeeld, er op zetten? Gewoon genoeg afstand nemen en ook dit verticaalste der verticale onderwerpen krijgt substantie omdat de omgeving er op ook op staat. Wat zie je alleen aan die 'mast' zonder relatie met de rest van de stad?


Dat mijn verhaal misschien nog wel meer van toepassing is op het maken van videofilms lijkt mij evident. Overigens kunt u ook vierkant croppen. Ik vind het vierkante kader niet zo mooi, denk aan de Gulden Snede. Maar dat is natuurlijk persoonlijk. Hasselblad, bijvoorbeeld, is een zeer kostbare professionele camera waarmee standaard vierkante foto's op middenformaat (6 x 6) worden gemaakt. Zeer geschikt voor studio- en portretfotografie. Er zijn nog meer merken die dit formaat bieden, deze raken echter in onbruik vanwege de fenomenale kwaliteit van de hedendaagse kleinbeeldcamera's.

Ik denk dat ik mijn culturele steentje weer heb bijgedragen en hoop dat de lezer mijn advies ter harte neemt. 

FOTOGRAFIE - CONTENT WEBSITE 2008 - 2014

Algemeen 

De gepubliceerde (publieke) foto’s zijn ondergebracht in de vorm van ‘mooie’ plaatjes in de bovenste map, het portfolio. De mappen daaronder herbergen in chronologische volgorde 'gewone' vakantie- en reisfoto’s en foto’s van andere onderwerpen. De foto’s zijn alle verkleind naar 1024 pixels in de breedte om ruimte op de server te sparen en eventueel kopiëren te beperken. De kwaliteit is dus beslist niet te vergelijken met het origineel! Als een fotomap, bijvoorbeeld 'portfolio' is geopend dan kan een diashow geactiveerd worden door op de driehoek te klikken, rechtsboven in elke foto. Even op F11 drukken en dan is alles echt fullscreen. Op de iPad en andere mobiele applicaties valt het commentaar weg. Niets aan te doen. Ik heb ook wat scans geplaatst van dia's en oude foto's (de laatste vaak in vrij slechte staat). Af en toe publiceer ik hier ook een blog.

30 oktober 2014 – Fotografie – een update

Wat valt er verder te vertellen over fotografie anders dan dat ik hiervoor (hieronder) heb gedaan? In essentie niet zo heel veel eigenlijk, maar voor het tijdsbeeld heb ik de behoefte enkele ervaringen en inzichten te actualiseren. Daar gaat-ie:

Dia’s

Inmiddels ben ik lekker op stoom met het scannen van mijn dia’s. Eigenlijk nu pas. De laatste maanden doe ik bijna dagelijkse wat scans en dat is toch de enige manier én een heerlijk rustpunt in de dag. Muziekje er bij, helemaal goed. Het aantal gescande dia’s ligt nu ruim boven de 1600. Omdat ik een zo hoog (mogelijke) kwaliteit nastreef gaat het langzaam. Met de kwaliteit helpt voortschrijdend inzicht, zelfs in aanmerking nemend dat ik al bijna 15 jaar met digitale fotografie bezig ben. Zo gebruik ik tegenwoordig, behalve de eerder genoemde software, ook het gratis software programma Phoxo, waarmee ik veel beter de kleurbalans kan corrigeren dan andere software. Opmerkelijk. Je kunt met Phoxo makkelijk layers bewerken en dat is ook erg prettig. Opvallend is het verschil van de verschillende emulsies van de Fujichrome films door de jaren heen. Sommige jaartallen zijn briljant en andere belangrijk minder. Ik doel daar mee met name op de kleurbalans en de korrel/ruis van de film na het scannen. Van sommige emulsies is het lastig en zeer tijdrovend om een behoorlijke scan te maken en andere zijn soms zo goed dat je, als je een beetje je best doet, aardig in de buurt komt van een ‘echte’ digitale foto. Ik heb decennia gefotografeerd met dure Nikon spullen en ik wil dan ook geen houtje-touwtje kwaliteit scans. Maar ja, het is een tijdrovend proces.

De bewerkingsstappen die ik per dia doorloop als ik de ruwe scan heb gemaakt zijn: croppen, kleurverzadiging, kleurbalans (RGB), contrast, layer bewerking (soms), scherpte, USP (Un Sharp Mask), blurr, verwijderen van stof, krassen en andere ‘blemishes’. Dat is me wat he? Als ik dan nog niet tevreden ben, dan zijn er nog tal van andere mogelijkheden om het resultaat te perfectioneren. Een ‘batch’ scan van vier dia’s duurt met de Minolta iets minder dan drie minuten. Dat is toch best snel. De volledige nabewerking varieert van een minuut tot misschien wel een kwartier, afhankelijk van van alles. Ik scan naar JPEG (low compression), 300 dpi en een formaat van ongeveer 3000 x 2000 pixels. De gemiddelde scan blijft daarmee onder de 1 MB. Dergelijke scans zijn een mooie gemiddelde voor alles: beeldscherm, print, online opslag, e-mail, etc.

Hieronder een voorbeeld van een mooie scan van een dia genomen aan de Dorset Heritage Coast in 1999.


Op zolder staan iets meer dan 26.000 dia’s. Mijn streven was 10% ‘scandekking’, maar ik denk dat ik op 15% uitkom. Dat betekent dat ik de helft van dat aantal begin te naderen. Het is een autistische sysifusarbeid, maar ik vind het GEWELDIG! Ik beleef mijn leven gewoon nog een keer en daar was het ooit, onbewust, misschien ook wel een beetje om begonnen. Waar maak je anders foto’s voor? Delen met anderen (mooie sier maken voor mijn part) én voor de herinnering, toch?

Voor de volledigheid wil ik nog opmerken dat de projectie van een dia uiteraard ook geweldig is. Maar de kwaliteit van oude dia’s loopt terug. Het is tenslotte een lichtgevoelig product en dat proces is onomkeerbaar. Ook stof en andere invloeden doen zich gelden en daarom ben ik zo gebrand de handel te conserveren als ik het zo mag noemen. Projectie is daarnaast best wel gedoe en het is geweldig de dia’s makkelijk beschikbaar te hebben via alle moderne toepassingen. Een fotoboek is bovendien ook zo gemaakt en dat blijft, vind ik, uiteindelijk de mooiste manier om foto’s te bekijken.

The Cloud

Al mijn digitale foto’s staan uiteraard op mijn computer en een kopie daarvan op een externe harde schijf. Een uittreksel van de digitale foto’s, een soort ‘best of’, staan gekoppeld aan deze website. Vanaf 2006 staat het dus allemaal min of meer in ‘The Cloud’. Mijn gescande dia’s heb ik ook op PC en externe schijf. Een kopie heb ik inmiddels ook in the cloud, maar dan op een andere locatie. Ik kan dus op alle media en wereldwijd mijn fotografie benaderen. Da’s wel supergaaf. Ik maak de gescande dia’s niet volledig publiek beschikbaar, hooguit een klein deel. Ik heb een levenlang een gigantische hoeveelheid tijd en geld geïnvesteerd in fotografie en ik houd dat grotendeels voor mijzelf.

Smartphones

Waarom zou je nog een ‘dedicated’ camera kopen als gemiddelde fotoconsument? De kwaliteit van de foto’s van smartphones wordt steeds beter en het is een kwestie van tijd, denk ik, voordat men iets verzint op het verleggen van het brandpunt zonder een mechanische toepassing, zodat je met je telefoon ook een ‘echte’ tele foto kunt maken. De telefoons synchroniseren tegenwoordig, als je wilt (ook als je het niet wilt, haha) je foto’s met Dropbox of dergelijke applicaties en dan ben je klaar. Apple heeft (en anderen wellicht ook) software die je foto’s gelijk rubriceert op locatie en onderwerp. Ongelofelijk toch? De smartphone is geweldig voor het vastleggen van de wereld van alle dag én het is echt een creatief instrument. Ik ben zelf zeer terughoudend met het fotograferen met mijn telefoon omdat ik al gek wordt van alle foto’s en dia’s en beperk mij zoveel mogelijk tot mijn Nikon SLR. Voor degenen die kunnen doseren is de smartphone helemaal goed. Dat maffe selfie-project van Heleen van Royen (Selfmade) is misschien erg narcistisch en extreem, maar het is wel een geweldig voorbeeld van de onverwachte mogelijkheden van deze nieuwe manier van fotograferen. Je kunt van alles van haar vinden, maar ik vind haar project echt zeer origineel.


Ik bevind mij in goed gezelschap: Frans Lanting is ook helemaal fan van de nieuwe manier van fotografie met de smartphone. Voor degenen die hem niet kennen: Frans is een Nederlander, woont in Californië en op dit moment waarschijnlijk de beroemdste en best betaalde natuurfotograaf ter wereld. 

Hieronder een voorbeeld van een smartphone foto (Samsung S4) zoals je die tot een paar jaar terug alleen met een SLR kon maken. Daaronder een detail van dezelfde foto (iets lichter gemaakt) om te laten zien wat zo'n telefoon kan aan detaillering. De foto is gemaakt in november 2013 op een kwartiertje lopen van ons huis net na zonsondergang. Met een telefoon!



14 juli 2013 – Nikon D3200 - Ervaringen

Uiteindelijk was het zover. Ergens in januari besloot ik de knoop door te hakken en over te stappen op een digitale spiegelreflex camera. Een ‘echte’ fotograaf kan niet zonder zeggen ze dan. Gelul natuurlijk, maar ja, ik was het aan mijn eer verplicht, dacht ik. Het werd de Nikon D3200 en schafte er tevens de Nikkor 18-105 AF-S DX lens bij aan. Een mooie standaard combinatie met een zeer bruikbaar groothoek- en telebereik. Ik ben een beetje ambivalent over deze camera. Normaliter moet je bij de aanvang van je verhaal, zo hoort dat, alvast met de conclusie over de brug komen, maar dat doe ik hier niet. Er zijn zoveel nuanceringen te maken en die wil ik toch eerst de revue laten passeren. Hieronder doe ik een poging. Het is geen gestructureerde review. Ik heb maar wat voor de neus weggeschreven op gebruikersniveau.


 Vanwege drukte met werk en dus niet veel tijd en zin, weinig interessante uitstapjes en eindeloos lang saai weer, duurde het echt maanden voordat ik de camera eens echt ging gebruiken. Een mooie zonnige dag in Amsterdam was een aanleiding om eens flink wat weg te klikken. Thuis gekomen bleken alle foto’s te zijn gemaakt met ISO 6400. Met stralend weer gaat dat niet werken. Sommige plaatjes gingen wel, maar bij de meeste was de kleurbalans gewoon helemaal zoek. Ik had ook steeds een beetje ruzie met het zoeken in de menu’s naar instellingen en ik had de camera per ongeluk standaard op 6400 gezet. Stom. Ik fotografeer altijd op de P-stand met alle camera’s omdat ik ISO en de belichtingswaarde zelf in de hand wil houden. De standaardinstellingen (‘Auto’) vind ik bij geen enkele camera deugen. Nadeel is dan dat je handmatige en tijdelijke correcties wel moet terug zetten naar de ´eigen´ standaard waarden. De ISO instelling kun je bij de D3200 wijzigen met het handige ‘i’ knopje of in het menu. Ik was vergeten de ISO weer terug te zetten naar 100…

In recensies noemen ze dit soort camera’s ‘instap’ spiegelrefelexen. Ik vind dat onzin en denigrerend. Alsof je met zo'n wat goedkopere DSLR opeens een 'beginner' bent. In de eerste instantie maakt de fotograaf de goede foto en niet de camera. Dat heeft helemaal niets met ‘instap’ te maken. Mijn vrouw J. maakt verbijsterend mooie foto’s met een Nikon camera van 9 tientjes, haar Samsung telefoon én haar iPad! Een goede fotograaf maakt dus met alle camera’s een mooie foto! In de tweede instantie kun je met de D3200, en met alle andere ‘instappers’ van de andere merken, de duvel en zijn ouwe moer instellen. Natuurlijk, met 'professionele' camera’s en objectieven worden de foto’s allemaal nog briljanter en kun je nog meer shit instellen, maar dat heeft in essentie niets te maken met ‘instap’, maar met de intrinsieke kwaliteit waarmee de camera en de lenzen door de producent zijn gebouwd. De aanschaf van een Nikon D4 of een Canon EOS ID X (beetje compleet zit al gauw aan de 8000 euri) maakt iemand geen goede fotograaf!

Met moderne camera’s kun je via de software (te) veel invloed op het eindresultaat hebben. Ook in de D3200 zijn de mogelijkheden eindeloos. Via de menu’s kun je vooraf én achteraf eindeloos veranderingen aanbrengen m.b.t. scherpte, contrast, helderheid, verzadiging, tint en kleur, enzovoort. Het aantal combinaties loopt in de honderden, zo niet in duizenden verschillende eindresultaten. Ronduit belachelijk. Kleine kans dat het aanpassen van de instellingen de foto wat beter maakt, maar hele grote kans dat je de foto werkelijk totaal verziekt. Met de z.g. ‘professionele’ camera’s kun je ook nog vooraf histogrammen bekijken. Gekkenwerk. Dat kan de D3200 alleen achteraf. 


Het zou echt tijden duren voordat een fotograaf alle mogelijkheden in de vele verschillende praktijkgevallen (binnen én buiten) zou hebben uitgeprobeerd. De oplossing is om alles op ‘default’ te laten staan en de oplossing in ‘post-production’ te zoeken. Nabewerking op de computer dus. Dat is precies wat tegenwoordig normaal is in professionele fotografie en elke fotograaf doet. In essentie stelt de fotograaf zijn camera op zijn of haar standaard voorkeursinstellingen in, past nog wat aan tijdens het fotograferen, afhankelijk van de condities, en gebruikt het toestel verder als een ‘point and shoot’. Daarna met de ‘Photoshop’ bezem er over heen. Dat is de praktijk. 

Ik heb ten gevolge van voortschrijdend inzicht, twee instellingen aangepast die afwijkend zijn van ‘default’. De eerste is de combinatie van kwaliteit en JPEG. De Nikon D3200 kan 24 MP foto’s maken als je de instelling op ‘Beeldkwaliteit = Groot’ zet en JPEG ‘fijn’ kiest. Niet doen. Eén foto wordt dan 12 MB. Dat is onnodig groot en buitengewoon onhandig met het oog op, nabewerking, e-mail, opslag in de ‘Cloud’, etc. Bovendien ligt de kans van ruis op de loer bij minder goede lichtomstandigheden want de CCD is nog steeds niet full-size. Ik stel dus in op ‘Middel’ beeldformaat en JPEG Normaal. De verschillen zijn niet waarneembaar en de foto is minimaal de helft kleiner. Een tweede afwijking van de standaard instelling is de meervelds autofocus (AF) stand. Ik kies (meestal) voor de enkelpunts autofocus. Als je de meerveldsmeting gebruikt kiest de camera regelmatig een punt van scherpstelling in je compositie die je niet wilt. Buitengewoon onhandig. Ik ben de fotograaf en ik bepaal wat scherp is en wat niet. Een eigenschap waar je goed op moet letten is dat, als je met deze camera focus en belichting na scherpstelling wilt bewaren en de compositie wilt aanpassen, het knopje AE-L/AF-L (auto exposure-lock/auto focus-lock) tegelijkertijd moet indrukken met het half indrukken van de ontspanknop. Het knopje zit op een onhandige plek en het is gewoon lastig en onnatuurlijk om het ene knopje volledig in te drukken en de andere half. Met alle camera’s die ik vroeger gebruikte betekende de ontspanknop half indrukken dat de camera focus en belichting bewaarde. Daarna kon je gewoon de compositie aanpassen. Misschien is dat ergens in de menukrochten van de D3200 aan te passen, maar daar ben ik nog niet achter. Lastig.

Er bestaat voor mij geen enkele camera die op de ‘Auto’ stand correct kan belichten omdat de camera niet weet waar ik de nadruk op leg. Dus standaard de P-stand, of, afhankelijk van het onderwerp, de A-stand (diafragma) of S-stand (sluitertijd). Tijdens het fotograferen wissel ik dus regelmatig van matrix- naar meervelds- en spotmeting. Al naar gelang de situatie. Die instellingen zijn, zoals genoemd, bij de D3200 gemakkelijk via de ‘i’ knop te benaderen. Bijna zo handig als een knopje aan de buitenkant.


  

Het is best een aantal kanttekeningen die ik hierboven maak. Ik ben ook extra kritisch omdat ik de Fujifilm Finexpix HS-10 (zie de blogs hiervoor) heb ervaren als een hele fijne camera die bijna feilloos is voor dat geld. Ben ik dus niet tevreden met de Nikon D3200? Dat gaat beslist te ver, maar zo lyrisch als de pers ben ik niet. Maar er is gelukkig ook veel goed nieuws te melden. De D3200 is een superieur werkpaard dat alle camera’s waarmee ik heb gewerkt met gemak in de schaduw stelt tijdens het daadwerkelijk fotografiewerk. Het is een GROOT genot om mee aan de gang te zijn. De ergonomie is, afgezien van de locatie van de AE-L/AE-F knop, geweldig. De snelheid van autofocus en het opslaan van foto’s gaat ongekend snel. De robuustheid van body en lens is, ja die is Nikon. Daar kan echt nog steeds geen ander (betaalbaar) merk tegenop. Het werkt allemaal onwaarschijnlijk lekker. De scherpte van de foto’s is ronduit fantastisch en de resultaten in schaars licht zijn zeer behoorlijk. Tot 800, misschien wel ISO 1600 is er nagenoeg geen verschil te zien met, bijvoorbeeld ISO 200. Je kunt gewoon in het donker foto’s maken met ISO 6400 en dan zie je nog nauwelijks ruis! De kleurbalans is goed, maar bij weinig licht, té dynamisch en dat vind ik jammer. Als het donker is wil ik een donkere foto en geen ‘gelifte’ foto. Maar ja, post-productie dan maar. De zoeker is helder en scherp bij alle lichtomstandigheden. De zoomlens is een juweel met een buitengewoon bruikbaar bereik en zeer degelijk gebouwd. De scherpte van volledig ingezoomde foto’s, met name bij goed licht, is bijna ongeloofwaardig goed. Vervelend is de sterke vignettering bij volledig ingezoomde foto’s en gebruik van de polarisatielens én zonnekap. De vignettering is overigens met nabewerken goed weg te werken, dus dat probleem is relatief. De D3200 is niet te zwaar en met de 18-105 precies in balans als je hem om de nek hangt en tuimelt dan niet met de lens naar beneden. De duurzaamheid van de accu is ronduit geweldig. Een dag Manhattan en 500 foto’s put de batterijen niet uit. Dat kun je bij de Fuji echt helemaal vergeten. O ja, de batterij laadt ook nog eens razendsnel op.

Ik heb een paar filmpjes gemaakt. Op een wat lagere resolutie omdat mijn computer niet overweg kan met de hoge resolutie. Maar met 1280 x 720 (720 p) en kwaliteit op ‘High’, zijn de filmpjes prima. Ook het geluid is zeer redelijk. 

De D3200 heeft een ‘Guide’ functie en voorkeuzemogelijkheden voor portret, landschap, enzovoort. Die gebruik ik allemaal niet. Maar, dat is waar, voor de instapper misschien wel handig. Maar, koop dan een ‘point and shoot’. Toch?

Wat ik tenslotte nog wil benadrukken is dat er wat mij betreft een paar criteria zijn die écht kritisch zijn om vast te stellen wat een camera fotografisch waard is: Scherpte, kleurbalans en ruis. Natuurlijk moet je die criteria bij alle lichtsituaties meten. De D3200 scoort uitstekend op de meeste fronten met mooie prestaties en weinig ruis in alle omstandigheden. Kritisch vind ik kleur en verzadiging bij heel weinig licht. Op de een of andere manier laat de camera, als de zon weg is en er nog wat restlicht is, vreemde resultaten zien. Raar. Mijn Samsung telefoon doet dat beter. Heel veel beter zelfs. Dat moet toch niet kunnen?

Wat dan weer ongelofelijk is dat ik uit de hand, zonder statief dus, midden in de nacht een foto vanaf het Rockefeller Center van de top van het Empire Statebuilding kan makend die scherp is en nagenoeg geen ruis heeft. Helemaal ingezoomd, ISO 6400 en dan nog een goeie foto. Ik moet zeggen dat ik een erg vaste hand heb, maar toch, ik vind dat opmerkelijk en niet in lijn met die rare afwijking bij schaars licht.


De 18-105 Nikkor lens is een juweel. De brandpuntafstanden zijn zeer bruikbaar en het is echt een zeer goede standaardlens. Kleurabberaties en dat soort afwijkingen zijn wel vaststelbaar, maar dat speelt zich in de marge af en speelt alleen een rol als je voor National Geographic werkt. Het telebereik is veel minder dan van de Fuji, maar voldoet in de praktijk prima. Een telebereik van 720 mm is leuk, maar gebruik je maar zelden.

Het macrobereik is helaas matig en ik heb daarom onlangs een Marumi DHG Achromat Macro voorzetlens gekocht. Kost een paar centen, maar de resultaten zijn super. Ik vind macrofotografie erg leuk bij wijze van afwisseling. Onderstaande foto’s spreken boekdelen denk ik. Ik liep de tuin in en binnen een paar minuten had ik tientallen ‘Grasduinen’-plaatjes. Geinig toch?


   


Dan moet ik toch maar eens een naar een conclusie toe gaan schrijven want anders blijf ik aan de gang. Er is nog veel meer over te melden, maar dan wordt dit artikel onleesbaar ben ik bang. De hamvraag is natuurlijk: is de aanschaf van een Nikon D3200 zijn geld waard ten opzichte van de Fujifilm Finepix HS-10? De Fuji is de veelzijdiger, creatievere en fool-proof camera met heel goede resultaten voor heel veel minder geld. De Nikon is het (veel) fijnere en robuustere werkpaard met toch wat betere fotografische resultaten en die in de dagelijkse praktijk gewoon de prettigste camera is. Maar, als de Fuji een behoorlijke zoeker zou hebben én de telelens mechanisch mooier zou werken, dan zou ik waarschijnlijk voor de Fuji kiezen. Nu slaat de balans net door naar de Nikon kant. Het zijn eigenlijk allebei prima camera’s waarbij de Nikon met name wint op dagelijks gebruik en scherpte en waarbij de prijs-kwaliteit winnaar overduidelijk de Fuji is.

29 september 2012 – Verdwijnfoto’s

Verdwijnfoto's - zo noemt mijn moeder, inmiddels 87 jaar oud, de digitale fotografie. Gelijk heeft ze. In haar jeugd beperkte fotografie zich tot wat schoolfoto’s en een paar familieplaatjes. Privé werd er nauwelijks gefotografeerd. Pas in de jaren zestig, met de toename van de welvaart en de komst van toegankelijker camera’s, nam de fotografie door particulieren een grote vlucht. Mijn vader was een liefhebber van dia’s en na onze vakanties was het altijd een klein feestje der herkenning (en hilariteit) om de vakantie op een scherm terug te zien. Vrienden R., H en FvH, waren ook verwoedde fotografen. Door hen liet ik mij inspireren en vanaf 1978 begon ik ook met het vastleggen van mijn leven op ‘positieven’. Het waren de jaren dat menigeen dia’s maakte of enthousiast fotoboeken van hun vakanties samenstelden. Mits de maker enig talent had vond ik de dia-avonden super gezellig. Een geweldige manier om even te ontsnappen aan de koude en donkere wintermaanden van Nederland. Natuurlijk, niets erger dan een eindeloze dia-avond als de fotograaf een waardeloze sucker was, hahaha. Maar goed, het materieel werd gedeeld en ook de fotoboeken of stapeltjes foto’s van vakanties gingen vaak rond. Ik ben nieuwsgierig van aard en ook oprecht geïnteresseerd, dus ook dat vond ik altijd leuk. 

Sinds het begin van deze eeuw is de digitale fotografie gelijdelijk aan haar opmars begonnen. Het was in de beginfase het gemak en het nieuwe wat de mensen aansprak en niet direct de kwaliteit. De analoge camera was in die beginjaren kwalitatief superieur. Sinds een aantal jaren is dat niet meer zo. Sterker, zelfs met een telefoon kun je tegenwoordig al de mooiste foto’s maken. Over de technische kant van het fotograferen heb ik elders meer geschreven. Nee, het gaat mij in dit artikel meer om mijn moeder’s kwalificatie ‘verdwijnfoto’s’. Wat doet men met al die foto’s tegenwoordig? Ik zal het u vertellen: geen reet! Ze verdwijnen in een donker en diep digitaal zwart gat. Ik vraag mij dan ook regelmatig af waarom mensen überhaupt nog foto’s maken. Voor minstens 95% van de mensheid geldt dat zij hun foto’s ergens op een PC opslaan en er nooit meer iets mee doen. Ze verdwijnen in een donkere digitale hoek of verspreid over de harde schijf in naamloze windows mapjes en worden nooit meer bekeken. Sterker, door de gigantische hoeveelheid foto’s is het overzicht snel kwijt en kun je nooit meer iets terug vinden. Ik heb op mijn PC het programma ‘Copernic Desksearch’ draaien. Het programma indexeert als de PC ‘idle’ is constant alle data. Als ik in de ‘searchbar’ van het programma ‘*.jpg’ tik, dan krijg ik binnen een seconde bijna 70.000 resultaten. Zeventigduizend foto’s! Nu zijn wij fanatieke fotoliefhebbers, maar zelfs als je een fractie daarvan hebt en niet rubriceert ben je snel de weg kwijt. Mijn vriend H. merkte onlangs op dat de jeugd hun leven vastlegt op hun telefoons. Daar komt geen foto meer van op een PC terecht en verdwijnen t.z.t. gewoon ergens op een vuilnisbelt… Doodzonde! Onze vrienden, familie, collega’s zien dus nooit meer eens iets van wat de ander heeft gezien of beleefd. ‘Thank God for that’ hoor ik sommigen denken, maar dat geldt niet voor de geïnteresseerden en nieuwsgierigen onder ons. Ik vind het gewoon erg jammer dat ik nooit meer iets te zien krijg, tenzij…


Tenzij je besluit daar eens anders mee om te gaan. Facebook is een optie. Daar kun je veel foto’s op kwijt en ze staan min of meer veilig in ‘The Cloud’. Maar ja, dan moet je wel actief zijn met Facebook en de moeite nemen de foto’s aantrekkelijk te presenteren, anders schiet het ook niet op. Andere mogelijkheid is om af en toe van de leukste foto’s een fotoboek te maken. Die boeken zijn van superkwaliteit tegenwoordig. Je kunt je foto’s ook via bepaalde webservices ook online delen of, zoals ondergetekende, een website bouwen en daar de foto’s beschikbaar maken. Voordeel van de online toepassingen is dat je je plaatjes en ‘avonturen’ kunt delen en het staat iedereen vrij te kijken of niet. Ik vind het vooral erg handig en nu al leuk om een paar jaar terug te kijken naar mijn eigen foto’s. Alsof je een oud fotoboek doorbladert. Je hebt de PC niet per se nodig, want je kunt op je iPad of Smartphone overal inloggen. Je kunt ook nog, en dan hebben we weer een alternatief voor de dia-avond, de foto’s op een PC scherm of op TV vertonen. Nadeel van dat laatste vind ik wel, net als vroeger, dat mensen dan al die ‘godforsaken’ foto’s voorbij laten komen die ze tijdens een vakantie (bijvoorbeeld) hebben gemaakt. Dat is echt dodelijk voor de aandacht. Maak in vredesnaam een selectie! Maar goed, mogelijkheden genoeg dus.

In het verlengde van het bovenstaande heb ik ook nog een andere soort verdwijnfoto’s. Dia’s. Ik haal ze hierboven al aan. Vanaf 1978 tot en met medio 2006 heb ik als een waanzinnige belachelijke hoeveelheden dia’s gemaakt. Monomaan bijna. Het werden er zoveel dat het onbegonnen werk was om een tafeltje, projector en scherm op te stellen en alle dia’s weer eens te bekijken. Het waren (zijn) er gewoon te veel. Inmiddels is het jaren en jaren geleden dat we voor het laatst dia’s hebben geprojecteerd. Sterker, ik had nog vijf jaar aan dia’s liggen die ik nog niet in dozen had gedaan en ook nog niet had gerubriceerd. De collectie van meer dan 26.000 dia’s (!) stond dus een aantal jaren min of meer onaangetast op zolder. Verdwijnfoto’s ‘avant la lettre’ dus. Maar, een wapenfeit, vorig weekend heb ik een belangrijk deel van de klus geklaard! Yes! Alles dia’s zitten nu eindelijk netjes ingeraamd in dozen en alles is keurig gerubriceerd in een database! Ik zeg hiervoor ‘min of meer onaangetast’, want ik ben eigenlijk al jaren, met zeer onregelmatige tussenpozen, de dia’s aan het scannen en ga ik ze dus gelijdelijk beschikbaar maken zoals ik dat met de reguliere foto’s ook doe.


Inmiddels heb ik enkele honderden dia’s gescand en ga ik nu gewoon verder. Leuk en intensief werk voor regenachtige avonden. Alle dia’s en herinneringen komen geleidelijk weer langs en dat is ontzettend leuk. Het is je eigen leven ‘revisited’ en de enorme investering in tijd en geld verdien ik nogmaals terug. Een hobby waar ik nog vele jaren mee aan de slag kan. Ach, iederen heeft zo zijn afwijkingen en als ik het maar leuk vind, toch? Voor de geïnteresseerden heb ik elders op deze pagina geschreven over het scannen van dia's en wat daar bij komt kijken.

Moraal van het verhaal? Geef die digitale brei van foto’s wat meer aandacht dan dat ze nu verdient. Het is doodzonde als al die leuke, mooie en ontroerende herinneringen in een zwart gat verdwijnen. Doe er in vredesnaam wat mee!

6 mei 2012 – Fujifim Finepix HS10 – Perigeum

Op mijn weblog schrijf ik wat over het z.g. ‘Perigeum’, de kleinste afstand van de maan tot de aarde. Voor de astronomische details, zie mijn weblog. Gisteren was dus hét moment om nogmaals met de Fuji HS10 de maan te fotograferen. Ditmaal op statief. Toen ik de camera net had gekocht maakte ik wat foto’s uit de hand die al erg goed waren. Ik schreef hier wat over op 9 juli 2011 (zie ook mijn weblog). Maar het kon natuurlijk altijd beter, want met een brandpuntafstand van 720 mm is een statief natuurlijk eigenlijk een noodzaak.

Ik heb een hele serie foto’s gemaakt over een tijdspanne van ongeveer een kwartier en geëxperimeteerd met verschillende instellingen. Uiteindelijk heb ik gekozen om digitaal nog wat ‘fine te tunen’. De beste resultaten zijn behaald met de camera op de ‘P’ stand, een instelling op ISO 100 en een spotmeting waarbij het centrum was gericht op het gebied rond de krater ‘Tycho’. Een beetje meer naar links zorgde voor overbelichting. De belichting heb ik gecorrigeerd met 2/3 stop. Het resultaat bleek echt onwijs gaaf en opmerkelijk gedetailleerd. Alleen de kleur vond ik iets te geel. Dat heb ik digitaal gecorrigeerd totdat de kleurbalans ongeveer gelijk was aan foto’s van ESA en NASA. De oorzaak van deze 'verkleuring' zou kunnen zijn dat ik de camera had staan op ‘Fujichrome’, misschien een instelling met een wat te hoge kleurverzadiging voor dit soort fotografie. Bij een volgende sessie zal ik dit aanpassen en het ook eens op RAW proberen, dat zou ook moeten schelen. De standaard instelling voor nachtfotografie gaf trouwens geen goede resultaten.


Van de de foto’s hierboven is de meest linkse éénmaal digitaal vergroot en is dus 2 x zo groot als het origineel. Alle ‘mares’ en de krater Tycho zijn zeer goed waarneembaar en behoorlijk scherp. De middelste foto is een uitvergoting van de linker bovenzijde waar drie kraters op zichtbaar zijn. De onderste van deze kraters is ‘Pythagoras’ waar je letterlijk in kunt kijken. Deze krater heeft een diameter van 130 kilometer en is 5 kilometer diep. Details die gewoon waarneembaar zijn! 

De rechter foto is een detail van de maan met een oplichtende plek. Alsof er een explosie plaats vindt, of een enorm licht schijnt. Het is de krater ‘Aristarchus’, de ‘Blue Gem’. Allerlei wilde verhalen gaan er over die plek rond. UFO’s, kernfusiereactoren, etc. Spannend om te lezen, maar onzin. Het is een plek met een hoge reflectie en productie van licht door aanwezigheid van allerlei chemisch spul en hoge radioactiviteit. Interessant toch? Maar, we hebben het over fotografie: al deze details zijn gewoon even geklikt met een camera van ongeveer 300 euro! Wil je met een SLR ook zo’n foto maken? Alleen Canon heeft een telelens die de brandpuntafstand van de Fuji overbiedt: de Canon EF 800mm f/5.6L IS USM. Kosten? Vanaf 12.000 euri’s. Andere en beslist superieure kwaliteit uiteraard, maar met een camera er aan vast is dat vijftig (50!) keer zoveel als de HS10. 


Inmiddels heeft Fuji de HS30 EXR geïntroduceerd. Onegveer 400 euro, maar die prijs zal nog wel wat zakken. De CMOS schijnt flink te zijn verbeterd en er is een een of andere digitale truc ingebouwd om het telebereik naar 1440 mm te boosten. Hahaha. Ik denk dat je dat beter achter de PC kan doen, maar ik ben benieuwd. Volgens mij nog steeds de beste allround camera die er voor het geld te koop is.

 

23 oktober 2011 - Wat je ver haalt is lekker?

Dat hoeft dus niet per se. De foto's van de herfstserie dit jaar zijn gemaakt binnen een straal van een uur rijden van ons huis. Een een paar plaatjes zijn gemaakt met een Samsung Galaxy SII. Die smartphone maakt ook hele mooie foto's als het licht goed is. Het was een mooie herfst tot nu toe. Ben benieuwd of er nog een paar mooie weekenden volgen. In ieder geval hebben we twee mooie wandelweekenden gehad:http://pictures.stoneageimages.com/#31.21

Historie

In 1978 ben ik begonnen met fotograferen met een Nikon FM spiegelreflex camera (hierna SLR). In de loop der jaren heb ik een groot aantal dia's, gemaakt in Europa en andere werelddelen. In mijn jongere jaren deed ik veel aan ‘backpacking’ en had het voorrecht om locaties te bezoeken die toen nog niet door de massa werden bezocht. Ik gebruikte diverse Nikon SLR’s en lenzen en fotografeerde meestal met Fujichrome diafilm. In 2006 ben ik overgestapt naar de digitale fotografie. Hierna mijn persoonlijke visie op een aantal aspecten van fotografie. Ik ga uit van enige beperkte kennis van de lezer. Anders brengt Google wel uitkomst.

Camera - 2011 – Fujifilm Finepix HS10 

‘De armoe houdt me netjes’ was een uitdrukking van een buurman in onze buurt. Mijn vader en moeder moesten daar altijd hartelijk om lachen. De schok der herkenning vermoedelijk. We zijn een paar decennia verder, de buurman leeft al lang niet meer, maar de uitdrukking ben ik nooit vergeten. Nou is armoede een rekbaar begrip. In Nederland hebben we het materieel doorgaans goed voor elkaar en mogen dus niet klagen. Veel wat onze harten begeert hebben wij wel zo’n beetje. Ons gezin vormt geen uitzondering. Alleen de Ferrari moet ik maar uit mijn hoofd zetten. Natuurlijk zijn geluk en gezondheid het belangrijkste in het leven, maar dat laat ik hier even buiten beschouwing. Niet voor het gemak, maar daar gaat het in dit luchtige onderwerp gewoon niet over.

Ondanks ons tevreden welvaren kijk ik af en toe met scheve ogen naar anderen. Zij kunnen blijkbaar wonderen verrichten met hun geld. Auto’s, keukens, flatscreens, badkamers, iPhones, vakanties, je kan het zo gek niet verzinnen. Waar ze het allemaal vandaan halen is mij niet zelden een raadsel. Zal wel oud geld zijn… Maar goed, wij hebben het als gezin dus helemaal goed, maar stellen ons af en toe toch wel op als de ‘slimme Skoda rijder’. Inderdaad, volg mij maar, want ik houd mij voor dat ik, dankzij die relatieve ‘armoe’, een specialist ben op het gebied van de beste kwaliteit voor een redelijke prijs. In onze jonge ‘DINK’ jaren letten we nergens op en lieten we ons (te) vaak leiden tot impulsieve uitgaven. Die dagen zijn voorbij en wij denken wel twee keer na voor we onze centen uitgeven. Het duurde dus even voordat ik het juiste moment vond om een volgende stap te wagen in mijn digitale fotocamera carrière.

Elders steek ik een heel verhaal af hoe dat nu moet met de opvolging van mijn analoge Nikon camera’s door digitale en gelijkwaardige vervangers. Ik heb bijna een jaar zitten twijfelen wat ik nu moest doen. Maar deze week was het bingo. De Fujifilm Finepix HS10 heb ik aangeschaft voor een bijna lachwekkend bedrag. Via internet, mét 2 jaar garantie én Nederlandse handleiding. De HS10 is uit productie en vervangen door de HS20. De reviews van deze laatste zijn matig. Op de een of andere manier presteert deze optisch blijkbaar minder dan de HS10. Ik zag dat de prijs van de HS10 bij diverse aanbieders aan het zakken was en vervolgens binnen enkele dagen uit het assortiment verdween. De concurrentie heeft inmiddels ook vergelijkbare en hele goede camera’s, maar niet voor die prijs. Dit was het moment (juli 2011) om toe te slaan en te bestellen.


 

Het is bijna ongelofelijk hoe geweldig deze camera is uitgerust. Technisch staat hij, met nog een paar ‘bridge’ camera’s, op eenzame hoogte en optisch kan hij goed in de schaduw staan van een eenvoudige DSLR. Toegegeven, als je een foto tig keer uitvergroot legt hij het af, maar tot ISO 200 is dat met het blote oog niet waarneembaar. Voor lichtarme situaties gebruik ik toch een fixatie of statief, dus dat aspect speelt nauwelijks een rol. De HS10 is een ‘echte’ camera met minstens zo veel ‘body’ als een DSLR en is zelfs een beetje groter dan een Nikon D3100 bijvoorbeeld. Je hebt dus echt wel wat in je handen. 

Een review: http://www.youtube.com/watch?v=7VCG3DD-nX0&feature=related

En nog één: http://toptravelgear.blogspot.com/2010/08/fujifilm-hs10-review-as-travel-camera.html

Voor de geïnteresseerden een samenvatting van de ‘specs’ van de HS10 op een rijtje: 30 x zoom (24 tot 720 mm!!!); lichtsterkte 2,8 tot 5,6; handzoom (de enige bridge camera met deze optie); CMOS 10,2 MP (Sony) sensor; opnamesnelheid tot 1/4000 seconde; ISO 100 tot 6400; RAW; continuseries tot 10 bps; high speed filmpjes tot 1000 bps, sweep-panoramatechniek; functie voor 5 opnamen om voorbijgangers te verwijderen van de opname; multisampling voor nachtopnamen; automatische (!) oogsensor voor zoeker; uitklapbaar 3 inch LCD systeem; full HD video (1080p); beeldstabilisatie; mogelijkheid voor een externe flitser; tientallen geprogrammeerde pre-sets, HDMI aansluiting, enzovoort, enzovoort. De handleiding (online) telt meer dan 150 pagina’s. Gelukkig vond ik een website van een enthousiaste HS10 fotograaf met zijn ervaringen en wat volgens zijn inzichten de beste instellingen zijn. Ik heb die adviezen gevolgd. Ik vind de resultaten verbluffend. De kleuren geven de indruk van de legendarische Fujichrome dia's, de scherpte is geweldig en de mogelijkheden van macro tot tele zijn ongeëvenaard. Het lukt zelfs om een bloemetje o.i.d. zodanig te fotograferen dat de achtergrond onscherp wordt. Tot nu toe een onmogelijkheid met een 'bridge' camera. Uiteraard dient, in voorkomende gevallen, de camera te worden uitgerust met een zonnekap of een polarisatiefilter. Leuke optie is een convertor, bijvoorbeeld de 1,7 van Olympus. Dat is echt een bizarre combi!

Ik heb de eerste resultaten gepubliceerd. Uiteraard zijn het weer sterk verkleinde weergaven van de originelen (die zet ik niet op internet), maar het geeft een idee:http://pictures.stoneageimages.com/#29.0 (Even op het kruisje rechts boven op de foto klikken. Dan volgt er een schermvullende slideshow; werkt niet met iPad's en Smartphones). Ik ben ZEER tevreden!

Camera's - 1978 / 2011 - Fujifilm Finepix / Nikon

Na vele jaren fotograferen op dia met analoge Nikon spiegelreflexen, werd het toch eens tijd om de digitale wereld te gaan verkennen. Omdat ik geen ‘early adapter’ ben, wilde ik niet direct aan een dure digitale reflex camera beginnen (hierna DSLR). Ik startte in 2006 met een Fuji Finepix S5600. De resultaten waren uitstekend. Deze camera combineert een top CCD sensor (de lichtgevoelige sensor; samen met Nikon ontwikkeld) met een beperkt aantal pixels, hetgeen ruis (korreligheid) beperkt. Teveel pixels op een sensor geperst werkt averechts, maar dat weten de meeste mensen niet. Eigenlijk een briljante camera die ook in moeilijke lichtomstandigheden uitstekende resultaten liet zien. Omdat ik meer mogelijkheden én een grotere body wilde (dat houdt gewoon lekkerder vast), heb ik twee jaar geleden een Fuji Finepix S6500 aangeschaft. Een z.g. ‘bridge camera’; de ‘brug’ tussen een kleine ‘point and shoot’ en een DSLR. De S6500 is niet te onderscheiden van een DSLR qua ‘looks and feel’ en is stukken goedkoper maar, uiteraard, technisch de mindere. Echter, onder normale tot niet al te moeilijke lichtomstandigheden zijn de resultaten vergelijkbaar met, bijvoorbeeld een Nikon D60 of een Canon 450D, twee instap DSLR’s van de belangrijkste DSLR fabrikanten.

Hieronder, met de klok mee, de camera's waar ik bij elkaar 30 jaar fotograferen mee achter de rug heb: Nikon FM, Nikon F801, Fujifilm FinexPix S5600 en de Fujifilm FinePix S6500fd.



Ik wil nu een volgende stap maken. Gaat het een DSLR of een top Bridge camera worden? Op mijn niveau (sorry) kun je natuurlijk niet anders dan met een DSLR schieten, anders kun je je niet vertonen, bij wijze van spreken dan. Maar ja, de portemonnee speelt daarbij een niet onbelangrijke rol. De andere twee, voor mij zeer belangrijke, overwegingen zijn creativiteit en gewicht. De top Bridge camera’s bieden direct beschikbare fotografische mogelijkheden die elke DSLR ver in de schaduw stelt en dat verlaagt de creatieve drempel. Met een DSLR kan het allemaal wel, maar dan moet je dure lenzen kopen en tijdens het fotograferen steeds lenzen wisselen én je moet de hele handel meesjouwen. Onder andere Canon, Panasonic, Nikon en Fuji hebben Bridge camera’s die alle mogelijkheden van een DSLR hebben, maar daarnaast een aantal handige opties die de DSLR’s ontberen én een focale ‘range’ van supergroot tot extreem tele. Zoals de Fujifilm Finepix HS10: van 24 tot een ongelofelijke 720 mm in één lens met CMOS censor (zoek maar op; dat wordt te ingewikkeld) met image stabilzizer en een ‘hot shoe’ voor een externe flash. De volledigheid gebiedt te zeggen dat er losse objectieven te koop zijn voor elke DSLR, met een zeer behoorlijk zoom bereik van, bijvoorbeeld, 18-250 mm (Sigma). Maar dan ga je optisch inleveren en dat was nou net niet de bedoeling als je een DSLR aan gaat schaffen. 

De HS10 is een zeer versatiel instrument én dus creatief superieur boven een DSLR vanwege de direct beschikbare variabiliteit. Daarnaast is het objectief lichtsterker dan de goedkopere DSLR instap objectieven en is de camera stofdicht. Bovendien is de HS-10 lichter en veel makkelijker te hanteren. Natuurlijk zijn er nadelen: de beperkte scherpte/diepte speelruimte vanwege de kleinere sensor, inferieure flitskwaliteit en de veel onduidelijker optische zoeker. Ik ben een buitenfotograaf, dus de flitskwaliteit is ondergeschikt. Iemand die veel van de flits gebruik maakt en goede resultaten verwacht, moet gewoon een DSLR kopen. Punt. De mindere kwaliteit van de optische zoeker is wél een belangrijk nadeel, maar dat is gewoon niet anders. Ik kan ook nog op het 'live view' scherm kijken, maar dat ik zie ik niet zo scherp meer vanwege het toenemen der jaren. Alles heeft zijn prijs… Inmiddels hebben de fabrikanten wel een aantal technische oplossingen gevonden waardoor ook onder moeilijke lichtomstandigheden goede foto’s zonder ruis kunnen worden gemaakt. Zie de voorbeelden op de website van Fuji Global, met nota bene een foto van een imititatie van het Goudse stadhuis bij Nagasaki in Japan. Dat ziet er toch buitengewoon goed uit! Zelfs de 800 ASA foto is prima:

<Link bestaat niet meer>

De HS10 is de enige superzoom 'bridge' met een manuele zoomlens. Da’s echt geweldig. De Canon PowerShot SX20, bijvoorbeeld, heeft die manuele zoom niet en kan niet worden voorzien van een UV of polarisatiefilter. Die valt dan voor mij sowieso af en dus ook de meeste andere alternatieve bridge camera's en dus ook 'point and shoots'. Ik vind dat je bij dit soort camera's er minstens een UV of polarisatiefilter voor moet kunnen schroeven. De Fuji is trouwens de enige bridge camera die echt goed in de hand ligt, zoals een DSLR van Nikon. Ook in tests valt de camera over het algemeen uitstekend in de smaak:

http://www.photographyblog.com/reviews/fujifilm_finepix_hs10_review/conclusion/

DPreview (zie de links) is wat minder enthousiast, maar ik heb gemerkt dat hun ervaringen vaak niet stroken met veel andere websites en met name met hun eigen lezers/reviewers. Ik doel dan overigens niet specifiek op de Fuji. Ze zijn erg goed in gezeur op de millimeter. Verder natuurlijk een zeer fraaie en informatieve website, maar dit terzijde.

Op normaal weergaveniveau kan ik nauwelijks verschillen waarnemen tussen de resultaten van een DSLR en een Bridge. Pas op zwaar uitvergroot pixel niveau en boven ISO 400 worden de verschillen duidelijker. Gewoon fotograferen op maximaal ISO 200 (eventueel op statief) lost dit probleem grotendeels op. Bovendien zijn de media waarop de foto’s worden bekeken zodanig verschillend dat vergelijken best moeilijk is: kwaliteit van het beeldscherm (pc, tv) en afdrukkwaliteit zijn zeer bepalend. De verschillen zijn groot. De kwaliteit van mijn beeldscherm thuis is beter dan die op mijn werk bijvoorbeeld. Maar ja, van de andere kant bezien, een Nikon D5000 (bijvoorbeeld) is een briljante camera met een onvergelijkbaar optische kwaliteit. Punt.


 

Als ik het op een rijtje zet en een HS10 aanschaf, dan ben ik voor ongeveer 400 euro (all-in) helemaal klaar (opladers, filters e.d. heb ik al). Een Nikon D5000, met een beetje zoomlens, polar filter e.d. gaat toch echt wel 1000 euro kosten (de belachelijke kit-lenzen die bij de instap DSLR’s komen zijn echt waardeloos. Een 18-55 mm lens is gewoon waardeloos als brandpuntafstand voor een standaard lens. Wanneer houden de fabrikanten eens op deze flutlenzen te maken?). De Nikon combinatie weegt bijna 1 kg en de Fuji iets meer dan 600 gram. Een Nikon met een flinke zoomlens weegt nog een stuk meer. Dat speelt een rol, zeker als je aan het wandelen in bergen gaat. Voor de volledige beeldvorming: de enige DSLR zoomlens die ik kan vinden met een dergelijk bereik is de Sigma 300-800 mm voor 6200 euri (Nikon/Canon) en weegt bijna 6 kilo! Denk niet dat een flinke zoomrange over de top is: kijk eens naar deze foto: http://pictures.stoneageimages.com/#22.13 en de volgende. Op de eerste foto is het gebouw van Nationale Nederlanden in Rotterdam een klein gebouwtje in de hoek, de volgende foto is ingezoomd vanaf hetzelfde standpunt. Need I say more? Dit is overigens de range van mijn huidige S6500fd: 28-300 mm. De balans lijkt door te slaan… O ja, het klapscherm en de full HD video mogelijkheid van de HS10 zijn leuke extra's, maar spelen voor mij geen rol. Niet te geloven toch, voor dat geld? Natuurlijk is het origineel vele malen scherper vanwege de verkleining op de website. 

Voor de duidelijkheid: natuurlijk begrijp ik ook wel dat je met een full frame Nikon D3 of Canon EOS 1D superieure foto's maakt en de vergelijking met een bridge camera nergens meer over gaat. Zoals je een VW Polo niet met een Audi A8 kunt vergelijken. 

Film

Ik fotografeerde vroeger voornamelijk met diafilm van Fuji, de Fujichrome 100 en later de Fujichrome Sensia 100. Voor topkwaliteit gebruikte ik af en toe de Fujichrome Velvia 50, waarschijnlijk de beste filmemulsie die er is voor landschapsfotografie. Ik heb ook wel Ektachrome en Kodachrome geprobeerd, maar ik vond de kleuren daarvan absoluut niet mooi. Tot voor relatief kort werd er vooral door de landschapsprofessionals op dia geschoten, maar ik geloof dat dat nu toch wel een beetje voorbij is. 


Diascans maak ik met een Minolta DiMAGE Scan Dual III. Hierna meer over het scannen van dia's. Het nabewerken (post-production) van digitale foto's en diascans doe ik met Microsoft Digital Image Pro 9. Doodzonde dat het niet meer verkrijgbaar is, want er is bijzonder makkelijk en intuïtief mee te werken en het is niet zo vreselijk uitgebreid als Photoshop. Ik heb wel eens gelezen dat er gemiddeld maar 5% van de mogelijkheden van Photoshop wordt gebruikt. Voor die 5% heb je dan nog een week nodig om het onder de knie te krijgen... Ik gebruik af en toe wel eens wat andere software zoals die van Nikon, Fuji, IrfanView of speciale freeware als ik niet helemaal het resultaat krijg wat ik voor ogen had. 


Ik fotografeer bij voorkeeur tot maximaal ISO 200. Vroeger en nu. Gewoon om korreligheid/ruis te voorkomen. Ik houd van rustig gedekt licht, dus ik onderbelicht standaard 1/4 tot een 1/2 stop. Belichten doe ik standaard met de spotmeter van de camera. Ik tast dan even af waar de lichte en donkere plekken liggen en kies dan de juiste belichting en compositie en maak de foto. Meestal schiet ik op P (programmameting + belichtingscorrectie) en soms op A (aperture) of S (shutter). Dat is natuurlijk afhankelijk van de situatie; scherpte-diepte of sluitertijd aanpassing. Ik grijp verder weinig in met de software van de camera. Je blijft anders aan de gang. Het is wel belangrijk om niet gemakzuchtig te worden en te beginnen met een zo goed mogelijk gemaakt origineel! Standaard heb ik een UV filter op de lens en bij een beetje zon draai ik er een polarisatiefilter op, het belangrijkste fotografische hulpmiddel voor kleurenfotografie. Ik loop al mijn digitale foto's standaard na op de computer op belichting, contrast e.d. om eventuele correcties door te voeren bij wijze van post-production.

Van positief naar digitaal

Op zolder heb ik 26.000 dia’s (positieven) staan. Te veel om te kijken en te veel om te digitaliseren. Waanzinnig, wat heb ik daar veel tijd en geld in gestopt. Vroeger had ik veel lol in het ophalen van de ontwikkelde dia’s, het inramen, het rubriceren in de computer en het terug kijken natuurlijk. Dia's op het scherm kijken is voor mij echt passé. Herrie van de projector, wachten tot de dia op scherp springt en het gehannes met scherm en projector maakt dat een dia-avondje voor mij (!) een aangename herinnering uit het verleden is. Toen de digitale fotografie kwam maakte dat mijn diaverzameling in één klap tot een hopeloze moloch. Een blok aan het been. Een molensteen! Maar, er was hoop...

De meeste mensen fotografeerden nog analoog toen ik al flink in de weer was met het digitaliseren van dia's. Zoals vermeld gebruik ik een Minolta DiMAGE Scan Dual III. De beste diascanner die er te koop was voor een redelijk bedrag. Helaas is deze scanner niet meer in de handel. Ik denk dat ik de Minolta alweer een jaar of acht geleden heb aangeschaft. Op internet zie ik voorbeelden van professionele scans, maar ook met professionele apparatuur van Nikon (Coolscan) is het blijkbaar lastig om de perfecte scan te maken. Mocht de Minolta sneuvelen (may God forbid), dan is de Plustek OpticFilm 7600i SE blijkbaar een betaalbaar en goed alternatief. Goedkope scanners blijken weggegooid geld. 

Ik maakte dus relatief vroeg kennis met de technische aspecten van digitale fotografie en vertrouwd met de terminologie: pixels, resolutie, DPI, RGB, USM, ruis ('noise'), cropping, verzadiging, histogrammen en noem maar op. Je kunt je tanden er echt wel even inzetten, want het is best een complexe én uitgebreide materie. Een goede scan is nog steeds een heel werk en gebaseerd op het maken van keuzes. Bijvoorbeeld tussen tijd en resultaat: als je een avond voor één dia neemt, dan kun je een ongeloofelijk resultaat krijgen. Maar je wilt er op een avond gewoon enkele tientallen doen. Een ander compromis is tussen scherpte en ruis. Een scherpe scan heeft gewoon meer ruis. Daar zijn wel oplossingen voor, maar die kosten weer tijd. Keuzes maken en uitproberen dus. Een goede nabewerking is essentieel. Het vervelende is dat een 'default' scaninstelling bij de ene dia werkt en bij de andere niet. Batches in één keer nabewerken gaat dus niet. Sommige dia's zijn bijna niet goed te krijgen. Maar goed, zo'n 3/4 van wat ik heb gescand ziet er prima uit. Tot nog toe heb ik alleen maar dia's gescand die ik leuk vond om mee aan de gang te gaan en op de computer te kunnen zien. Binnenkort begin ik gewoon bij de eerste doos... Ik streef er naar 5 tot 10% van de verzameling te scannen, laten we zeggen, tussen de 1500 en 2500. Dat is nog te overzien. Tenslotte is het een hobby en vind ik het ontzettend leuk om te doen. De enorme investering in geld en tijd van weleer kan ik weer terug verdienen met de lol die ik er voor de tweede keer aan heb. Dia's kun je ook laten scannen, maar dat is best prijzig met zulke aantallen en de resultaten zijn volgens mij niet veel beter (volgens mij zelfs minder). Maar ja, als je geld hebt en geen zin in dit monnikenwerk is het het overwegen waard als je ook een flinke verzameling hebt. 


Hieronder een voorbeeld van een technisch correcte diascan met doortekening in zowel de lichte als donkere partijen. De foto is gemaakt op Fujichrome 100 diafilm en gescand met de Minolta DiMAGE Scan Dual III. De nabewerking is gedaan met Microsoft Digital Image Pro 9: kleine krasjes, vlekjes, contrast, verzadiging, enz. Als ik deze dia weer zou scannen dan zou ik ook nog in de RGB balans ingrijpen, want er zit mij iets te veel blauw/paars in. Zo blijf je aan de gang :-) De foto is gemaakt op de zelfontspanner met een Nikon FM op 11 november 1982 op 5043 meter (dagboekinfo). Ik weet het nog precies, want het was een waanzinnige mooie en windstille dag en de eerste keer dat ik boven de 5000 meter klom. De man links is een Canadees waarmee ik die dag op pad was. De berg links achter is de Nuptse en de bergen op de achtergrond vormen de grens met Tibet.



Inspiratie

Mijn ouders hadden thuis prachtige boeken van Time-Life over verre landen en woeste natuur met prachtige foto's. Ik heb daar heel wat uren in zitten kijken. Was dat het begin wellicht? Met mijn ouders gingen wij op vakantie naar Zwitserland en Oostenrijk en daar maakten we onze eerste bergwandelingen. In mijn tienerjaren raakte ik bevriend met F., H. en R. Zij waren al jaren druk bezig met fotograferen en ik raakte ook geboeid door hun fotografie. Dia's, maar ook met de DOKA. Vooral F. was verslaafd aan de Zwitsere bergen en maakt de meest spectaculaire dia's met Nikon topapparatuur. Ik ging regelmatig met hem hem mee naar Zwitserland in één van zijn dikke BMW's. Dat was de inspiratie om op een gegeven moment ook mijn eerste Nikon aan te schaffen. Vanaf dat moment was het hek aardig van de dam. Ik liet en laat mij voorts onder andere inspireren door de fotografen van National Geographic, het strakke werk van Martin Kers, en de fotografie van Ansel Adams. Kijk eens naar onderstaande meesterliijke foto van Ansel Adams, 'Moon Over Fernandez New Mexico' uit 1941. Check de link en bewonder de fantastische kwaliteit. Trivia: een afdruk van 'Moonsrise' uit 1957 is vorig jaar geveild bij Christies voor $ 115.000,-. Now we're talking.


Een andere meester is natuurlijk Frans Lanting. Bezoek zijn website of koop zijn meesterlijke boek, 'A Journey Through Time'. Dit boek kreeg ik een paar jaar terug met mijn verjaardag.


Een stijl die ik niet beheers maar wel bijzonder kan bewonderen is de portretfotografie. Kijk eens naar de prachtige foto's van 'Disfarmer' uit de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw: http://www.disfarmer.com/. Elke foto lijkt een verhaal te vertellen. Ook oude foto's van alle dag vind ik eindeloos. Deze Franse foto stamt uit 1925:


In de analoge dagen van de fotografie was er nog wel eens de discussie over zwart-wit of kleurenfotografie. Zwart-wit was toch wel een beetje het medium van de betere fotograaf. De man of vrouw met een Leica of Mamiya. Zij ontwikkelden vaak zelf hun negatieven en drukten de foto's naar eigen inzicht af. Een zwart-wit foto kon je in de DOKA (DOnkere KAmer) maken en breken. Kleurenfotografie was toch meer voor sport, mode en de man in de straat. Natuurfotografie was echter al sinds de jaren zestig het domein van de kleurenfotografie vanwege het gebuik van diafilm, de 'positief'. Deze werd ontwikkeld in een ontwikkelcentrale en dan was het eigenlijk klaar. Het afdrukken voor tijdschriften en boeken was een duur technologisch geintje gebeurde dus ook in een goed geoutilleerde centrale. Invloed op het eindresultaat had de fotograaf eigenlijk alleen door heel veel verschillende opnames te maken en sluitertijd en diafragma te variëren. Ik had van nature al de voorkeur voor kleur omdat dat nu eenmaal de werkelijkheid is. Een mooie zwart-wit foto is echter niet te versmaden en inderdaad soms gewoon mooier, kunstzinniger, dan de kleurenversie. We schieten tegenwoordig allemaal digitaal en dus in kleur. Zwart-wit is nu een, minder voor de hand liggende, digitale keuze geworden. Je ziet nog wel eens journalistieke reportages van hongerige kinderen en verjaagde vluchtelingen in Pakistan in mooie zwart-wit plaatjes... 

Ik was zo bevoorrecht om in mijn jonge jaren, laten we zeggen, vanaf medio jaren zeventig tot medio jaren negentig veel te kunnen reizen en op vakantie te kunnen. Dat bracht mij, alleen of met vrienden of met J., op veel mooie plaatsen waarbij vooral woeste berglandschappen mij inspireerde. Dat is de omgeving waar ik ernergie uithaalde en nog steeds uithaal. Een nieuwe bron van inspiratie is om het over te brengen aan je kind: mijn zoon is inmiddels twaalf en vindt het ook geweldig om een mooie bergtocht te maken. 

De onderwerpen die ik fotografeer zijn vaak 'groots en meeslepend', maar dat is inmiddels wel duidelijk. Af en toe zoom ik in op een detail. Ver weg (tele) of dichtbij (macro). Ik ga niet los op bloemetjes en bijtjes, maar heb een voorkeur voor 'the big picture'. Het stoort mij als ik alleen maar details zie en niet het geheel. Details van natuur, mensen en noem maar op, maar ik wil het wel in context zien. Portretten, mensen, dieren... het is niet mijn sterkte. Ik vind dat anderen dat veel beter kunnen. Mijn vrouw J. kwam al 'Google-end' deze website tegen: http://www.robbaar.nl/. Mijn god, wat maakt die man fantastische portretten. Al zijn werk is trouwens prachtig! Overigens loopt hij wel met 6,5 mille om zijn nek en dat kun je wel zien. Eerlijk is eerlijk.

Flitsfotografie is een vak apart. Ik heb er niet de gepaste apparatuur voor en ik fotografeer binnen eigenlijk alleen maar het informele sociale samenzijn. De foto's daarvan hoeven van mij niet aan hoge eisen te voldoen. O ja, een verticale foto maak ik alleen als het niet anders kan en het past bij het onderwerp. Het menselijke oog heeft een voorkeur voor de liggende rechthoek, denk maar aan de gulden snede (1:1,62) en dat past natuurlijk ook beter bij landschapsfotografie waarbij je doorgaans van links naar rechts kijkt. Dat het pc scherm ook 'ligt' speelt daarbij ook een belangrijke rol; een verticale foto wordt te klein op zo'n scherm en verliest aan zeggingskracht. In een boek of tijdschrift is dat natuurlijk geen probleem.

Professioneel of amateur? 

Ooit, medio jaren tachtig (van de vorige eeuw…), heb ik serieus getracht om met mijn reis- en natuurfotografie voet aan de grond te krijgen. Het lukte in het begin eigenlijk best makkelijk om dia’s gepubliceerd te krijgen. Ik pakte gewoon de telefoon, belde een uitgever op en zei dat ik mooie dia's had en dan mocht ik langs komen. Zo simpel. Eerst dacht ik dat dat bijzonder was, maar al snel bleek dat de fotografen in rotten van tien bij de reacties hun waar aan kwamen prijzen. De meesten werden weggestuurd, maar ik niet, haha. Men was best wel enthousiast en de lijst van publicaties is helemaal niet gek (portfolio in ‘Focus’, een hele serie artikelen in ‘Op Pad’, diverse foto’s in ‘Foto’, omslagen van ‘Rainbow Pockets’ en allerlei andere losse publicaties). Hieronder twee voorbeelden.


Ik had ook een toezegging voor een portfolio in ‘Grasduinen’. Ik had daar mijn werk laten zien en men was zeer enthousiast, maar ze stelden publicatie steeds uit. Ook een presentatie bij een galerie in Amsterdam zat in de pijplijn, maar die kwamen ook maar niet over de brug. Ik voelde het toch als ‘leuren’ en voelde mij daar niet echt happy bij. Ik ben bij stock agencies geweest, uitgevers van ansichtkaarten en kalenders en noem maar op. Ze vonden mij een prima fotograaf, maar voordat er eindelijk eens een publicatie uit kwam duurde eeuwen of er kwam helemaal niets. Ik werd het zat en ben er uiteindelijk mee gestopt omdat ik van de ‘pro’s’ ook hoorde dat je met 'pretty pictures', tenzij je Frans Lanting heet, het droge brood niet kan verdienen. Einde oefening. 

Visie

Fotografie is het 'bevroren moment'. Het is een cliché maar het is wel een mooie omschrijving. Dat is precies wat het is. Daarmee maak ik het mijzelf wat lastig, want natuurfotografie is natuurlijk minder van het moment afhankelijk dan bijvoorbeeld sport- of journalistieke fotografie. Voor mij is fotografie is in de eerste plaats het vast leggen van onderwerpen en momenten die ik in mijn dagelijkse of minder dagelijkse omgeving waarneem en niet wil vergeten. Zoals ik ook reisdagboeken schreef of een weblog bijhoud. De zin ervan is omdat ik dat leuk vind. Ik kan zwelgen bij het terug zien van momenten van weleer. Ik geniet daarvan. Het maken van een mooie foto is voor mij een streven, maar is van secundair belang. Daarmee is mijn fotografie verklaard en gelegitimeerd. 

Dertig jaar geleden kon ik mij onderscheiden met gelikte dia’s van exotische plaatsen. Ik was bevoorrecht met de mogelijkheid te reizen, in het bezit van adequate apparatuur én wat aanleg. Een mooie foto in een tijdschrift was toen niet vanzelfsprekend. Ja, in de National Geographic en wat gelikte fotomagazines, maar verder was het niet veel. Kun je nu vergeten. In de lulligste periodiekjes staan de prachtigste foto’s. Als je de reis- en fototijdschriften doorbladert wordt je vergast op de mooiste foto’s die je je maar voor kunt stellen. Voor een habbekrats koop je een geweldige camera en op de pc kun je de foto ook nog eens nabewerken. Een moderne geheugenkaart kan onwaarschijnlijk veel foto’s opslaan en er zitten bij iedereen altijd wel een paar goeie tussen. Dertig jaar geleden was een reis naar de Amerika of Azië echt niet voor iedereen weggelegd. Nu is een reis naar New York of Thailand net zo gewoon als een lang weekendje Limburg en ‘iedereen’ komt dus met mooiste foto’s thuis van de prachtigste plekken. Crisis? What crisis?

Onderscheiden met fotografie is er dus nauwelijks meer bij. Maar, hoe dan ook, ik wil toch nog steeds graag mooie foto’s maken. Een mooie foto is niet iets universeels. 'Beauty is in the eye of the beholder'; persoonlijke voorkeur blijft de belangrijkste factor. Ik vind wel dat een goede foto een mooie vlakverdeling moet hebben en een zekere spanning moet uitstralen. Dat is denk ik wel te leren, maar aanleg is de belangrijkste factor. Natuurlijk moet de foto bij voorkeur technisch in orde zijn: goed belicht, goede compositie, niet scheef (komt echt verbazingwekkend veel voor; zelf op kalenders en in fotoboeken…) enzovoort. Strikt genomen is alleen het gebruik van een standaardlens (50 mm kleinbeeld) zonder filters de meest pure fotografie. Macro- en telelenzen geven al een interpretatie aan de waarheid. Tja, daar heb ik wel een punt. Maar ja, ik doe al meer dan dertig jaar water bij deze waarheidswijn en ga dat niet meer veranderen, maar eigenlijk...

Een goede foto hoeft niet per se een mooie foto te zijn. Een goede foto is in de eerste plaats een foto die de aanschouwer boeit en die zal niet gauw de loep gaan pakken om pixels te tellen of zich af te vragen met welke camera de foto is gemaakt. Een goede of, voor mijn part, leuke foto kan bij wijze van spreken met een Nokia zijn gemaakt en kan ook humoristisch zijn. Als je maar goed kijkt:

Dan wil ik ook nog iets zeggen over de 'fotograaf/kunstenaar' die ik liever 'kunstemaker' willen noemen. Deze fotografeert opstellingen van objecten, poses van modellen, samengestelde constructies en noem maar op. Vervolgens gaat de 'fotograaf' in het atelier eens flink aan de gang met verf, computer of andere technieken om het finale kunstwerk te maken. Dat vind ik geen fotografie. Er is niets mis mee, maar dat is een vorm van beeldende kunst zoals schilderen die niets te maken heeft met het 'bevroren moment'. Twee voorbeelden:




Een bloot wijf met een lampekap op d'r kop. Yeah, right. Dit is natuurlijk een tikkie cynisch van mij, maar in galeries en musea hangt volop van dit soort werk. Wat wil je hier in godsnaam meet uitdrukken? Er zijn natuurlijk heel veel voorbeelden van prachtig studio/kunst werk, maar laten we het geen fotografie noemen. De 'foto' daaronder... tja, mooie kleuren...

De essentie

Zoals ik in het begin al aangeef, is fotografie voor mij in de eerste plaats waarnemen en vastleggen. Laat ik zeggen: het waarnemen en vastleggen van de ongeconstrueerde werkelijkheid. Daar is dus niets gekunstelds aan. Reis-, architectuur-, natuur-, portret- sport-, nieuws- en modefotografie voldoen daar allemaal in principe aan. Fotograferen is in den beginne kijken, klikken, klaar. Dat is zoals ik het zie