zondag 30 oktober 2016

CANTO OSTINATO – JEROEN EN SANDRA VAN VEEN – CONCORDIA HAASTRECHT – 28 OKTOBER 2016


In het inmiddels wat verdere verleden heb ik meerdere blogs geweid aan de Nederlandse componist Simeon ten Holt en zijn beroemdste compositie ‘Canto Ostinato’. Ik noem het stuk hierna af en toe gewoon ‘Canto’. Ik hoorde het lang geleden en schafte het direct aan op CD. Het was een versie met vier vleugels met o.a. Cees van Zeeland. Het duurde vele jaren voor Canto bij een groter publiek bekend werd. Ik verhaalde in één van de blogs ook over Stijn die we met het stuk in slaap wiegden toen hij een baby was. Op latere leeftijd kon hij het motief zelf spelen. Op 25 november 2012 in de avond zat hij wat te pielen achter zijn piano. Uit het niets begon zijn spel over te gaan in Canto Ostinato. Heel mooi en goed gespeeld voor een ventje van vijftien, vonden wij. De volgende ochtend zagen we op het nieuws dat Simeon ten Holt de vorige avond, was overleden. Meeting of the spirits? Canto Ostinato is dus geleidelijk een ‘familie-aangelegenheid’ geworden en het voelt een beetje als ‘onze’ compositie.


Ik citeer Wikipedia: ‘Canto Ostinato is een zogenaamde tonale compositie van variabele lengte voor toetsinstrumenten van de Nederlandse componist Simeon ten Holt (1923-2012). Het stuk werd gecomponeerd tussen 1973 en 1976 onder de naam Perpetuum. Een paar maanden voor de eerste uitvoering werd de titel Canto Ostinato gekozen. Canto (cantate) verwijst naar de melodie of een kort muzikaal motief, Ostinato verwijst naar herhaling.’  In de praktijk wordt Canto vaak met meerdere vleugels gespeeld. De kracht van het stuk zit hem in de prachtige basismelodie en de bijna ‘groovy’ niet aflatende cadans. Een compositie met een zeer sterke aantrekkingskracht en, vind ik, één van de sterkste minimale werken die ik ken.



De kenmerken van Canto Ostinato zijn een schoolvoorbeeld van ‘minimal music’ in de strikt technische zin: consonant, cadans, herhaling, vast tempo en grote tijdsduur. Het stuk heeft een, vinden wij, prachtige basismelodie (of motief) en de vele subtiele verschuivingen, veranderingen en terugkerende dissonanties geven het de bijzondere kracht die uniek zijn voor het stuk. Wilt u meer weten wat de componist er zelf over zei in niet technische termen, dan verwijs ik u naar mijn eerdere weblog: http://www.stoneageimages.com/muziek.html - CTRL F tegelijkertijd indrukken en dan in het kader ’29 november 2012’ in tikken.

Het was een geweldige ervaring om Canto Ostinato eindelijk eens echt uitgevoerd te zien in levende lijve. Het echtpaar Jeroen en Sandra van Veen zijn alweer heel wat jaren actief en vormen samen het leidend exponent van minimal music in Nederland. Hun werk richt zich onder andere op componisten als Satie, Cage, Glass en Pärt, maar met name hebben zij naam gemaakt met de muziek van Simeon Ten Holt en in het bijzonder Canto Ostinato. Ze spelen het werk over de hele wereld en in Nederland zelfs als Ligconcert. LIGCONCERT® is hun gedeponeerd handelsmerk. In Haastrecht, of all places, hadden zij al tweemaal eerder opgetreden met Canto. Dat was tweemaal een uitverkocht huis en nu was er ruimte voor een derde keer. J. had ons verrast met de kaartjes. De compacte zaal was deels ingericht voor ligplaatsen en deels met ruime zitplaatsen. Ik was bang in slaap te vallen, maar dat gebeurde gelukkig niet. Iedereen die Canto kent begrijpt die vrees wel.


We bleven geboeid van begin tot het einde, een zit van ruim anderhalf uur. Een geweldig cadeau van J. en helemaal passend in onze familietraditie. We dronken nog gezellig wat en Stijn legde nog contacten, zodat hij misschien ooit ook kan optreden in Concordia. Geweldige avond en nogmaals bedankt J.!

Canto Ostinato kun je luisteren of ondergaan. In dat laatste geval kom je in een sluimerwereld terecht waar werkelijkheid, gedachten, dromen en het onderbewustzijn door elkaar gaan lopen. Een volstrekt unieke ervaring en voor degenen die daar open voor staan is er geen beter ‘natural high’. Ik ken geen muziekstuk wat dat zo sterk heeft als Canto, of ook maar in de buurt komt. Een ‘volwassen’ uitvoering met vier vleugels duurt ongeveer 2,5 uur. Let wel, we hebben het over één (1!) muziekstuk, één ‘nummer’. Ook die lange versie wordt live uitgevoerd, maar dat zou ik echt te veel vinden om mee te maken. Nee, Jeroen en Sandra’s speelduur was precies goed. Wij hebben ‘geluisterd’ als u mij begrijpt. Ademloos. Het is fantastisch om alle variaties en verschuivingen te voelen en te zien hoe Sandra en Jeroen feilloos communiceren met knikjes om hun spel synchroon te houden. Stijn pikte ook de technische aspecten uit zoals de diverse jazz-akkoorden en harmonische structuren. Maar beter dan onderstaande Youtube film kan ik het niet vertellen. Het is bijna hetzelfde als wat wij gezien hebben, alleen iets korter. U kunt er even naar luisteren en, als het aanspreekt, zelfs 'ondergaan'. De geluidskwaliteit van deze registratie is subliem.


Canto Ostinato is bijna obsessief vaak uitgevoerd door het Van Veen echtpaar. Live, maar ook vastgelegd op vele, vele CD’s. Jeroen van Veen legt het een en ander heel boeiend en duidelijk uit over het stuk in de korte documentaire hieronder. Hij noemt Canto geen minimal music. Alles beweegt zich om het melodietje, de klankbeleving, en niet om het ritme, zoals bij Reich's minimal music. Ik voel dat zelf beslist anders, maar dat mag. Overigens zijn de meeste musicologen het met mij eens. Wat Jeroen verder zegt over muziek en met name klassieke muziek in algemene zin is zeer interessant en leerzaam. Er bestaat overigens ook nog een bioscoopfilm over Canto. Ook maar eens ergens zien op te duikelen.



Belangrijk vind ik om aan te vullen dat Ten Holt’s werk niet stopt bij Canto, zoals Jeroen ook aangeeft. De eerlijkheid gebiedt dat ik in het verleden nooit ander werk heb geluisterd van de componist uit Bergen. Ik nam mij dat steeds voor, maar het kwam er nooit van. Dat heb ik deze dagen, na jarenlang aandringen van vriend H., eindelijk maar eens gedaan. Hij had en heeft groot gelijk, wat ik deze dagen heb geluisterd is niet minder dan briljant. We zijn nooit te oud..., enfin, afgezaagde tekst. Maar het is duidelijk dat het werk van Simeon Ten Holt meer aandacht verdient dan alleen Canto Ostinato. Dat neemt niet weg dat ik Canto, tot nu toe, nog steeds de meest betoverende minimale compositie vind die ik ken.


zaterdag 29 oktober 2016

CORY HENRY & THE FUNK APOSTLES – PARADISO AMSTERDAM – 27 OKTOBER 2016


Nooit gedacht dat mijn mening over de muziek van Frank Zappa zou veranderen. Maar ‘never say never’. Na zoveel jaren begint het er op te lijken dat Zappa’s muziek geleidelijk toch wat aan glans lijkt te verliezen. Dat geldt wat mij betreft voornamelijk voor de ‘songs’, de liedjes die we altijd zo eindeloos cool vonden. Het zuiver instrumentale werk staat, wat mij betreft, nog wél fier overeind. Waar Frank voor mij sowieso vooraan liep was met de concertopening. Bijna altijd startte hij met een intro om de toon te zetten en duidelijk te maken wie de beste rock, jazz & madness band ter wereld had. Waanzinnig goed is die van zijn World Tour van 1980. Zoek het maar op: Youtube, Parijs, ‘Chunga’s Revenge.’ We zagen hem in dat jaar in Rotterdam en na deze opening zaten we op Mars. Onvergelijkbaar knap vakmanschap van dit “Rockin’ Teenage Combo for 1980”. Beste intro ooit. Maar wat gebeurde er nu toch opeens gisteravond in Paradiso?

De naam ‘Snarky Puppy’ is hier misschien al vaker gevallen dan goed is. Maar ze zijn onvermijdbaar. Een stuk of 30 tot 40 gasten tussen de 20 en 30 jaar die in steeds wisselende samenstelling,  de wereld van jazz en wat daar ook maar een beetje mee te maken heeft, binnenste buiten hebben gekeerd. Ultra-getalenteerd en wereldwijd een groot succes. Muziekscholen en conservatoriums puilen uit van Snarky-sound-a-likes en nieuwe verfrissende muziek staat eindelijk weer op de kaart. Die mannen hebben eigenhandig een deel van de muziekindustrie nieuw leven ingeblazen. Elk Snarky concert staat garant voor een ‘full house’. De individuele bandleden timmeren ook aan de weg en hun enthousiasme en gedrevenheid is ronduit indrukwekkend. Eén van de adepten van de band is mega-talent Cory Henry, de 29-jarige duivelskunstenaar op de toetsen met de B3 als specialiteit. Henry werd geboren in Brooklyn, New York. Hij speelt piano en de Hammond vanaf dat hij twee jaar oud was en werd ontdekt in de kerk toen hij zes jaar oud was. Dat zelfde jaar stond hij in het Apollo Theater. Hij is helemaal los op Gospel en dat straalt af op zijn spel uiteraard. Verdere invloeden van Cory zijn onder andere Miles, Herbie Hancock, Jimmy Smith, John Coltrane, Otis Redding, Marvin Gaye, James Brown en, natuurlijk, Prince. Cory geeft, al dan niet samen met anderen, wereldwijd workshops. Muziekstudenten en professionals uit de 'industrie' verdringen zich om een deel van de Cory Henry experience te zijn.

Mijn modern referentiekader voor alles wat nieuw is in muziek is Youtube en zoon Stijn. Hij kwam een paar jaar terug met Snarky aanzetten. Stijn is een piano-student en ‘dus’ is Cory Henry zijn grote held en een bezoek aan een live concert in Paradiso was natuurlijk een no-brainer. We gingen met vier man. Ik was was een tikkie sceptisch omdat de Youtube filmpjes van Cory allemaal erg fragmentarisch zijn en ook qua stijl een beetje alle kanten op gaan. We waren benieuwd.

Het loopt allemaal als een speer. Ik bedoel de rit naar Amsterdam, het hapje eten, de toegang tot Paradiso, we hebben nergens vertraging. Helemaal goed. Stijn en D., de jongelingen, gaan naar de grote zaal en R. en ondergetekende klimmen naar balkon twee, bijna exact in het midden. Lekker zitten. Prima. Het is even wachten en een kwartier over tijd, Paradiso is nu bomvol, als Cory Henry zich achter de Hammond plaatst. De band bestaat uit twee voluptueuze zangeressen, een bassist, gitarist Adam Agati (Marcus Miller band), drummer Taron Lockett (voormalig Prince) en nog een toetsenist.


Dan volgt er een concertopening die ons werkelijk plat walst. Niet normaal. Vergeet Mars, wij zitten op Pluto. Ruim twintig minuten moddervette vierkante Jazz-P-Funk-Groove die zijn weerga niet kent. James Brown, George Clinton, Maceo Parker, George Duke, Marcus Miller en elke andere ‘Groove Master’ bij elkaar en dan in het kwadraat. Cory in Da House! En Da House staat op zijn kop. On-voor-fokking-stelbaar goed. De intro staat voor altijd minimaal ex-aequo met die van FZ uit 1980. Dat blijkt maar goed ook, want daarna wisselt het concert toch wel van spanningsboog. De band speelt meerdere covers, waaronder ‘Proud Mary’, een mix van James Brown, een heel bijzondere versie van Prince’s ‘1999’ en iets van Marvin Gaye hoorde ik iemand zeggen. Tegen het einde zakt het concert een beetje in... Ik heb het nog niet geconstateerd of ‘all hell breaks loose’: de laatste nummers zijn van wereldniveau en de tent wordt afgebroken. Geen steen blijft op de andere, maar dat is een beeldspraak uiteraard. De naverbrander maakt de zwakke momenten weer helemaal goed. Cory zweept het publiek op met zijn muziekevangelie en het is duidelijk waarom hij zich ‘dokter’ Henry noemt vanwege zijn standaard recept: twee keer per dag muziek! De dokter steelt wel de show want de andere bandleden zijn er voornamelijk ter ondersteuning. Maar dat doen ze met verve.

Ondanks een paar zwakkere momenten was het een concert van wereldklasse. We hebben een absolute top-avond gehad. Vanuit de Byzantium parkeergarage zoeven we heerlijk in de Volvo V60 Twin-Engine van R. naar huis. Cory Henry is niet beschikbaar in de auto maar wel Herbie Hancock’s ‘Flood’ album. Het is wel duidelijk waar die Snarky gasten het allemaal vandaan hebben. Om een uur of twee lig ik in mijn mandje. Cory Henry zie ik nog springend achter zijn Hammond op mijn netvlies. ‘Get on Up’. Wat een concert…



Audio- en videobestanden doen eigenlijk te kort aan de Cory Henry experience. Bovendien kost het mij moeite iets te vinden wat lijkt op wat wij hebben gezien. Maar ik vond het filmpje hierboven. Het is opgenomen in Parijs vorige week en geeft best wel een beetje een goed idee. Wel de 'equalizer' er over heen gooien.





dinsdag 25 oktober 2016

TOOTS THIELEMANS - IN MEMORIAM

Als er ‘iemand’ is heengegaan die mij na is, sta ik er hier meestal wel even bij stil. Liefst zo snel mogelijk na het verscheiden, want zo hoort dat. In dit geval, het overlijden van Toots Thielemans, duurde het even. Wij waren op vakantie toen hij stierf en ik hoorde dat pas een paar dagen na thuiskomst. Maar ‘Toots’ verdient wel degelijk mijn 'In Memoriam', bij wijze van eerbetoon. Hij behoorde tot de mensen waar ik een speciaal gevoel bij had. Toots was een bescheiden, zachtaardige en bijzonder begenadigde muzikant en waarschijnlijk de beste mondharmonicaspeler uit de muziekgeschiedenis. Zijn spel had een unieke, vaak melancholieke klank en door Toots kreeg de mondharmonica een volwassen status. Ik heb geen persoonlijke verhaaltjes waar Toots een rol in speelt. Ja, als ik ‘Dat Mistige Rooie Beest’ hoor, van de monumentale soundtrack van Turks Fruit, dan moet ik janken. Maar dat is niet anekdotisch, dat is een vaststelling. Er is uiteraard heel veel over de beroemdste Belg ooit, Jean Baptiste Frédéric Isidor baron Thielemans, te vertellen. Wat wil je, hij is 94 jaar geworden en heeft met talloze (wereld-) beroemdheden uit de jazz en lichte muziek het podium en de studio gedeeld. Wat denkt u van Charlie Parker, Herbie Hancock, Quincy Jones, Stevie Wonder, Bill Evans, Jaco Pastorius, Pat Metheny, Billy Joel en Paul Simon? Het is maar een selectie. Zijn bekendste compositie is de jazzwals Bluesette uit 1962. Vanwege de royalty's noemde hij het nummer zijn pensioenfonds. Hij wordt algemeen erkend als een van de grootste jazzmuzikanten uit de historie. Ik verwijs graag naar internet of de Penguin Guide to Jazz (of vergelijkbaar) als u meer wilt weten over zijn levensloop.

Wat wel leuk is om hier nog te vermelden: de orginele versie van Sesamstraat? Juist, met Toots. De Unox reclame? Inderdaad, Toots. Al vele, vele jaren. Wellicht kent u Toots’ muziek alleen van Turks Fruit of de titelmuziek van Baantjer, maar dan doet u zich tekort. Toots heeft een interessante discografie met een aantal prachtige albums. Niets grensverleggends, maar vakkundige en vooral 'soulful' muziek. Een album wat bijvoorbeeld meer dan de moeite waard is, heet ‘Only Trust Your Heart’ uit 1988 op het Concord Jazz label. Jazz op een fantastisch hoog niveau: virtuoos, expressief, met warmte gespeeld en prachtig opgenomen. 


Het 'Mistige Rooie Beest' uit Turks Fruit (1973) mag hier natuurlijk niet ontbreken. Het onderstaande filmpje, met Rogier van Otterloo junior, is van erbarmelijke beeldkwaliteit, maar de muziek is niet minder dan briljant. Toots op mondharmonica, Herman Krebbers (ja, ja) op viool en Rob Franken op de schitterende Fender Rhodes elektrische piano. Het orkest staat onder leiding van Rogier van Otterloo. De opnames zijn uit de tv-show 'Music All In' van Pim Jacobs. De ouderen kennen hem nog wel. Allemachtig, wat is dat lang geleden. Hoeveel melancholie kan een mens aan?


Ik sluit af met iemand te citeren die een mooi boodschapje plaatste onder Toots' overlijdensbericht op internet: 'Rust zacht, bescheiden lieve man.'


woensdag 12 oktober 2016

PIONEERING SPIRIT

De eerste keer dat ik met de ‘expat’-wereld in aanraking kwam was in Bangladesh. Ik was daar aan het backpacken. Inderdaad, een heel vreemd land om als jongeling met een rugzak rond te struinen, maar het kwam min of meer toevallig zo uit. Het verblijf in een van de armste landen van de wereld was zeer indrukwekkend maar verliep niet helemaal vlekkeloos en eindigde met hoge koorts en ‘Bacterial Dysentery’. Maar ik heb het gelukkig na kunnen vertellen. Dhaka, de hoofdstad, had destijds ongeveer 4,6 miljoen inwoners. Het is nu één van de snelst groeiende steden ter wereld. De teller staat op meer dan 17 miljoen inwoners voor de 'Greater Dhaka Area'. Ik kan en wil mij eigenlijk niet voorstellen wat voor chaos daar nu moet heersen. Tijdens mijn verblijf liet het land en de schrijnende armoede in ieder geval een enorme indruk bij mij achter. Behalve de dysenterie had ik er gelukkig ook leuke ervaringen.


'Expat' (expatriate) is de Engelse term voor iemand die in het buitenland werkt. Meestal bedoelt men westerlingen die in ontwikkelingslanden of de oliestaten werken. Ik had in Bangladesh een ontmoeting met een zekere mijnheer Bos, een echte expat. 
Mijn dagboek zegt niets over zijn voornaam. Ik noem hem hier gewoon 'Willem'. Willem Bos, dat klinkt goed, toch? Hij was Projectleider bij Boskalis en had al over de hele wereld gewerkt. Willem was in Bangladesh in het kader van een project in Chittagong en woonde in een mooie buitenwijk van Dhaka. Ik was er precies in de week dat de naam van de stad werd omgedoopt van Dacca naar Dhaka. Het was een zeer klamme tropenavond en we dronken whisky op zijn veranda. Uit zijn dicht begroeide tuin klonk een concert van cicaden en de exotische sfeer was helemaal compleet. Hij vertelde over zijn werk als expat, de projecten van Boskalis, het werken in de derde wereld, de bureaucratie en nog veel meer. Ik hing aan zijn lippen en zou niets liever willen dan ook zo’n dynamisch leven leiden. Maar ja, die kans had ik wel een beetje laten lopen toen ik besloot na mijn Militaire dienst niet te gaan studeren maar leuke dingen te gaan doen. Zoals door Azië reizen... Trouwens, veel expats zijn na een aantal jaren van hun vrouw af en aan de drank. Het is nooit allemaal goud wat er blinkt. Het gemijmer over reizen, studeren, expats en dergelijke bracht mij op het idee eens wat te schrijven over mijn loopbaan. Twaalf ambachten zeker, maar gelukkig geen dertien ongelukken. Een paar misschien...

Na school en studie, wat uitzendbaantjes en de militaire dienstplicht (lichting 1979-5) begon voor mij in 1980 mijn eerste serieuze baan. Vanwege omstandigheden had ik in 1974/1975 al bijna een jaar bij de PTT gewerkt en in 1976/1977 een jaar stage gelopen. Eerst als tekenaar bij de gemeente Gouda en daarna als assistent opzichter bij de bouw van de Drechttunnel onder de Oude Maas in Dordrecht. Het waren beide echte arbeidsovereenkomsten. In 1980 begon ik in feite al aan mijn derde werkzame jaar. Voor de Nederlandse overheid telt de dienstplicht blijkbaar ook mee. Over een paar maanden staat de teller van mijn arbeidshistorie op 42 jaar werken. Op mijn pensioengerechtigde leeftijd zijn dat er, Deo Volente, bijna op de dag af 50.

Een belangrijk deel van de jaren tachtig werkte ik in Leiden bij het Gemeentelijk Energiebedrijf, het Energie Bedrijf Rijnland. Na enige tijd kreeg ik een aanstelling en werd ik ambtenaar. De rol die ik daar het laatst bekleedde was die van projectassistent bij de uitbreiding van de elektriciteitscentrale die aan de Lange Gracht staat. Het gaat hier veel te ver om uit de doeken te doen wat het project en mijn werk precies behelsde. Ze bleken beide van doorslaggevend belang voor mijn toekomstige loopbaan: na afloop van het project was ik meer dan zeer behoorlijk op de hoogte van werktuigbouwkunde, elektrotechniek en alle andere belangrijke vakdisciplines. De foto hieronder heb ik gemaakt in 1980 vanaf het dak van de elektriciteitscentrale. De schoorsteen is met 80 meter nog steeds het hoogste bouwwerk van de stad. De witte gashouder is in 1984 gesloopt, waarmee Leiden een belangrijk herkenningspunt kwijt raakte. De rook in de verte is van de vuilverbranding en die is ook al heel lang geleden afgebroken.



Na 'Leiden' had ik nog een paar aardige jobs en in 1990 maakte ik kennis met de wereld van de flexibele arbeid. Ik werkte toen ruim twee jaar voor ASB Uitzendbureau. De ouderen herinneren zich die naam nog wel. ASB stond voor Algemeen Service Bedrijf en was de eerste uitzendorganisatie van Nederland. Het ging later over in Vedior International en dat werd weer overgenomen door Randstad in 2007. Vergis u niet in deze bedrijven: ASB had 100 vestigingen en Vedior was op een gegeven moment goed voor 7,5 miljard euro omzet! 

Ik werd al snel vestigingsmanager en kreeg een auto van de zaak. Een witte Peugeot 205 XE 1.1i 5-deurs met grijze strepen en een ASB logo. Op een zekere dag hadden we een bedrijfsfeestje voor alle vestigingsmanagers op het hoofdkantoor aan de Herengracht in Den Haag. Ik was er al vroeg en parkeerde de Peugeot in de parkeergarage onder het Malieveld. Erg leuke feestjes altijd bij ASB, volop lekker eten en je kwam er nooit wat te kort. Ik wil mij niet direct als 'party pooper' afficheren, maar een 'plakker' ben ik zeker ook niet. Dus niet al te laat die avond vond ik het welletjes en besloot huiswaarts te keren. Ik liep naar de parkeergarage en daar aangekomen stond ik oog in oog met misschien wel vijftig 'witte Peugeot's 205 XE 1.1i 5-deurs met grijze strepen en een ASB logo'. De afstandsbediening moest nog worden uitgevonden en het kenteken wist ik niet uit mijn hoofd. Het bleef die avond nog lang onrustig onder het Malieveld. 



Via, via kwam ik in 1992 in contact met Polydesign. Op dat moment het grootste technische detacheringsbedrijf van Nederland. Het was een dochteronderneming van Comprimo Engineers & Contractors, een vermaard ingenieursbureau in de olie- en gasindustrie uit Amsterdam. Ik had een gesprek met de manager in Leidschendam. De klik was uitstekend en opeens had ik een baan in 'de grote mensen wereld', want zo zag ik dat wel. Olie en gas, engineering, chemie, offshore, dat ging ten minste ergens over. Toevallig was een vriend van mijn ouders een vestigingsdirecteur van Comprimo. Wij noemden hem ‘Oom Piet’. Hij leeft nog steeds, ‘Oom Piet’. Zijn vrouw trouwens ook. Ze zijn allebei vet in de negentig en hebben geen idee wat ouder worden is, echt waar. Mijn lieve moedertje ligt nu precies een jaar in haar graf. Ze klaagde nooit, maar die heeft haar portie aan lichamelijke ongemakken wel gehad in haar leven. Bij ‘Oom Piet’ en zijn vrouw leken alle financiële en lichamelijke ups en downs aan hun deur voorbij te gaan. Mijn moeder zei altijd: “Die twee? Die gaan niet dood, die kunnen geen eens dood…” Ik zie ‘die twee’ inderdaad nog regelmatig samen door het park wandelen. Ze rennen nét niet. Flinke pas, fier rechtop, arm in arm, goed in de kleren want geld zat natuurlijk. ‘Oom Piet’ heeft ook nog een irritant volle kop met zilvergrijs haar. Het is soms zeer oneerlijk verdeeld.

Stork werd in de jaren negentig grootaandeelhouder van Comprimo toen het bedrijf in de problemen raakte. Het betekende na verloop van tijd het einde van Comprimo (een stukje ging overigens naar Jacobs in Leiden). Polydesign werd tijdens die transitie verkocht aan Randstad. Ik werkte er in die periode en de bedrijfsnaam werd omgedoopt naar Randstad Polytechniek en later in de onbegrijpelijke naam 'Yacht'. Ik heb Frits Goldschmeding persoonlijk rondgeleid door het Polydesign-kantoor in Leidschendam destijds. Hij wilde graag eens zien wat hij nu eigenlijk had gekocht. U weet niet wie Frits Goldschmeding is? Kijk maar even op Google. O ja, Frits heeft J. ooit nog oesters gevoerd tijdens het 35-jarig bestaan van Randstad op 30 september 1995. Het was op dat moment het grootste bedrijfsfeest ooit in Nederland gegeven. Nationale en internationale artiesten gaven acte de présence. Zelfs de toenmalige zeer bekende nachtclub van Manfred Langer, 'de IT', was voltallig aanwezig, inclusief homodisco en travestieten. Er kwamen 12.000 gasten uit de hele wereld. Alle beschikbare touringcars in Nederland werden ingezet om personeel en gasten naar het feest in Diemen te brengen. Waanzinnig toch? De foto's hieronder komen van het boek wat er destijds van het feest gemaakt is.



Bij Polydesign detacheerden we, meestal via Comprimo, ook techneuten naar het buitenland en het was mijn tweede kennismaking met de wereld van expats. De multi-disciplinaire technische kennis die ik in Leiden had opgedaan bleek meer dan goed van pas te komen. Ik bleek eigenlijk met bijna alle techneuten inhoudelijk te kunnen communiceren. Op generalistisch niveau natuurlijk, maar voldoende om mijn vak goed te kunnen uitoefenen. Onze mensen werden veelal ingezet bij PDO (Petroleum Development of Oman), maar ook wel in Lybië, Saudie Arabië, Qatar en dergelijke. Nederlanders, maar ook veel Britten. Het waren allemaal van die kerels als Willem Bos uit Dhaka. Ze zaten vaak vol met de meest geweldige verhalen en sommigen konden er heel mooi over vertellen. Eén van die mannen, een Electrical Engineer uit Bleiswijk, had decennia in het buitenland achter zich. Al vanaf de jaren zestig. Hij verhaalde over expedities die expats in die jaren ondernomen als ze naar huis gingen voor lang verlof. Ze verzamelden dan ergens met hun auto’s en reisden dan over land, als een karavaan, naar Nederland of Engeland. Kunt u zich dat voor de geest halen? Van Oman naar huis? Dat is echt een bizarre route en nu totaal ondenkbaar. Meer dan 7.500 kilometer door woestijnen, bergen, middeleeuwse oorden en communistische landen. Hij heeft ooit een middag zitten vertellen op kantoor. Hij had fotoboeken meegenomen en vertelde prachtige verhalen.  

Ik zal op hoofdlijnen uitleggen wat mijn werk eigenlijk behelst. Het doel van mijn vak als 'Sales & Recruitment Consultant' is het leveren van technische specialisten aan de klant voor de duur van één van haar projecten. Het is in feite ter beschikking stellen van een tijdelijke arbeidskracht en we noemen dat detacheren. Je verrekent de gewerkte uren van je kandidaat op basis van een overeen gekomen uurtarief. Het uur- of verkooptarief = kostprijs kandidaat + overhead bureau + winstmarge. In mijn geval was ik veel actief in de olie- en gas industrie, maar ook in chemie, bouw, infra en ICT. Detacheren is, op de keper beschouwd, hetzelfde als uitzenden, maar daar gelden andere wettelijke kaders en is geschikter voor kortlopende opdrachten. Een kandidaat kan ook direct bij de opdrachtgever in dienst treden. Dan krijgt het bureau een fee voor de bemiddeling. Een dergelijke procedure heet 'werving en selectie', maar dat is een heel ander chapiter.

Bij detacheren is de eerste stap je actieve klant of prospect te overtuigen een aanvraag bij jou uit te zetten. Als dat lukt en je kent het bedrijf nog niet goed, dan is de ideale situatie dat je de vacature gaat bespreken met je contactpersoon. Dan krijg je een goed beeld van de functie met alle finesses die er spelen en van belang zijn voor een goede werving. Het gaat meestal om functies op HBO of academisch niveau en een goed begrip van de functie is het halve werk. Daarna ga je aan de slag met de operationele kant van het proces: het zoeken, interviewen en selecteren van geschikte kandidaten. Deze vind je in je eigen database of op nationale en internationale 'job boards' en LinkedIn. Je nodigt één of meerdere kandidaten uit voor een gesprek en selecteert dan de meest geschikte. Het zal duidelijk zijn dat je de nodige kennis van het technisch vakgebied van de kandidaat moet hebben, maar ook de vaardigheden om de 'soft skills' van de kandidaat te beoordelen. Als de match goed is, dan wordt het CV van de kandidaat, in het 'format' van het bureau, voorgesteld bij de klant. Indien er interesse is, volgt een interview met de kandidaat bij het bedrijf. Als dat goed uitpakt dan is de deal rond. De kandidaat komt dan op de payroll van het detacheringsbureau en gaat aan de slag bij de klant 'voor de duur van het project'. Op het moment dat het project eindigt, dan is dat ook het einde van het dienstverband. Projecten kunnen duren van enkele maanden tot soms meerdere jaren. De kandidaat komt nooit iets te kort. Hij of zij krijgt ten minste het salaris wat een vaste kracht bij de klant ook zou krijgen. Net als een uitzendkracht. Daar bestaan nog wel eens vreemde ideeën over. De netto gemiddelde winstmarge is meestal maar een paar procent. Eén of twee, misschien drie euro maximaal per uur. 

Alles moet natuurlijk ook administratief correct worden afgehandeld. De consultant moet zorgen dat de juiste informatie voor de back-office aanwezig is zodat die de arbeidsovereenkomsten en contracten kunnen opstellen en andere procedures kunnen opvolgen. De consultant dient ook allerlei kwaliteit-, veiligheid- en gezondheidsprotocollen te volgen die voortkomen uit procedurele en/of wettelijke regelgeving. Menig zondag heb ik besteed aan het voorbereiden van audits van Lloyd's.



Een paar keer per jaar bezoek je de kandidaat bij de klant, het 'field management'. Enerzijds heeft dat als doel om de band met de gedetacheerde te onderhouden, de bekende vinger aan de pols. Anderzijds is het belangrijk om je opdrachtgever regelmatig te spreken. Je wilt tenslotte weten hoe de gedetacheerde bevalt. Je bespreekt de planning en probeert nieuwe opdrachten mee te krijgen. Een consultant moet minimaal vijf tot zes mensen aan het werk hebben. Dan zijn de loonkosten van hem of haar gedekt. Als dat niet lukt dan is het einde dienstverband. Zo werkt dat. Als het wel lukt en je groeit naar bijvoorbeeld tien man of meer, dan wordt het leuk. Mooie auto, mooie bonus, enzovoort. Maar voor 'life time employment' zit je in mijn branche goed fout omdat externe factoren de continuïteit op lange termijn altijd weer in de weg zitten. Geluk is in deze business van cruciaal belang. Ik ken bijvoorbeeld geen bedrijfstak waar je product kan weglopen. 

De kers op de taart was altijd, voor mij, het bedrijfsbezoek. Het aantal bezoeken wat ik heb gedaan is echt ontelbaar. Van ASML (kende toen nog geen mens) tot Vopak en alles wat er tussen zat (een bedrijf met een 'Z' kan ik mij niet herinneren). Bij sommige bedrijven was ik van tijd tot tijd 'kind aan huis' en had ik zelfs een eigen toegangspasje. Wat voorbeelden van bedrijven waar ik kwam in willekeurige volgorde: Shell Pernis, ICI, AkzoNobel, Kemira, Heijmans, RDM, SBM Offshore, Lummus, Philips, Technip, Q8, Reed Elsevier, NBM Amstelland, SenterNovem, Jacobs, Fluor, Intel maar ook buitenbeentjes als diverse musea, SBS6, AKN (Avro-KRO-NCRV) en vele, vele andere. Een verhaal apart zijn, de 'Heerema-bedrijven'. Op die laatste kom ik zo terug. 

Vrijheid blijheid hoort dus bij mijn werk. Niet zelden zag mijn lunchpauze er uit als de foto hieronder. Het grootste nadeel van mijn bedrijfstak was en is dat het op elke economische scheet reageert. Daardoor heb ik tijdens mijn loopbaan tientallen detacheringsbureau's zien fuseren, worden overgenomen en vooral failliet zien gaan. Het resulteert in een Curriculum Vitae met veel verschillende werkgevers. Maar in mijn branche is dat min of meer normaal. Als het lekker loopt dan is het echt een wereldbaan met veel dynamiek en veel vrijheid. Dat dan weer wel.



Soms maakte ik dia’s en foto’s van bedrijfsbezoeken. De foto’s hieronder, bij wijze van voorbeeld, zijn genomen van de ‘Helwin Beta’ bij Heerema Fabrications Group (HFG) in Zwijndrecht. Het is een enorme transformator die inmiddels in de Duitse Waddenzee staat. De opgewekte elektriciteit van de windmolens die daar staan komen in de Helwin Beta bij elkaar, wordt getransformeerd waarna het naar de kust gaat via onderzeese kabels naar een onshore transformator. Vandaar gaat het naar het Duitse hoogspanningsnet. Ik had het genoegen het hele project in diverse stadia te zien. Uiteraard hadden we een aantal mensen aan het project werken.





Nog een voorbeeld. Het gevaarte hieronder is de Aegir van Heerema Marine Contractors in Leiden. Het is hun meest recente ‘Deepwater Construction Vessel’ (DCV) en wordt ingezet om pijpleidingen te leggen in ultra diep water tot 3000 meter diepte. De Aegir is hiermee wereldrecordhouder. De giek van de kraan is 125 meter lang. Dat is 15 meter langer dan de Dom toren! De foto heb ik gemaakt in de haven van Schiedam tijdens een bedrijfsbezoek in 2013. Overigens niet via Heerema Leiden.


Heerema, ik zou er nog op terug komen. Het begon allemaal met Pieter Schelte Heerema uit Amsterdam. Hij was een talentvol civiel ingenieur maar met een oorlogsverleden bij de Waffen-SS. Daar maakte hij geen vrienden mee en werd na de oorlog veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar. Na het uitzitten van zijn straf vertrok hij naar Venezuela waar hij ondernemer werd. In 1961 keerde hij terug en ontwikkelde zijn offshore bedrijf Heerema in Leiden. Zijn zoons Edward, Hugo en Pieter gingen ook in de business maar kregen ruzie na het overlijden van de oude heer in 1992. Edward was eigenlijk de troonopvolger, maar daar wilden de andere broers niets van weten. Uiteindelijk kocht Pieter junior de andere broers uit. Twee broers, Ruurd en Eric trokken zich sowieso uit het hele proces terug. Pieter Junior werd uiteindelijk de baas van Heerema in Leiden en Edward en Hugo begonnen hun eigen bedrijven. Respectievelijk Allseas in Delft en Bluewater in Hoofddorp. Beide bedrijven werden succesvol in de offshore met hun eigen type technologie en toepassingen. Tussen de Heeremaatjes onderling kwam het eigenlijk nooit meer echt goed. Heerema in Leiden heet tegenwoordig Heerema Marine Contractors. Zij zijn gelieerd aan de Heerema Fabrication Group in Zwijndrecht. Als u meer wilt weten, dan verwijs ik u naar de websites van de diverse individuele bedrijven.

Ergens in de jaren tachtig koketteerde Allseas al met een ontwerp van wat later de 'Pieter Schelte' zou gaan heten. Het plan was om twee supertankers aan elkaar te lassen tot een nieuw groot schip wat kon worden ingezet voor ontmanteling van grote offshore platformen. Het schip zou zo'n platform in één keer van zijn sokkel kunnen lichten, bij wijze van spreken, om vervolgens naar de wal te brengen voor sloop. Ontmantelen van een platform gebeurt aan het einde van de levensfase. Normaliter gebeurt dat ontmantelen op zee in meerdere fasen. Dat kost de inzet van heel veel meer materieel en dus vooral meer tijd en geld. Het ontwerp van de 'Pieter Schelte' heeft jaren als maquette in de hal achter de receptie gestaan in Delft. Ik keek er regelmatig met ontzag naar en kon mij niet voorstellen dat het ooit zou varen. In 2005 en later detacheerden wij (ik en mijn werkgevers) al tekenaars en ontwerpers naar Delft voor dit project. Het duurde al met al nog 10 jaar voor het schip in de vaart kon worden genomen. Het is met een lengte van 382 m en een breedte van 124 m het grootste vaartuig door mensenhanden vervaardigd. Het is gebouwd bij Daewoo in Zuid-Korea en het is inderdaad in staat complete platforms op te tillen en te verplaatsen. Ongelofelijk. Het kan ook pijpleidingen leggen op de zeebodem. De naam ‘Pieter Schelte’ vond Edward wel een mooi eerbetoon aan zijn vader en prijkte trots op het schip tijdens de 'Maiden Voyage'

Maar men besloot al snel het schip toch maar om te dopen in 'Pioneering Spirit'. De oorspronkelijke naam wekte vanwege de 'foute' associaties zoveel ergernis en wrevel op, tot op hoog zakelijk en maatschappelijk niveau, dat Pieter Schelte's naam uiteindelijk voor altijd werd overgeschilderd.

Allseas is altijd al een specialist geweest van bijzondere offshoretechnologie. Eén van mijn bedrijfsexcursies was met de IRO (Association of Dutch Suppliers in the Upstream Oil and Gas Industry) in 2007. We waren in de gelegenheid gesteld door Allseas om de ‘Audacia’ te bezoeken tijdens de ombouw van een Bulk Carrier naar pijpenlegger (https://nl.wikipedia.org/wiki/Pijpenlegger). Ik was de enige van ons bedrijf die ging, want mijn werkgever was verhinderd. Pech voor hem. Ik liep letterlijk naast Edward Heerema het schip rond met de rest van de gasten achter ons. De Audacia lag aan de kade bij Keppel Verolme waar de ombouw plaats vond. Het was echt onwaarschijnlijk slecht weer die namiddag. Er raasde een storm over Nederland en ons gezelschap hield het niet droog bij ons bezoek aan het schip. Terwijl wij ons een weg baanden over en door het schip waren er honderden werklui van allerlei nationaliteiten aan de slag. Links en rechts zag je vonkenregens waar lassers aan de slag waren en overal hoorde je getimmer, geboor en geratel door het schip galmen. Het was een surrealistische sfeer. Bovenop de brug, het letterlijke hoogtepunt van onze tocht, kon je door de waas van regen nog net Rotterdam aan de horizon zien. Rondom ons, het begon al te schemeren, verlichtte een zee van lichtjes de directe omgeving van de Botlek. Het was een indrukwekkend en bijna magisch realistisch uitstapje. Pikant detail: Op 1 mei 2011 reed ik naar huis met een arbeidsovereenkomst bij Allseas voor de functie van Corporate Recruiter. Ik heb er om diverse redenen vanaf gezien.

De ‘Pioneering Spirit’ had ik ook wel willen bekijken met zo’n mooi bedrijfsbezoek. Het is er helaas nooit van gekomen. Het schip is in Zuid-Korea gebouwd en ligt sinds januari vorig jaar in Nederland. Deze week kreeg ik van ex-collega en vriend JS een schitterend filmpje binnen. We zien op de film inderdaad de twee aan elkaar gelaste supertankers met een oppervlakte gelijk aan acht voetbalvelden. De ‘footprint’ maakt dit het grootste vaartuig wat er ooit door de mensheid is gebouwd. De technologie is 'unmatched' in de wereld. Dat die Pieter Schelte behoorlijk fout was doet mijns inziens niets af aan de inspanningen van al die duizenden vakmensen gedurende vele jaren. Van ingenieur tot lasser. Kijk maar eens:


Indrukwekkend toch? Helaas is de muziek niet minder dan ver-schrik-ke-lijk. Beter is het om het geluid maar af te zetten. Op de website van Allseas staan nog meer interessante filmpjes. Indirect heb ik toch een héél klein steentje aan dit 'bootje' bij gedragen en dat vind ik toch eigenlijk best wel leuk. 

Met deze blog wilde ik mijn lezers een blik(je) gunnen in mijn werk en de bedrijfstak waar ik zo lang werkzaam in ben geweest. De meeste mensen hebben van beide namelijk geen idee en ik hoop dat dat met deze blog enigszins is bijgesteld. Pioneering Spirit is een mooie titel voor een grote boot die verwijst naar de ambities en gedrevenheid van, weliswaar een 'foute', maar toch wel grote geest en entrepeneur. Ik kan natuurlijk niet in de schaduw staan van dat soort individuen, maar in mijn geval is dan wellicht 'Wandering Spirit' een mooie metafoor voor mij en mijn loopbaan. Saai was het in ieder geval nooit. 'Luctor et Emergo'.


zondag 9 oktober 2016

RECENSENT VAN HET LEVEN

Onlangs kreeg ik een mooi compliment van vriend R. naar aanleiding van een blog: ‘u is mijn favo recensent van het leven’. Wauw, heel sympathiek, maar, misschien nog belangrijker, een prachtige vondst. Recensent van het (mijn) leven in de vorm van verhalen en foto’s. Bullseye. Het is wat ik altijd onbewust voor ogen heb gehad, denk ik. ‘Het leven’ is wat groots en aanmatigend, maar toch, een hele mooie titel.

Fotografie is eigenlijk ook vaak een vorm van recensie, een verslaggeving. Goed fotograferen is een ambacht waar een mens zich zeker in kan bekwamen maar, voor alles, je moet het wél zien. Op de website van de International Business Times kwam ik de verslaggeving tegen van het 'Oktoberfest' dit jaar in München. Een fantastische fotocompilatie van het grootste bierfeest ter wereld, gezien door de lens van verschillende fotografen. Uiteraard zijn die laatsten de helden, maar de redacteur die de samenstelling heeft gemaakt is ook iemand die goed heeft gekeken. Het is een geweldige reportage met een enorme en bijna voelbare dynamiek. Het laat zien wat je krijgt als je goed gebruik maakt van groothoek en telelens en durft in een scène te kruipen. Net als je leert van luisteren naar muziek, leer je van fotograferen door te kijken. Vooral naar het werk van anderen. Ik publiceer geen foto’s waar copyright op rust, maar wel de link: http://tinyurl.com/z2ezjvl


Omdat de blog zonder foto zo saai is, hierboven een plaatje gemaakt tijdens het Oktoberfest door mijn vrouw. Ze was er in 2013 met haar schoonzus zelf bij en hadden de tijd van hun leven. Allebei gehuld in een Dirndl-jurkje gingen ze helemaal op in het feest- en biergedruis. De foto is gemaakt met haar telefoon. Ik ben uiteraard niet objectief, maar ik vind het een voltreffer. Superfotografe.