zondag 19 april 2020

CORONA & NIEMAND IS EEN BINNENMENS

Een tijdje terug, het was op een dinsdag, kondigde een collega aan dat hij de rest van de week vrij was. “Lang weekend” zei hij. “Gaan jullie iets leuks doen?” vroeg ik. Ja, ze gingen naar Bali. “Bali? Bali Indonesië?” Ja dus. Voor een paar honderd euro de man dinsdagavond heen en zondag terug. Belachelijk. Vulgair bijna. Vanaf dat moment wist ik het zeker, de wereld draait écht door. Dat gevoel bleef bij mij tot begin dit jaar. Maar toen kwam Corona. Aanvankelijk deden we er wat lacherig over maar al snel bleek dat dit een heel serieus probleem ging worden. Toen Corona een beetje ‘lekker’ op gang kwam wist ik het, bij wijze van spreken, bijna zeker: dit is goddelijk ingrijpen. De ziekelijke drang van de mensheid naar macht, geld en consumptie, waardoor samenlevingen doordraaien en de planeet uitgeput raakt, daar moest een keer een einde aan komen. Of het Onze Lieve Heer is of toeval, de timing van Corona had niet ‘beter’ kunnen zijn. Het was blijkbaar tijd. De foto hieronder heb ik een paar weken geleden gemaakt tijdens het avondfietsen. Ik was gestopt voor een mooie sfeerfoto en om even te genieten van de nieuwe 'Corona-stilte'. Ik had mijn plaatje gemaakt, draaide mij om en zag onderstaand stilleven bij een vuilnisbak, een halve meter van waar ik stond. 'Synchronicteit' noemde Carl Jung dit. Heb ik wel vaker 'last' van, zoals de oplettende lezer weet.


COVID-19 (Corona VIrus Disease 2019; officiële naam SARS-CoV-2) is een zeer besmettelijke infectieziekte. In de volksmond noemen we het ‘Corona’. Het klinkt een beetje als een hit van Jacques Herb uit de jaren zestig, maar het is aanmerkelijk minder onschuldig. SARS (Severe Acute Respiratory Syndrome) is een levensbedreigende vorm van longontsteking. De eerste gevallen verschenen in 2002 in China. De oorspronkelijke verwekker van SARS is het menselijk coronavirus (SARS-CoV). COVID-19 is een variant. De meeste mensen die het krijgen merken niets of hebben wat lichte grieperige verschijnselen die vanzelf weer verdwijnen. Maar als je pech hebt, dan ben je aan de beurt en is er gerede kans dat je het niet meer kunt navertellen. Als de patiënt op een IC terecht komt en het overleeft dan is er grote kans op blijvende schade aan de longen. Ouderen, mensen met obesitas of onderliggende ziekten lopen het hoogste risico. Mannen blijken ook vaker slachtoffer te zijn dan vrouwen. Anders dan met Influenza (griep) of andere SARS-gerelateerde corona-virussen, weten we niet wie het heeft want als je geen verschijnselen hebt én dus geen reden hebt om naar een dokter te gaan kun je toch drager zijn en anderen besmetten. Dat is precies het gevaar van Corona. De mortaliteitscijfers zijn daardoor wel onbetrouwbaar. Het percentage doden zou minimaal tweemaal zoveel zijn als bij de jaarlijkse seizoensgriep en vele malen hoger dan, bijvoorbeeld, bij de Mexicaanse griep (Influenza A/H1N1) van 2009. Maar als het aantal geïnfecteerden inderdaad vele malen hoger is dan nu bekend is, dan is de mortaliteit weer vergelijkbaar met Influenza of zelfs (veel) lager. De hele wereldbevolking testen gaat ook niet, dus we zullen de werkelijke percentages wellicht nooit te weten komen. Op dit moment (19 april 2020) staat de teller wereldwijd op 152.551 Corona-doden. Wat de toekomst gaat brengen weet geen mens. Een vaccin of andere techniek (bloedplasma bijvoorbeeld) zal de oplossing moeten brengen. We gaan het meemaken, als Corona ons niet te grazen neemt.

 

Een aantal cijfers vallen wel op als je er even induikt. Het aantal doden ten gevolge van Corona in China staat nu op 4.642, als ze ons niet voorliegen tenminste. Op een bevolking van 1,4 miljard mensen is dat 0,00033 %, dat is praktisch nihil. De extreme lockdown van Wuhan lijkt dus heel erg effectief te zijn geweest. Dat op bepaalde plaatsen in de wereld Corona om zich heen slaat als een losgeslagen wild dier is ook zeer vreemd, zoals New York. Het aantal dodelijke slachtoffers van Corona van dit jaar staat in Nederland nu op 3.751. Opmerkelijk is de spectaculaire afname van het aantal ziekenhuis opnamen én duidelijke afname van het aantal dodelijke slachtoffers. Ik hoor daar eigenlijk niet zoveel over, maar dat heeft waarschijnlijk te maken met strategische keuzes en dat is begrijpelijk. Dit zijn de grafieken van het RIVM van vandaag (19-4-2020):



Dan Influenza-cijfers. Elk jaar sterven er wereldwijd tussen de 500.000 en 650.000 doden aan ‘respiratory diseases’, Influenza gerelateerde aandoeningen, ook wel 'Seasonal Flu' genoemd. Die cijfers verzin ik niet, die komen van de WHO. De Hong Kong griep van 1968-1969 kostte wereldwijd meer dan een miljoen mensen het leven. In de winter van 2017 op 2018 was er een oversterfte ten gevolge van Influenza in Nederland van bijna 10.000 mensen. Oversterfte is het aantal overlijdensgevallen boven het statistisch gemiddelde. Tijdens de epidemie van 2017/2018 overheerste het type B-griepvirus wat nooit eerder het geval was en waar de vaccins niet volledig geschikt voor waren. Het vaccin schoot er dus in veel gevallen naast met behoorlijk desastreuze gevolgen. Een 'gewone' winter brengt Nederland gemiddeld ongeveer tussen de 2.000 en 2.500 griepdoden met behoorlijke uitschieters naar boven en naar beneden. De uitschieters naar boven waren het afgelopen decennium: 6.300, 8.600, 3.900, 7.500 en 9.500 (cijfers: RIVM). Ons dagelijks baken en orakel in Corona-tijden, viroloog Ab Osterhaus, heb ik één keer over de seizoensgriep horen spreken, met name die van 2017/2018. "Om de zaken een beetje in perspectief te plaatsen", zei hij tijdens praatprogramma ‘Op 1’. Volgens mij hebben ze na die uitzending tegen hem gezegd: “Voortaan geen woord meer over griep, Osterhaus, anders flikkeren we je eruit. Als iedereen maar een beetje gaat lopen relativeren dan kijkt er straks geen mens meer.” Het woord 'griep' om de zaken in context te zien heb ik daarna niet meer gehoord.


De algemene reactie op die griepcijfers is, als het ter sprake komt: “daar hebben we vaccins voor en we weten meestal precies hoe de ziekte zich jaarlijks ontwikkelt en dat weten we van Corona niet”. Ja, dus? We lopen nu allemaal rond als paranoïde angstige wezels, zelfs buiten. Wat doen we elke winter met zijn allen in ons gedrag om besmetting door Influenza van onze medemens te voorkomen? Niets. Helemaal niets. Nada. Nooit gedaan ook. We hoesten en proesten iedere herfst en winter gewoon lekker om ons heen. Om die paar duizend griepdoden bekommert zich geen mens. Dat is elk jaar ‘business as usual’. De winter van 2017 op 2018 ging het dus goed mis met de griep. In totaal werden tussen oktober 2017 en mei 2018 ongeveer 900.000 mensen ziek en was er een oversterfte van 9.500 mensen (bron: RIVM). Maar dat gaf niet want “daar hebben we vaccins voor en we weten precies hoe de ziekte zich jaarlijks ontwikkelt”.


Mijn lieve vrouwtje heeft elk jaar wel een keer een heftige verkoudheid en soms griep. Begin 2018 was het ook raak en ze werd met de dag zieker. Op een gegeven moment werd het gewoon te erg en heb ik actie genomen en binnen een uur lag ze in volledige quarantaine in het ziekenhuis. Een dag later en ze was er niet meer geweest… Ik was toen zeer geschokt door de bijna dodelijke agressiviteit van het virus. Ik wist sowieso niet dat Influenza jaarlijks duizenden levens kost in Nederland én wereldwijd. Niemand weet dat trouwens. Tot op de dag van vandaag reageren mensen eigenlijk gewoon niet als ik onze ervaringen uit 2018 deel. Ik vertel dan dat J. er toen bijna was geweest. Dood, kassiewijle, de pijp uit. “Mijn vrouw was bijna dood he?” probeer ik het dan nog een keer. “Ja, ja, het is me wat zeg... Lekker weer he?” is zo'n beetje de gemiddelde reactie. Het kwam gewoon niet binnen. Nog steeds niet. 



Maar je zal zelf maar serieus ziek worden van Corona, of één of meerdere van je naasten. Dan dank je onze lieveheer, daar is-ie weer, als je ongeschonden uit de strijd komt. Of wat te denken van al die ondernemers die failliet aan het gaan zijn en iedereen die onherroepelijk zijn baan kwijt gaat raken of al kwijt is? Ook als het virus op niet al te lange termijn uitgewoed raakt of als er een vaccin voorhanden komt, dan zijn we nog lang niet van de gevolgen af. We moeten de maatschappij geleidelijk weer gaan opstarten want anders zijn de economische, sociale en psychologische gevolgen van een schaal die in geen verhouding staan tot Corona. Het lijkt mij een no-brainer. Quarantaine is het afschermen van risicobronnen. We doen het nu andersom waardoor de samenleving nagenoeg is stil gelegd. Het was op dat moment waarschijnlijk de enige en goede keus geweest van onze overheid, denk ik.

Maar het wordt nu tijd om de bakens héél snel te gaan verzetten. Het opsporen van virale hotspots en het direct en volledig isoleren van zieken én besmette personen uit hun netwerk lijkt mij de enige remedie. Je loop dan wel steeds wel achter de feiten aan maar met twee stappen vooruit en één achteruit kom je er op een gegeven moment toch, denk ik. Verder en tot nader order afstand houden, handjes wassen en een mondkapje gebruiken (waarom doen we daar in Nederland in vredesnaam zo moeilijk over?) moeten dan de rest doen. Het lijkt mij allemaal een vanzelfsprekendheid. Een nieuwe lockdown lijkt mij niet wenselijk. We gaan het zien.

We zullen daarnaast ook moeten nadenken over herijking van onze waarden ten aanzien van ons milieu, de-globalisering en dat soort zaken. Of dat ooit gaat gebeuren? Ik moet het nog zien. Voorlopig houden we maar afstand, spreken we bijna niemand, ontsmetten we de hele dag onze handen en hopen we dat deze bizarre situatie snel voorbij gaat.


De mooiste reclame van de laatste tijd vind ik die van Bever: ‘Niemand is een binnenmens’. Prachtige slogan en begeleid door een schitterend reclamefilmpje van allerlei sporters die zich door weer en wind aan het afbeulen zijn. Een gevoel wat ik goed ken van vroeger. Fietsen en bergen klimmen met wind, regen, kou, sneeuw en hagel. Soms vervloekte ik de elementen, maar ‘at the end of the day’ voelde ik mij altijd fantastisch. Het gevoel dat het leven door je heen stroomt, dat je de wereld aan kunt en je super voelt. Geweldig gewoon.


Samen met vriend K. was ik ooit in Schotland om een weekje in de bergen te wandelen. De week begon met fantastisch weer maar het werd geleidelijk slechter en de laatste dagen viel er op de hoogste Munros sneeuw. Een Munro is een berg hoger dan 3000 voet. We hadden ons zelf voorgehouden niet te wijken voor het weer, hoe erg ook. De laatste dag waren we zwaar aan de beurt. We besloten ‘Doune Hill’ te beklimmen. Een ‘berg’ van 734 meter bij Loch Lomond. Niet erg hoog, maar in Schotland begin je vaak op zeeniveau en mede door de weersomstandigheden werd het een ronduit zware bergtocht. Halverwege de klim stak er een heftige storm op en tot de top werden we gegeseld door bizar harde wind en regen- en hagelbuien. Het was eigenlijk pure zelfkastijding. Maar ’s avonds in de pub met een pint en een pie was ons gevoel van tevredenheid en prestatie gewoon euforisch. Dat was in 1998. Op de foto’s hieronder staat K., volledige doorgeregend, te kleumen vlak bij de top en ik sta even in de luwte van een rots, om niet weggeblazen te worden.



Dat euforische gevoel was lang geleden. Een tijdje terug, vorig jaar denk ik, keek ik met nostalgie en jaloezie naar dat sportende volk in het Bever reclamefilmpje. Ik had het gevoel dat ik dat nooit meer zou meemaken. Ik voelde me oud, moe en uitgeput van het werken, van de files, van de niet aflatende druk om te presteren. Elke dag. Met het reizen er bij ook nog eens klokje rond. Niet normaal, iemand van 62 jaar die iedere dag 12 uur lang in de weer is voor zijn werk. 100% gekkenwerk. Het enige wat ik ’s avonds nog kon doen was een uurtje slapen na het eten, beetje TV kijken, muziekje luisteren en dan was het weer gedaan met de dag. Maar vorig jaar kwam de E-bike en die veranderde mijn leven belangrijk. Daar heb ik het uitgebreid over gehad. Het was een eerste stap in de goede richting. In de winter, ondanks mijn stoere verhalen hierboven, heb ik de fiets nauwelijks gebruikt en zakte ik weer een beetje in. In het aardedonker rijden met kou en regen is gewoon niet leuk. Toen diende Corona zich aan…

De eerste week van de beperkte lockdown-maatregelen werd ik steeds ‘raar’ wakker. In wat voor wereld zijn we terecht gekomen? Het voelde onzeker, bedreigend en beklemmend. Surrealistisch. Maar aan het einde van die week ebde de onrust wat weg en werd het gevoel anders. Het was ook zulk ongelofelijk mooi weer die week én de weken er na. Er daalde een rust over de wereld die we nooit eerder hadden gezien in ons land. De lucht werd intens blauw. Condensstrepen van vliegtuigen waren er niet meer en overal verschenen opeens vogels die mij nooit eerder waren opgevallen. De stilte werd hoorbaar. Wij, ons gezinnetje, prijzen ons (zeer!) gelukkig dat we allen nog dagelijks naar ons werk kunnen. Geen probleem want de wegen zijn nagenoeg leeg. Ik werk bijna gelukzalig alleen in mijn eigen kantoortje in Rotterdam en het enorme (verzamel-) kantoorpand is bijna leeg. Ik heb meer collega’s in mijn leven gehad dan me lief is en ik kan heel goed zonder ze. Bovendien is er e-mail, telefoon, Skype en noem het maar op. Ik hoop natuurlijk voor iedereen dat Corona snel voorbij is, maar ik vind het wel even heerlijk zo. Hieronder het parkeerterrein bij kantoor ongeveer drie weken geleden. Er is ruimte voor honderden auto's achter al deze kantoren. De zwarte Mercedes is mijn auto en de enige die er staat.


De nieuwe stilte en het prachtige weer motiveerde mij om ’s avonds het fietsen weer op te pakken. Ik moest even een drempel overwinnen, maar het genot van de E-bike was zo groot dat ik mij na een paar avonden alweer een ander mens ging voelen en genoot van het buiten zijn. Ik besloot elke avond te gaan fietsen. Geen gelul, naar buiten!



Met elke rit begon ik mij fitter te voelen. Het was, zeker in maart, steenkoud en als ik ging rijden was het maar een paar graden boven nul. Bovendien waaide het ook vaak keihard uit het noorden wat de gevoelstemperatuur nog verder deed zakken. Gewapend met handschoenen, lekker warm jasje en een sjaal beukte ik er elke avond op los. Niet alle dagen waren strakblauw. Op een avond werd ik overvallen door regenbuien en hagel. Toen ik thuiskwam dacht ik: “Yes, yes, yes!” Dat intense en tevreden gevoel, waarvan ik vorig jaar nog dacht het nooit meer mee te maken, dat was er weer! Geweldig. Ge-wel-dig. Het ideale fietsmoment is voor mij een half uur voor tot een half uur na zonsondergang. Dan is er nog voldoende licht en zijn al die mooi-weer wandelaars, hardlopers en ander rapalje weer van de straat. Dan heb ik de wereld voor mij alleen, zoals het hoort.

Eén van de fietsavonden was het glashelder. Steenkoud, maar er stond weinig wind. Ik was wat later gaan rijden en de zon was al onder. Rondom de plassen was het een leven van belang van rondvliegende en in het water spetterende vogels. Zo had ik het nog nooit gezien. De avondhemel was paars en oranje en ik ervoer een bijzondere sensatie van ‘het leven’ door mijn aderen stromen. Op een gegeven moment, in een leeg stuk polder, stegen er twee ganzen met luid gespetter en al ‘gakkend’ vanuit het water naast mij op. Ze vlogen even parallel en net zo snel als ik fietste. Wauw, het was een moment dat ik nooit meer vergeet. De spectaculair gekleurde hemel, die klapwiekende vogels vlak voor mij en het gevoel dat ik met ze mee vloog naar de horizon, als in een BBC-natuurdocumentaire. Fantastisch gewoon.


Tijdens mijn fietsrondjes heb ik altijd een smartphone op zak. Je weet maar niet wat je tegenkomt. Stel dat er een UFO landt en er stappen allemaal van die grappige groene kereltjes uit, dan baal je toch dat je dat niet kunt vastleggen. Ik heb een kleine selectie samengesteld van foto’s die ik heb gemaakt tijdens het avondfietsen. Allemaal binnen een straal van ongeveer 15 kilometer van ons huis in Gouda. Met name ten oosten van de stad en ten noorden bij de Reeuwijkse Plassen. Het is een schitterend en oud cultuurlandschap met dorpjes, boerderijen, plassen, graslanden en grote lege polders zonder windturbines en andere horizonvervuiling. Sinds het vliegverkeer op zijn gat ligt is de stilte ook immens geworden en zo zou het altijd moeten blijven. De fotootjes zijn ongeveer tot 1/3 verkleind en gemaakt met een iPhone 6S. Niet bepaald 'state of the art', maar het is een makkelijk en vooral licht apparaatje. Op de laatste paar foto’s is er toch een vliegtuig te zien met condensspoor. Dat zag er best wel mooi uit tegen die blauwe hemel. Het leek wel een gelanceerde raket. De ‘ster’ naast de condensstreep is Mars. Met een relatieve vochtigheid van minder dan 30% is die planeet heel goed met het blote oog te zien. De laatste foto is de Maan op de kleinste afstand van de aarde. Perigeum heet dat. Die foto heb ik als enige niet met een smartphone gemaakt maar met een Fuji HS-10, toen ik thuiskwam van één van mijn rondjes. 

De fotootjes staan hier: AVONDFIETSEN 2020


Inmiddels fiets ik nu al bijna twee maanden, iedere avond, zeven dagen in de week, geen dag uitgezonderd. Onlangs 53 kilometer gereden en dat is voorlopig wel een record denk ik. Ik gebruik op mijn QWIC E-bike bij voorkeur ondersteuningsniveau 2 of 3 van de 5 en rijd met een gemiddelde snelheid tussen de 25 en 30 kilometer per uur. Dat is qua weerstand en inspanning vergelijkbaar met gewoon fietsen, maar dan ga ik wel minimaal 10 kilometer per uur harder. Met tegenwind schakel ik één of twee niveaus bij, want dan wil ik het genot en voordeel van een E-bike uitbuiten. Daar heb ik hem voor aangeschaft. Mijn conditie is inmiddels van een andere orde geworden. Geweldig, wat een openbaring. Zo heeft Corona voor mij een tweede, alternatieve, betekenis gekregen en ervoor gezorgd dat ik het nu weer zeker weet: ‘Niemand is een binnenmens.’





zondag 12 april 2020

LOUIS VAN DIJK – R.I.P.

Louis van Dijk zag ik in 2018 bij Jeroen Pauw, tijdens de special over dementie en Alzheimer. Ach, aardige man volgens mij. Dementie is verreweg de belangrijkste doodsoorzaak van Nederland maar toch schrok ik wel toen ik las dat hij vandaag is overleden. Mijn eerste jazz LP’s waren namelijk van Louis. Ik was 13, 14 jaar toen ik ze kocht en draaide ze helemaal grijs. Mooie muziek met allerlei jazz standards. Steile leercurve voor mij en de opstap naar het zwaardere werk. Louis en kompanen ben ik in de enorme maelstrom van nieuwe muziek begin jaren zeventig uit het oog verloren. Maar Louis van Dijk heeft voor mij een wereld toegankelijk gemaakt die ik misschien anders nooit had ontdekt.


zaterdag 4 april 2020

SNARKY PUPPY – LIVE AT THE ROYAL ALBERT HALL

Inmiddels schrijf ik alweer dertien jaar blogs op drie verschillende ‘platforms’. Blogger van Google bevalt mij het beste en dat is het huidige platform. De eerste twee werden gehost door one.com. Ze staan nog steeds online en af en toe zoek ik nog eens wat terug. Dit weekend heb ik een kleine zoektocht gedaan naar Snarky Puppy. Op het tweede platform heb ik over hen tot vervelens toe geschreven en in onverhuld enthousiaste termen. Menig lezer zal destijds gedacht hebben “ja, ja, nu weten we het wel”. Mea Culpa. Ik was eigenlijk op zoek of ik ooit ergens de woorden had gevonden om te beschrijven wat Snarky Puppy nou zo goed maakt. Voor mij dan welteverstaan. Directe aanleiding was mijn zeer positieve ervaring met hun nieuwe album ‘Live at the Royal Albert Hall'. Binnen onze muzikale gelederen was de ontvangst echter ‘wisselend’, zal ik maar zeggen. Opmerkelijk en voor mij reden om mijn gedachten daar eens over te laten gaan en er deze blog aan te wijden. Ik kom straks nog even terug op het album.

Opmerking: blijkbaar, ondanks bron- en copyright vermelding, heeft Google de geplaatste illustraties als 'copyright violation' gezien en vervangen voor 'verboden in te rijden' plaatjes. Ik heb ze allemaal verwijderd. Dan maar zonder plaatjes. Voortaan dus alleen maar eigen werk en copyright vrij materiaal.


Zoeken naar het woordje ‘Snarky’ onder ‘Muziek’ op mijn tweede blogplatform leverde nogal veel hits op. Het was dus even spitten in mijn eigen schrijfsels naar een beschrijving van hun muziek. Het leverde niet veel meer op dan enthousiaste uithalen over diverse albums en concerten. Dat was in 2015. Is het eigenlijk wel mogelijk Snarky Puppy’s muziek, alle muziek eigenlijk, in woorden te vatten en over te brengen naar anderen? Misschien is het een onmogelijke opdracht aan mijzelf. Het is wellicht als Conrad’s Roberts strofen uit zijn gedicht op Miles Davis’ Live-Evil Album: “Who is this music that which description may never justify? Can the ocean be described? Fathomless music”. Maar communiceren en enthousiasmeren zijn bestaansredenen van mijn blogs en dus ga ik toch een poging wagen.

Nog even in het kort waar we het over hebben. Snarky Puppy is een muzikaal collectief uit New York onder leiding van bassist Michael League en opgericht in 2004. Snarky Puppy combineert een verscheidenheid aan muzikale stijlen zoals jazz, rock, wereldmuziek en funk. De band is samengesteld uit een wisselend internationaal gezelschap van muzikanten van allerlei pluimage. Snarky Puppy werd een aantal jaren terug plotseling wereldwijd beroemd en de lijst van ‘awards’ is eindeloos. De liveoptredens zijn een regelrecht spektakel waarbij tien tot vijftien man op het podium staan. Legendarisch waren de fantastische concerten met het Metropole Orkest waarbij er totaal tachtig muzikanten op de planken stonden. Michael League en kompanen zijn tegenwoordig graag geziene gasten voor workshops op allerlei podia en conservatoriums over de hele wereld. De meeste leden hebben hun eigen bands en treden ook op met andere gerenommeerde artiesten op zoals Marcus Miller, Roy Hargrove, David Crosby, enzovoort. Snarky’s tourschema’s zijn moordend en van al hun optredens zijn kort erna op hun website MP3 en FLAC bestanden te downloaden.

Ik heb geen muzikale opleiding dus ik waag mij niet aan techniek. Maar wat rondneuzen op internet verschaft wel wat meer inzicht. Het hoge muzikale niveau komt niet zomaar uit de lucht vallen. De meeste bandleden hebben een klassieke- of jazz conservatorium achtergrond en hun muziek is dus een samensmelting van die verschillende achtergronden. Michael League is een jazz- en sessiemuzikant, toetsenist Cory Henry (ex-SP) komt uit de gospel wereld, Bill Laurance is een klassiek opgeleid pianist, percussionist Nate Werth is geschoold in klassieke Indiase muziek, enzovoort. Deze invloeden vind je terug in hun composities en op het podium. Kennis en vaardigheid met en van harmonieleer, polyfonie, syncopen en dergelijke (ik praat maar na wat ik lees 😀) zijn de vanzelfsprekende toelatingseisen om tot het gezelschap toe te treden. Het leren van - en het lenen uit het technische mandje van de totale muzikale canon van klassiek tot pop, van Bach tot Stevie Wonder, het hoort allemaal bij het tot stand komen van hun composities. Michael League is degene die de basiscomposities schrijft waarna de individuele leden hun eigen arrangementen maken. Daarna vloeit door interactie alles samen tot een nieuwe song die verder evolueert op de live podia. Het belangrijkste aspect van hun muzikale curriculum is het consequent combineren van invloeden van de vele genres. Elk individueel concert van Snarky Puppy bevat meer stijlen, maatwisselingen, polyritmiek en andere kunsten dan waar menig muzikant in zijn hele loopbaan mee te maken krijgt. Snarky Puppy is de optelsom van talent, vakmanschap, plezier, energie en het vloeiende gemak waarmee zij geweldige grooves combineren met het opzoeken van de grenzen van hun metier. Een fantastische chemie die zijn gelijke volgens mij niet kent.

Het duurde bij mij, als zeventienjarige, een paar maanden om ‘Bitches Brew’ te doorgronden. Maar opeens zag ik het licht, als ik het zo mag uitdrukken. Zo ging dat nog vele jaren door met allerlei andere muziek. Coltrane, Mahler, Hancock, Reich, het kostte gewoon de nodige tijd. Net als een muzikant kan een luisteraar zich ook ontwikkelen en daar kun je een leven lang zoet mee zijn. Bij Snarky Puppy viel bij mij het kwartje ook niet direct. Snarky werd 'ontdekt' en aanbevolen door mijn zoon en de zoon van vriend H. Aanvankelijk was ik gematigd enthousiast, maar op een gegeven moment ging ik helemaal om, net als papa H. Het is wel essentieel om Snarky's enorme energie, polyritmiek en vele stijl- en toonsoortwisselingen te leren waarderen. Zo niet, dan zal hun muziek zich presenteren als een onsamenhangende afwisseling van melodische lijnen en instrumentele uitwassen zonder kop of staart. Soms lees ik ook dat Snarky Puppy’s muziek te industrieel, te technisch is en te weinig bezieling kent. Dat zijn echt misvattingen. In dat verband dringt de analogie zich op met de muziek van Frank Zappa en Miles Davis’ elektrische periode. Maar dat is weer een ander verhaal.

Snarky Puppy is een volledig op samenwerking gerichte band die profiteert van de diversiteit van hun achtergronden, kennis en vakmanschap. Met name tijdens de liveoptredens onderscheiden zij zich door plezier in het spel, geweldige interactie en improvisatie en het genereren van een enorme positieve energie die hun publiek zonder uitzondering in extase brengt. De dynamiek door afwisseling van groove, schitterende solo's en muren van geluid kennen hun gelijke niet. Na afloop van een Snarky Puppy concert, heb ik al drie keer mogen ervaren, voel je je opgeladen en energiek en dat gevoel blijft dagenlang hangen. Wat een band!

Wat is voor mij, en waarschijnlijk de hele fanbase, de essentie van Snarky Puppy? Voor introspectie ben je bij hen aan het verkeerde adres, dat zal duidelijk zijn. Nee, de bezieling van Snarky Puppy 's muziek is mijns inziens ingebed in ander elementen. Wat mij betreft zijn dat prikkeling en uitdaging van de zintuigen, een boost van positieve energie, intens muzikaal plezier, hernieuwd vertrouwen in de jeugd, de mensheid en de toekomst. Het zijn gevoelens die juist in deze tijd buitengewoon welkom en zelfs troostend zijn. Sic factum est!

Ik wil nog wel een belangrijke nuance aanbrengen. Snarky Puppy is in mijn ogen primair een band die op het podium tot volle wasdom komt. Ze hebben best een aantal goede studioalbums gemaakt, maar ook de nodige die, vind ik, saai zijn en werktuiglijk. De positieve energie en bezieling die ik benoem haal ik vooral uit concertbezoeken en concertregistraties.

Wat betreft ‘Live at The Royal Albert Hall’ ben ik snel klaar. Het is een fantastisch concert en audiofiel grensverleggend geregistreerd en geproduceerd. Het openingsnummer ‘Even Us’ vormt een verpletterende entree. De toon is gezet. Het niveau blijft de rest van het concert torenhoog en eindeloos avontuurlijk. Ik pik er nog het nummer ‘Bigly Strictness’ uit. Leuke titel overigens. De basis wordt gelegd door de drummer in de vorm van een mars, een cadans waarover in de eerste helft van het nummer alle muzikanten tegelijkertijd of afwisselend hun ding doen. Samenspel en solo's wisselen elkaar af of lopen door elkaar heen en vloeien weer samen. De drummer houdt het ritme met militaire strengheid vast en dan valt de muziek bijna stil. Op de achtergrond klinkt de cadans nog zachtjes door terwijl Mark Lettieri tenslotte met een gave solo en een crescendo spelende band het nummer naar het einde brengt. Een schitterende tour de force, moddervet en totaal origineel.

'London Jazz News' schrijft over het concert: “As the room sat in darkness, a solo guitar started with a beautifully simple mournful melody, soon joined one-by-one by the rest of the band. Before long, an epic feast for the senses had built up. Each composition moved through this mellow simplicity to raucous cacophony again and again, and though it seemed formulaic at times, each groove was different and each soloist brought something new to the music.”  Duidelijke taal lijkt mij.


Nog even een tip. Sinds enige tijd heb ik een professionele Roland studio headphone. ‘Live at The Royal Albert Hall’ heb ik daar op volle kracht op geluisterd. Als het even kan moet deze muziek keihard worden beluisterd anders gaat de stuwende energie verloren. Mochten tijdstip, buren of WAF (Wife Acceptance Factor) roet in dat eten gooien, luister dan beslist met een goede headset.


Bill Laurance - piano
Bob Reynolds - saxophone
Bobby Sparks - keyboards
Chris Bullock - tenor sax, flute, and alto flute
Jason "JT" Thomas - drums
Justin Stanton - trumpet and keyboards
Keita Ogawa - percussion
Mark Lettieri - guitar
Michael League - bass
Mike "Maz" Maher - trumpet and flugelhorn
Shaun Martin - keyboards
Zach Brock - violin