INTRODUCTIE
Het is onvermijdelijk, serieuze muziekliefhebbers moeten allemaal aan de Hi-Res Audio (hierna noem ik het 'HRA'). HR staat voor ‘High Resolution’ en refereert aan de hoge kwaliteit van professionele muziekopnamen in de studio met een hogere kwaliteit dan die van een CD. De kwaliteitsnorm was vroeger de Compact Disc, maar met de verbetering van digitale technieken in de voorbije decennia is de CD als digitale kwaliteitsnorm in de studio al jaren geleden ingehaald. Tot voor relatief kort was muziek in HRA niet voor iedereen beschikbaar. Er zijn wat uitzonderingen, zoals de Super Audio CD (SACD) en DVD-Audio. Briljante HRA producten 'avant la lettre', maar die zijn nooit echt aangeslagen. De CD bleef min of meer de enige populaire drager van goede digitale audio-kwaliteit en beschikbaar met alle denkbare muziek. Die exclusiviteit lijkt nu echt op zijn einde te lopen. De dagen van de Compact Disc zijn geteld. HRA bestanden zijn al een tijdje beschikbaar en te downloaden via allerlei websites of zelfs te ‘streamen’. Ik merkte dat ik de laatste tijd de stand van zaken van audiotechniek, met name HRA, een beetje was kwijt geraakt en besloot mij weer eens nader in de hele materie te verdiepen. Die verdieping heb ik in deze weblog vastgelegd. Het was geen sinecure. Mijn blogs schrijf ik meestal in één ruk en dat gaat vaak heel snel. Achteraf redactie doen en plaatjes er bij zoeken kost vaak nog meer tijd. Deze keer heb ik toch aardig wat zitten zoeken op internet voordat ik überhaupt begon met het schrijven. Ik wilde goed weten hoe het nou precies allemaal zat. Bovendien wilde ik voor mijzelf en de eventuele lezers het ook nog eens begrijpelijk opschrijven. Het was best een bevalling eigenlijk, te meer omdat ik merkte dat ik vaak de klok wel had horen luiden maar niet precies wist waar de klepel hing. Maar ik denk dat ik het meeste van de materie nu wel helder op mijn netvlies heb. Ik hoop dat het is gelukt om een en ander begrijpelijk te verwoorden. Zal deze blog zonder fouten zijn? Dat zal wel niet en ik laat mij graag corrigeren. Maar ik heb natuurlijk mijn best gedaan en ik hoop dat de fouten binnen de perken blijven. Met het lezen en doorploegen van allerlei websites werd ik geconfronteerd met een oerwoud aan informatie. Het werd mij snel duidelijk dat je bij de professionals veel betere en gedegener informatie vindt dan bij allerlei HiFi websites. Denk daarbij aan sites van geluidsstudio's, audio mastering studio's, sound engineers, conservatoriums, muziekscholen en producenten van professionele audio-apparatuur. Niet zelden lees je dan ontnuchterende informatie die misschien niet iedere HiFi liefhebber wil horen. Daar ga ik hier verder niet te veel op in, maar gaf mij wel weer de nodige inzichten.
Wat hierna volgt is wat natuurkunde, wat geschiedenis, wat navel staren in mijn eigen audio-historie, wat overwegingen en vooral veel (digitale) techniek. Het zijn allemaal aspecten die ik belangrijk vind om mijn verhaal de volledige context mee te geven. Het is meer een half boek geworden (16 A4'tjes zonder illustraties) dan een blog. Ik hoop dat dit relaas interessant is voor degenen die er wat meer van willen weten. Ik vrees dat alle anderen snel afhaken. U bent gewaarschuwd.
EEN BEETJE NATUURKUNDE
Geluid, veroorzaakt door veranderingen van luchtdruk, plant zich voort in de vorm van vloeiende geluidsgolven, geordende luchtmoleculen in feite. De amplitude, de hoogte van de golf geeft, het geluidsniveau aan. Hoe hoger de golf, hoe hoger het geluidsniveau. Het geluidsniveau drukken we uit in decibel. De golflengte geeft de toonhoogte aan. Hoe korter de golf, hoe hoger het geluid. Dat is de frequentie. De eenheid van frequentie noemen we Hertz en geeft het aantal trillingen per seconde aan. Het is voor de meesten van ons allemaal nog wel bekend van de schoolbanken. Een geluidsgolf is vloeiend en dat noemen we analoog. Het menselijk oor is in staat om de meeste subtiele aspecten van geluid te registreren en door te geven aan ons brein. Alle informatie die onze hersenen ontvangt wordt vertaald en individueel gepercipieerd. Dat is wel belangrijk om te vast te houden, mensen ervaren de sensatie van geluid op zeer individueel niveau.
Het vastleggen van geluid gebeurt met een microfoon. De microfoon maakt van een luchttrilling een elektrisch signaal dat kan worden vastgelegd op een magnetische band of een digitaal opslagmedium, een computer. Met het analoge bronmateriaal van de magnetische band kan een LP worden gemaakt. Op de LP worden de geluidsgolven als een analoog kronkelpad vastgelegd. De naald van de platenspeler beweegt mee met die kronkels en die bewegingen worden vertaald in een elektrisch stroompje en via de versterker naar de luidsprekers doorgegeven. Hoe hebben ze het ooit kunnen uitvinden? Je kunt het elektrische microfoonsignaal ook digitaal omrekenen en opslaan met een ‘Analog to Digital Converter' (ADC). De hele geluidsgolf wordt dan omgezet in een grote hoeveelheid stukjes data, ‘samples’. De analoge golf is dan numeriek vastgelegd maar is niet helemaal 100% identiek aan de oorspronkelijke analoge geluidsgolf. De digitale geluidsgolf is niet vloeiend maar getrapt. Het hele proces noemen we 'Signaal Processing' waarbij het de bedoeling is een continue-tijdsignaal naar een discreet-tijdssignaal om te zetten. Met discreet wordt bedoeld een serie van concrete waarden, getallen dus. Hapklare brokjes zou je het ook kunnen noemen. Met de verkregen discrete waarden kun je, met behulp van software en diverse apparaten, een CD branden. Of een LP snijden, maar die is dan niet meer zuiver analoog.
De digitale geluidsgolf is dus een numerieke benadering van de analoge geluidsgolf. Het menselijk brein kan die digitale informatie niet als geluid waarnemen en daarom wordt in de CD speler met een ‘Digital Audio Converter’ (DAC) de digitale informatie weer analoog gemaakt. Digitaal geluid bestaat dus niet. De versterker verwerkt de informatie en zendt het elektrische signaal naar de luidsprekerunits. De reden om te digitaliseren is dat je met digitale informatie van alles kunt doen met betrekking tot opslag, bewerking, manipulatie, transport en noem maar op. Bovendien ben je van de nadelen van de magnetische band en LP af. Geen slijtage, geen veroudering, geen krassen, geen stof, enzovoort. In het digitaliseringsproces gaat er per definitie wel informatie verloren, hoe weinig dat ook is.
Digitale data kun je opslaan op allerlei manieren maar je kunt het op basis van internettechnologie ook 'streamen' waarbij de informatie stroomt. Vergelijk het met een radiosignaal. Je kunt bijvoorbeeld muziek streamen vanaf je eigen computer naar je eigen HiFi. Dat kan via een kabel, maar ook draadloos via de WiFi. Je kunt ook data streamen van internet. De bekendste voorbeelden zijn Youtube en Spotify.
DE DRAGERS
Daar ging ik dan. Door wind en regen op mijn Pierce Arrow fiets met Sturmey Archer versnellingen. Aan het stuur een wapperende plastic LP-tas met daarin mijn nieuwste aanwinst. Het is het beeld van mijzelf wat ik heb ik als ik aan medio jaren zeventig denk. Mijn bescheiden zakgeld brandde in mijn portemonnee. Ik was hongerig naar nieuwe muziek. Aanvankelijk was het alternatieve rock wat de klok sloeg, maar al snel ontdekte ik de wereld van jazz, fusion, minimal music en dergelijke. De stroom nieuwe muziek was niet te stuiten en er was met mijn bescheiden budget bijna niet tegen op te kopen. Elke aanschaf was een juweel. Niet alleen in muzikaal maar ook in artistiek opzicht. Het uit de verpakking halen van een nieuwe LP was bijna een magisch moment. De lucht van drukinkt van de nieuwe hoes, de statische elektriciteit die je langs je handen voelde als je de zwarte schijf voor de eerste keer uit de witte hoes liet glijden. Prachtig. Daarna natuurlijk het moment dat je het hendeltje overhaalde en de naald langzaam in de aanloopgroef liet zakken. Prachtig. En wat waren die LP-hoezen vaak wonderschoon! Een kunstvorm op zich.
De langspeelplaat, de LP, was de eerste populaire geluidsdrager. De Compact Cassette, een magnetische band, was meer een opname medium dan een primaire drager, die laat ik hier buiten beschouwing, evenals de 8-track tape. Dat was wel degelijk een primaire drager maar alleen in de Verenigde Staten populair. In 1982 deed de Compact Disc zijn intrede. De technologie van de CD was een doorontwikkeling van een uitvinding van ene mijnheer James Russell. Philips had al ervaring met de digitale video LaserDisc en samen met Sony ontwikkelde zij de Compact Disc. Het hele verhaal van de ontwikkeling van de CD leest als een technologisch jongensboek. Een leuke anekdote draait om het gaatje van een CD. Ik citeer Wikipedia: ‘Joop Sinjou, hoofd ontwikkeling audioproducten van Philips, noemde het bepalen van de diameter van het gat in de CD de snelste beslissing in de ontwikkelingsfase: "Ik legde een dubbeltje op tafel en dat werd de maat." ‘
Een Compact Disc moest (moet) voldoen aan de zogenaamde ‘Red Book’ standaarden. Het was inderdaad een rood boek waarin deze fysieke parameters zijn vastgelegd. Een CD dient een Lead-in area te hebben met een TOC (Table Of Contents) een Audio-deel en een Lead-out deel. Het audio-deel kon maximaal 74 minuten speeltijd bevatten. Later, tot en met de dag van vandaag, werd dat 79 minuten. Die 74 of 79 minuten worden bepaald door de ‘sample rate’ die wordt gebruikt om een CD te maken. Volgens de Red Book standaard hebben die stukjes data bij een CD de grootte van 16 bits. Die grootte heet ‘sample size’ of ‘bit depth’ of bitdiepte. Voor het maken van een CD wordt er 44.100 keer per seconde zo’n sample genomen van de geluidsgolf, of wel 44,1 KHz. Dat heet de ‘sample rate’ of ‘sample frequentie’. In beter Nederlands heet dat de bemonsteringsfrequentie, maar die term gebruikt geen mens volgens mij. Met andere woorden: de sample rate is het aantal keren dat een sample size van het geluidsignaal per seconde wordt genomen tijdens het analoog-naar-digitaal conversieproces. Deze manier van digitaal coderen heet ‘Pulse Code Modulation’ (PCM). De sample size is dus 16 bits en vertegenwoordigt 16 posities met de waarde 0 of 1. Dan gaan we machtsverheffen (2 tot de macht 16) en dat resulteert in 65.536 verschillende waarden om de gegevens vast te leggen. Deze digitale info wordt op het CD schijfje in de vorm van bultjes en deukjes 'gebrand', nog wat nabewerking en wat folielaagjes er over en klaar is kees.
Ter verduidelijking hoe het proces verder verloopt (dank aan vriend R!) citeer ik hier een stukje van HiFi.nl. Mooier kan ik het niet beschrijven: "Een DAC krijgt een digitaal signaal aangeleverd, dat een waarde heeft van ‘0’ of ‘1’. Maar het blijft natuurlijk een elektrisch signaal. De DAC neemt dat signaal en zet sequentieel telkens een waarde om in een bepaalde voltage. Dat gebeurt in een bepaald tempo, dat afhankelijk is van de sampling rate of bemonsteringssnelheid van de muziek. Bij een bestand op cd-kwaliteit (44,1 kHz) is dat 22.500 keer per seconde. Waarom de helft? Dat heeft te maken met de samplingtheorie van Nyquist-Shannon, die stelt dat je een analoog signaal van een bepaald frequentiebereik kunt reconstrueren met het dubbele van zijn samplingrate. De uitvinders van de cd kozen voor 44,1 kHz omdat dit een bereik tot 22 kHz opleverde, wat net boven het theoretische topbereik van het menselijke gehoor is."
Een andere methode voor omzetting is Pulse Density Modulation' (PDM) hetgeen wordt gebruikt voor ‘Direct Stream Digital’ (DSD) om een SACD te maken of DSD te kunnen streamen. Bij PDM worden slechts 1 bit samples genomen, maar dan wel 64, 128, 256 of 512 keer zo vaak als bij een CD, hetgeen een extreem hoge geluidskwaliteit oplevert en de analoge golf dicht benadert.
Een kleine aanvulling. De term bitrate wordt vaak gebruikt om de bit depth aan te duiden. Dat is onjuist. Bitrate (gemeten in Kbps) is niet anders dan de hoeveelheid data per seconde, de bandbreedte eigenlijk, bij het afspelen. Een hogere bit rate transporteert meer data en resulteert in een betere kwaliteit. Een CD bijvoorbeeld heeft een bitrate van 1411 kbps, een MP3 192 van 192 kbps.
DE (PERSOONLIJKE) HISTORIE
Ik draaide mijn platen aanvankelijk op een oude mono platenspeler van Philips van mijn ouders. Dat ding stamde uit de jaren vijftig. Ik had hem aangesloten op een even oude radio met zo’n mooi groen lichtend ‘oog’. Daarna volgde er allerlei stereo apparatuur, 'kassies'. Platenspelers, versterkers, luidsprekers, tuners en cassettedecks. Philips, Hansmann (zelfbouw), Yamaha, Dual, Panasonic, Accoustic Research, Hepta en Technics. Alhoewel ik nooit een ‘early adopter’ ben geweest kon ik niet wachten tot de introductie van een betaalbare CD speler. Ik woonde bij mijn moeder op zolder en de LP’s bleken een magneet voor stof en microscopisch gruis die tussen dakpannen en betimmering naar binnen waaiden.
Een CD speler zou aan die handicap een einde maken. Begin 1985 schafte ik de Philips CD104 aan. Tot op de dag van vandaag wordt het CD-loopwerk van dit apparaat beschouwd als het beste ooit gemaakt. Onverwoestbaar en een 'collectors item'. Die had ik nooit weg moeten doen.
De zolder speelde overigens geen rol meer, want ik woonde inmiddels op mijzelf in onze oude binnenstad op vijf hoog. Een soort penthouse en een fantastische plek om ongehinderd muziek te luisteren. Natuurlijk kon een CD-hoesje niet concurreren met de LP-hoes, maar ik vond een CD een mooi product. Nog steeds. Mooi glimmend schijfje, strak doosje, leuk boekje met info en het hoesje kon er prima mee door. Ik vind het nog steeds hebbedingetjes en, net als boeken en platen, staat een gevulde kast met CD’s gewoon mooi. Wat in het begin wel tegen viel was de geluidskwaliteit. Links of rechtsom, de LP klonk aanvankelijk gewoon beter. Maar naar mate de digitale technieken verbeterden werd de CD steeds beter en vergaten we allemaal die goeie ouwe LP. CD’s ben ik blijven kopen. De laatste jaren maakte ik ze ook zelf. Downloaden, branden, hoesje maken en in een doosje doen. Leuk werk, maar dat heb ik hier wel vaker aangehaald.
In de jaren negentig bouwde ik samen met vriend JK. twee luidsprekers. Het was een bouwpakket, want in de reguliere HiFi-winkels vond ik niets van dat niveau wat ook maar in de buurt van mijn budget kwam. Het pakket was samengesteld met het beste wat je voor dat geld destijds kon kopen. Kevlar woofers, high end tweeters, ‘state of the art’ scheidingsfilters en duimdikke MDF baffle en boven- onder- en zijkanten. Bijna dertig kilo schoon aan de haak. Ik liet de speakers afwerken in bordeaux rood bij een autospuiter en tot op de dag van vandaag staan ze te schitteren in onze woonkamer. Echtgenote J. denkt daar natuurlijk anders over, maar door de kleur is de WAF score nog redelijk. WAF betekent ‘Wife Acceptance Factor’. Normaliter zitten de zwarte frontdoeken er overigens gewoon op, in verband met de WAF factor.
De speakers werden destijds ook kant- en klaar verkocht in Frankrijk en Duitsland onder de naam Davis Acoustics. Voor bijna 3000,- DM verwisselden ze van eigenaar. Dat was ruim het dubbele van wat ik er voor had betaald 😊. Davis Acoustics bestaat nog steeds. Ze hebben een eigen luidsprekerlijn, maar zijn vooral een z.g. OEM fabrikant die honderden modellen ‘drivers’ voert en levert aan een scala van gerenommeerde speaker- en autofabrikanten. OEM betekent ‘Original Equipment Manufacturer’.
Ik denk niet dat ik mijn Davis luidsprekers snel zal vervangen. Ze klinken nog alsof ik ze gisteren heb aangeschaft en ik moet de eerste speaker nog horen die een betere prijs/kwaliteit verhouding heeft. De laagweergave is sowieso onwaarschijnlijk goed. Strak, warm en zonder ook maar een spoortje van dreun. De zware constructie draagt daar vast zijn steentje ook aan bij. Mijn Pioneer versterker en SACD-speler zijn up to date en een goeie match. Mechanisch top-notch en audiofiel gewoon goed. In ieder geval goed genoeg voor mijn wensen. O ja, mijn, door JK., refurbished Sansui platenspeler mag ik niet vergeten.
De luidsprekerbekabeling van mijn set is niets bijzonders maar goed genoeg en de interlinks zijn van Van den Hul. ‘Mijn muziek’ is nog steeds fusion (world-) jazz. Marcus Miller bijvoorbeeld. Het is eigenlijk de enige soort muziek die ik af en toe eens lekker hard draai en ook goed accordeert met mijn setje. Mooi en audiofiel opgenomen esoterische muziek, zoals die van het ECM label, draai ik minder hard maar luister ik wel met aandacht. Dat doet mijn HiFi ook best goed, maar daar valt uiteraard nog genoeg winst te halen. De lucht is tenslotte de limiet in de wereld van 'consumer audio'. Klassiek, vooral symfonisch, klinkt eigenlijk bij mij niet bijzonder. Eerlijk gezegd vind ik dat zelden goed klinken in een huiskamer, dan kan ik mij beter vervoegen bij vriend J. op zolder of in het Concertgebouw. Andere muziek draai ik niet hard of daar luister ik meer consumptief naar en dan is het audiofiele aspect minder spannend. In mijn ‘man cave’ heb ik een oud maar prima setje. Een Luxman versterker, een Sony CD-speler, een Thorens platenspeler en twee B&W DM301 refurbished luidsperkers. Doet het allemaal nog prima.
Naast mijn fysieke LP’s en CD’s heb ik ongeveer 50% van mijn digitale muziek (gedownload of gekocht, respectievelijk geript) in mijn iTunes bibliotheek staan. Via WiFi, iPad, USB kabel en de Pioneer SACD DAC, kunnen we dus gewoon muziek streamen. Mijn vrouw doet dat regematig. Lekker makkelijk. Ik stream nooit, want ik wordt vreselijk onrustig van dat gezap, want dat kan ik niet onderdrukken. Bovendien klinken de CD’s nog altijd beter dan de stream. Dat is de technische stand van zaken ten aanzien van audio onder ons dak.
HI-RES AUDIO
Hoge Resolutie audio is de beste digitale benadering van de oneindige resolutie van het analoge geluidssignaal. Met resolutie wordt bedoeld de mate van frequentie van bemonstering, de sample rate, en de grootte van de monsters, de samples. De resolutie van digitale signalen is echter wel eindig. Bij de conversie gaat daarom altijd informatie (kwaliteit?) verloren. Zoals al gezegd, wordt met HRA een kwaliteit bedoeld die beter is dan die van een CD. Dus meer dan een sample rate van 44,1 KHz én samples van meer dan 16 bits. Zo eenvoudig is het. HRA audiobestanden kennen een sample rate van 96 kHz tot 192 kHz waarbij de samples een grootte hebben van 24-bits. Het dynamische bereik, van zacht tot hard, wordt bepaald door de bitdiepte. Hoe groter de bitdiepte hoe groter het bereik en hoe beter de muziek theoretisch klinkt. Dit is waar het allemaal om gaat, HRA heeft een groter dynamisch bereik dan alle andere 'formaten'. Voorwaarde is wel dat de installatie dit kan weergeven. Ook het grotere frequentiebereik tot bijna 100 KHz zou bij moeten dragen in een mooie HRA ervaring, maar dat is sterk afhankelijk van leeftijd van de luisteraar.
Theoretisch (fysiologisch) bekeken ligt het bereik waarop het verschil van HRA en CD is gebaseerd ver buiten het bereik van het menselijk gehoor. Onderzoek wijst uit dat zeer ervaren luisteraars de verschillen kunnen waarnemen. Ik kom het aspect van waarneming straks nog terug. HRA bestanden komen niet overeen met de parameters van het Red Book en kunnen en passen niet op een CD. De tegenhanger van HRA is compressie. We kunnen de verkregen digitale informatie uit de studio ook comprimeren. Kleiner maken. De ‘samples’ bevatten dan minder informatie en de trapjes van de geluidsgolf worden dan grover. Zie de illustratie hierna. Compressie is handig als je beperkte opslagruimte heb en, bovenal, je kunt er goed mee streamen door de lucht, zoals 4G en thuis via de WiFi. Ik kom er straks uitgebreid op terug.
Voor het maken van een CD gebruikt men het PCM audiosignaal dat ongecomprimeerd wordt vastgelegd als een soort ‘RAW’ bestand (zoals bij fotografie). Het PCM audiosignaal kan ook als ongecomprimeerd WAV bestand (‘Wave Audio Format’) of ongecomprimeerd AIFF bestand (Audio Interchange File Format) worden vastgelegd. Bij HRA is de ‘Red Book’ standaard niet van toepassing, want de CD is niet in beeld. De bestanden kunnen dus zo groot worden als de sound engineer wenst. Zowel WAV als AIFF bevatten de volledige en identieke informatie van het originele audiobestand. Deze bestandsformaten zijn te comprimeren naar ‘Lossless’ of ‘Lossy’ bestanden. Dat gebeurt met zogenaamde ‘Codecs’, software om te comprimeren of te decomprimeren. Lossless wil zeggen dat met een compressie-algoritme het muziekbestand kleiner wordt gemaakt voor opslagcapaciteit en/of transmissiecapaciteit. Met het afspelen wordt het bestand weer uitgepakt zonder verlies van informatie. Vergelijk het met een ZIP bestand. De High End liefhebbers voeren discussie over de kwaliteit van Lossless Codecs. Een discussie waar ik mij niet in kan of wil mengen. Wil je zekerheid, dan zijn WAV en AIFF het beste bronmateriaal. Voorbeelden van de bekendste lossless codecs zijn FLAC (Free Lossless Audio Codec) en Apple Lossless (ALAC). Lossy wil zeggen dat er (grotendeels) redundante data is verwijderd en er nog meer is gecomprimeerd dan bij ‘Lossless’ audio. Lossy kan nooit HRA zijn.
Dan is er sinds kort ook MQA (Master Quality Authenticated). Een mooie nieuwe technologie bedacht door engineers van het Britse HiFi merk Meridian. Het is eigenlijk een soort super ZIP formaat om HRA in te pakken en weer uit te pakken. Daar laat ik het verder bij want het is een verhaal op zich. Kijk maar eens op Google. Ik durf mijn hoedje er onder te verwedden dat het niks wordt. Dan moet je toch echt Sony BMG, Warner, Universal en dat soort giganten achter je hebben staan, anders kun je het schudden ben ik bang.
De HRA bestanden die we kunnen downloaden of streamen zijn dus altijd WAV of AIFF (exacte kopie) en FLAC of ALAC (lossless compressie), of, eventueel, DSD. De 24-bit/192kHz versies zijn, afgezien van DSD, de hoogste kwaliteit bestanden die tot nu toe beschikbaar zijn en zijn identiek aan de studio master. De sample size van een HRA is dus 24 bits. Als we dan het sommetje weer maken, 2 tot de macht 24, dan hebben we 16.777.216 verschillende waarden. Dat is 256 keer zo veel als bij een CD!
Hoe komen we aan die HRA audio-bestanden? Dat is vrij simpel. Die kun je, al een tijdje, downloaden van bepaalde websites of zelfs streamen. Ik noem Tidal, HDtracks, Qobuz en nog veel meer. Het Franse Qobuz is koploper en zal de eerste zijn die ook DSD aan gaat bieden. Het streamen gaat via 4G of via internet en WiFi. Mobiel kan het ook. Samsung heeft de Galaxy S8 nu al uitgerust met UHQ Audio 32-bit en DSD-ondersteuning. LG biedt vergelijkbare techniek aan en Apple en de rest volgen ongetwijfeld. Er zijn ook een paar draagbare spelers, van Sony bijvoorbeeld, die vergelijkbaar werken. Wil je de hoge kwaliteit van HRA thuis uitbuiten, dan stream je de aangeschafte en gedownloade bestanden bij voorkeur vanaf de eigen NAS server. NAS staat voor ‘Network Attached Storage’ en is een externe opslag (buiten de PC) die verbonden is met je thuis netwerk via de netwerkkabel en WiFi. Je kunt in de hele keten nog losse streamers plaatsen, en separate High End DAC’s, enzovoort. Alles moet uiteindelijk te bedienen zijn met een app op je tablet of telefoon. Als ik het terug lees kan ik mij voorstellen dat menigeen het spoor bijster is. Ja, een plaatje draaien is een heel wat begrijpelijker proces. Omdat het veel te ver gaat om een volledig schema te beschrijven hieronder een schematische voorstelling.
Op de NAS kun je dus al je muziek en andere data zetten en benaderen met de bijbehorende app via WiFi. Ik zeg dat wel makkelijk, maar een CD verzameling op een NAS zetten (‘rippen’) is een monnikenwerk waar je maanden mee zoet kunt zijn, afhankelijk hoeveel CD's je hebt natuurlijk. De NAS moet je ook per netwerkkabel verbinden met je HiFi setje anders kun je sowieso geen HRA muziek streamen. Per WiFi gaat dat (nog!) niet. Van een HRA streamingprovider, zoals Qobuz, kun je via een, daarvoor softwarematig geschikte (!) netwerkspeler, nu ook rechtstreeks je HRA audio bestanden aan je HiFi doorgeven. Dat is het nieuwste van het nieuwste. De hele HRA en andere audio wereld ligt aan je voeten en dat rippen kun je skippen. Moet je wel een abonnement nemen en wat duizendjes steken in ‘kassies’ die op gepaste wijze met de vele data overweg kunnen want daar zitten nog wat technische haken en ogen aan. Maar als alles klopt, dan is het audiofiele nirwana wel bereikt.
DE PRAKTIJK
Om HRA in het juiste en complete perspectief te plaatsen wil ik ook wat zeggen over de andere digitale ‘formaten’ en mijn ervaringen daarmee. Dus: HRA, CD, Lossless, Lossy en ik neem de analoge LP ook nog even mee.
Zoals gezegd kun je ongecomprimeerde WAV en AIFF data verkleinen naar lossless lossy compressiebestanden. Het bekendste formaat is MP3. Er zijn er nog veel meer. Spotify gebruikt bijvoorbeeld Ogg Vorbis, iTunes heeft zijn AAC. Voor Windows computers is het WMA, (Windows Media Audio). Met WMA heb ik overigens geen ervaring. De sampling rate van compressiebestanden blijft hetzelfde natuurlijk, maar de samples worden verkleind. De compressie wordt uitgedrukt in het aantal bits per seconde dat kan worden afgespeeld, de bit rate dus. Ter vergelijking heb ik wat data van muzieknummers op een rijtje gezet van songs uit mijn iTunes bibliotheek. De nummers hebben allemaal een speelduur van ± 10 minuten:
Ik heb een paar HRA bestanden en ook wat MP3 128 bestanden. HRA kan ik (nog) alleen luisteren vanaf mijn PC naar de PC speakertjes. Daar heb je dus niet zo veel aan. MP3 128 is echt onvoldoende voor een HiFi, ik kan ze eventueel voor een klein bedrag in de iTunes store wel upgraden. Waarom ik überhaupt compressie bestanden heb? Dat is vrij simpel: geld en gemak. Ik was zeer enthousiast toen iTunes op de markt kwam en ik raakte snel verslaafd aan het browsen op iTunes, ondersteund door informatie op Google en Youtube over artiesten, optredens, recensies, enzovoort. Een nieuwe manier van 'on demand' shoppen en voor de helft van het geld. Ik heb vele duizenden euro’s in mijn zak gehouden. Over de kwaliteit van het aangebodene hierna meer. Het zelf maken van een CD is voor mij een belangrijk ritueel geworden.
Compressieformaten ontstonden vanwege de beperkingen die er waren ten aanzien van opslag en data transmissie. Die beperkingen zijn er bijna niet meer, maar compressie is nog ‘alive and kicking’. Denk met name aan Spotify, Youtube en iTunes die alleen gecomprimeerde muziek streamen of aanbieden, uiteraard omdat de telefoon daar verreweg de belangrijkste rol in speelt en een beperkte bandbreedte heeft. Compressieformaten zijn per definitie audiofiel inferieur aan CD en HRA. Maar goed uitgevoerde compressie is door 99,9% van de mensen niet te onderscheiden van een CD, laat staan HRA. Ik heb aardig wat ervaring met de diverse formaten opgedaan. Ik laat die hieronder kort de revue passeren.
HRA
HRA klinkt sowieso geweldig, daar is geen discussie over mogelijk. Althans, als de hele keten van opname tot en met afspelen 'top notch' is. Of mijn oren en brein in staat zijn de verschillen waar te nemen met een heel goed opgenomen CD weet ik niet zeker. Eerlijk gezegd twijfel ik daar aan. Het waarnemen van een verschil wil dan ook nog niet eens zeggen dat het geluid ook daadwerkelijk beter is. Natuurlijk spreek ik voor mijzelf en dat wil ik benadrukken. Ik ben mijn eigen 'benchmark'! Bovendien is het ook nog maar de vraag of ik ooit het verschil tussen HRA en CD op mijn middenklasse HiFi thuis ga waarnemen. Dat moet ik eerst maar eens empirisch vaststellen. Lastige materie, want om te testen moet je een blinde test doen en die test eigenlijk meer de luisteraar dan de apparatuur. Zo'n test is dus nooit objectief, maar kan wel vaststellen hoe ik mij als luisteraar verhoudt tot de geboden technologie. Wordt waarschijnlijk op enig moment vervolgd.
CD (RAW)
Van ronduit waardeloos, tot niet minder dan briljant. Vooral analoge opnamen uit de jaren tachtig en negentig die op CD werden gezet zijn vaak ronduit erbarmelijk. Ik draai ze eigenlijk gewoon niet meer. Een re-master kan misschien nog wat brengen. Er zijn uitzonderingen overigens, zoals van het ECM label. Zij hebben hun werk altijd goed gedaan. In de nieuwe eeuw is het snel beter geworden en het meeste wat de laatste jaren op de markt komt in ‘serieuze’ muziek is gewoon heel goed tot ‘kan niet beter’. Wat mij betreft: lang leve de CD!
ALAC
‘Apple Lossless Audio Codec’, het lossless formaat van Apple. Als ik een CD rip naar iTunes wordt het automatisch omgezet naar ALAC. Een gebrande CD vanuit ALAC moet identiek zijn aan een gekochte CD. Ik heb dat nooit echt getest, maar dat zou wel zo moeten zijn. Idem dito met FLAC.
MP 320
Het beste MP3 formaat. Mits de bron goed is, horen de meeste mensen geen verschil met een CD. Ik hoor het soms wel. Met een goede installatie en de juiste muziek zijn er in sommige gevallen door mij wel degelijk subtiele verschillen waar te nemen. Maar, mits de compressie goed is uitgevoerd, is de kwaliteit van MP 320 doorgaans zeer behoorlijk. Ook op een goede HiFi installatie.
YOUTUBE (VBR)
Youtube? Ja, daar kan je muziek van downloaden. Illegaal eigenlijk. Ik heb uitsluitend live concerten gedownload en de kwaliteit varieert van knap beroerd tot onbegrijpelijk goed. Eén van de downloads (AAC 295 kbps VBR) behoort audiofiel (én muzikaal) bij het beste wat ik heb. Marcus Miller live in Leverkusen. Het is alsof je op de eerste rij in de zaal zit. De kwaliteit is niet te geloven eigenlijk en het tart alle logica.
AAC 256
‘Advanced Audio Coding’ is het compressieformaat gebruikt door Apple voor iTunes. Vanaf een bepaalde datum werd het verkrijgbaar op 256 kbps. Ik kan absoluut geen verschil horen met een gekochte CD. Sterker, AAC klinkt (!) af en toe gewoon beter. Ik heb dat diverse malen zelf vast mogen stellen. Het doel van AAC is, aldus Apple, behalve compressie, ook een streven naar muzikaliteit in de vorm van 'sound design': ‘the AAC format is designed to sound transparent and musical to human ears’. Dat klinkt sympathiek en het heeft er alle schijn van dat het nog waar is ook. Apple gebruikt voor iTunes uitsluitend de hoogste kwaliteit studiomateriaal om haar algoritmes er op los te laten. Ik heb een flink bestand van gebrande CD’s gebaseerd op AAC 256 en die klinken, zonder uitzondering, uitstekend. Hieronder een visuele analyse van FLAC en AAC VBR (Variable Bit Rate) van hetzelfde nummer. De verschillen zijn er wel, maar marginaal.
Sinds enige tijd bestaat er AAC iTunes Plus en, nog recenter, AAC ‘Mastered For iTunes’ (MFIT). In dat laatste geval is de aangeleverde data opnieuw gemastered waarbij onder andere volume, EQ, loudness-compressie en andere ‘flaws’ worden aangepast of gecorrigeerd. Het resultaat wordt door Apple minimaal gegarandeerd als CD kwaliteit. In tests blijkt dat de mastering van MFIT niet zelden resulteert in een ander en vooral beter klinkend eindproduct dan de fysieke CD winkelversie en zelfs de 24 bits master benadert. Let op: ik gebruik steeds nadrukkelijk het woord 'klinken'. Het is allemaal behoorlijk subjectief!
MP3 192
Een redelijk MP3 compressie formaat, alhoewel de onderlinge verschillen groot kunnen zijn. Ik heb er enkele omgezet op CD. Sommige zijn gewoon best goed, maar ik heb er ook een paar die veel (te) vlak zijn. Het kan ook aan de bron liggen natuurlijk. Oppassen met je speakers want er kunnen soms hele rare subsonische bijgeluiden langs komen.
MP3 128
Je kunt er naar luisteren, laat ik het zo zeggen. Het zal, als je het zachtjes op de achtergrond afspeelt, geen mens opvallen. Maar strikt gezien ongeschikt voor HiFi weergave.
LP
Die benoem ik hier toch ook nog maar even. Over de 'romantische' aspecten heb ik het al gehad. Hoe zit het met het geluid? Stof en krassen zijn natuurlijk een issue. Sinds mijn Sansui met Ortofon element heb ik wel gemerkt dat 90% van de bijgeluiden verdwenen zijn! Zo belangrijk zijn een goede arm en element. De discussie tussen voor- en tegenstanders duurt al decennia voort en de laatste tijd trekt de CD aan het kortste einde. Dat komt natuurlijk omdat een LP gewoon een mooi medium én bezit is. Plaatjes draaien is een leuke bezigheid is en, mits de opname en persing deugen, ligt een LP lekker in het gehoor. Het geluid is vaak warm, niet opdringerig en wordt door velen als heel aangenaam ervaren. Ik hoor daar ook bij. Het zal wellicht juist aan de beperkingen van het medium liggen. Het dynamisch bereik van een LP is belangrijk minder dan van een CD. Maar door die handicap ervaren sommigen misschien het geluid als lekker 'soft'. Wie zal het zeggen?
DE MENSELIJKE MAAT
In de HiFi en, vooral, High End audio wereld, is de CD ‘over night’ volledig uit de gratie. Bijna letterlijk. We moeten allemaal opeens onze audio gaan streamen. Liefst HRA natuurlijk. Sommige van mijn muziekvrienden staan helemaal in ‘overdrive’ en kunnen niet wachten om hun systeem op te waarderen naar HRA, de natte High End audio droom. Gelijk hebben ze, leve de hobby! Maar, ik dan? Zal ik aan mijn rituelen blijven vast houden?
Muziek streamen zet qua gemak en audiokwaliteit (HRA) alles in de schaduw van wat we gewend zijn. Het uitbreiden en/of completeren van aanbod is een kwestie van tijd. U kunt die dozen met oude muziekcassettes en kasten met LP’s en CD’s wel leeg maken en naar het grof vuil brengen. Het is het einde van een tijdperk. Maarre… zo makkelijk gaat dat allemaal ook weer niet. Ik ben nota bene bijna een halve eeuw bezig geweest om een mooie discotheek op te bouwen. Ik heb ± 1000 LP’s en ± 1250 CD’s. Toegegeven, de LP’s komen niet vaak meer uit hun hoes, maar de CD’s, dat is een ander verhaal. Het is een trots bezit. Er is weinig wat ik zo ontspannen vindt als op een toegewijde manier te zoeken naar nieuwe muziek (op internet, bij vrienden), de CD te kopen of zelf te maken en vervolgens te gaan genieten van de nieuwe aanwinst. Moet ik dat nu allemaal overboord gooien? Ik zal u het antwoord geven: geenszins. Mensen hebben rituelen nodig, niet te verwarren met routines. We hebben allemaal regelmatig, dagelijks zelfs, een moment nodig waar we ons op kunnen verheugen. Een moment vrij van verplichtingen, oordelen of verwachtingen. Rituelen dus. Ze geven het leven structuur en bieden geborgenheid. Ieder mens heeft zijn eigen rituelen. ‘Plaatjes draaien’, ik doel dan op CD's, is één van mijn rituelen. Het geeft mij rust en dat blijf ik voorlopig dus gewoon doen.
We hadden onlangs een avond bij vriend R. en die is bijna rond met zijn HRA keten, NAS incluis. En, eerlijk is eerlijk, het klonk allemaal grandioos. Maar, er is altijd een maar, de cumulatieve waarde van R’s kassies overstijgt de mijne met vele duizenden en duizenden euro’s. Of ik dat mooie resultaat thuis ook kan boeken en de verschillen waar kan nemen is nog maar de vraag. Bovendien, ik word ook een dagje ouder. De hele hoge frequenties kan ik sowieso niet meer horen, zeg boven 13, 14 KHz. Hoe zit dat dan met de boventonen bijvoorbeeld? Harmonische boventonen zijn frequenties die een veelvoud van de grondtoon zijn en belangrijk voor de klankkleur van geluid. Vanaf de hoge grondtonen hoor je die dus helemaal niet meer. Bij een gehoortest van de Nationale Hoorstichting scoorde ik niet goed. Dat ook nog. Ik ben ook nog eens behoorlijk ongevoelig voor het registreren van ruimtelijkheid en diepte. Een aspect waar mijn vrienden bij elke installatie heel wat van vinden. Ze hanteren termen zoals een vinoloog zijn wijn beschrijft. Termen waarbij ik weinig tot niets ervaar. Een gebrek aan High End Audio training of wellicht toch een fysiologisch dingetje?
Wat wel is, ik ben een ‘sucker’ voor klank en akoestiek. In mijn wereld is klank de totale indruk die muziek uit de luidsprekers op mij maakt in een specifieke ruimte. 'Micro-luisteren' is niet iets waar ik mij mee bezig houd. Termen als warm, droog, schel, vlak, dynamisch komen bij mij heel veel eerder boven drijven dan ruimte, lucht, diepte, plaatsing, detaillering, enzovoort. Een te zware en nadreunende bas, bijvoorbeeld, irriteert mij mateloos en is echt een knock-out criterium. Ik vind dat echt heel veel luidsprekers dreunen. Dat heeft vaak ook te maken met plaatsing en akoestiek. Dan heb ik ook nog eens de handicap dat ik overgevoelig ben voor midden-hoge tonen. Harde en scherpe vioolklanken, opera sopranen… daar word ik echt helemaal gek van. Het staat 100% garant voor hoofdpijn. Vreemd? Dat zal vast, maar het is een feit. Zo zijn er peperdure luidsprekers die pijn doen aan mijn oren. Ik ben wel eens weggelopen bij de luistersessie van de Magico Q7. Een paar kost € 125.000,- Het midden-tonen gebied geeft deze luidspreker voor mij echt veel te hard weer. Mijn luistermaten dachten dat ik gek geworden was. Maar als puntje bij paaltje komt ben ik de enige die kan bepalen wat ik als mooi of lelijk ervaar en wel of niet hoor. Nogmaals: ik ben mijn eigen 'benchmark' en dat geldt natuurlijk voor iedereen die naar muziek luistert.
Ook gewenning speelt een rol. Alles went. Na een luisteravondje bij vriend J. is het alsof ik thuis naar een transistorradio zit te luisteren. Na een dag of twee ben ik weer vertrouwd met het soundje thuis en weer helemaal heppie de peppie. Bovendien, we moeten ook realistisch zijn, we kunnen niet allemaal in een Rolls Royce rijden. De menselijke maat heeft namelijk ook met de grootte van onze bankrekening te maken.
En toen. Toen was er de Sonos Play:1…
Een tijdje terug kocht mijn collega Jan twee van die apparaten. Een Play:1 is
een kastje ter grootte van een kleine beschuitbus met ingebouwde versterker,
een woofer(tje), tweetertje en ethernet- en WiFi aansluiting. Je sluit ze aan
op het lichtnet en verbindt ze met internet (draadloos en WiFi). Je download de app en verbindt de kastjes via de app draadloos met elkaar. De akoestiek van de ruimte kun je ook met de app inregelen en dan
ben je klaar. Via één van vele beschikbare streamingdiensten als Spotify, Tidal, Qobuz of een radiozender
zoek je een muziekje op en spelen maar. Vanaf het begin was ik al onder de
indruk van het prima geluid. Echt leuk voor dat geld. We luisteren, als het rustig is op kantoor, regelmatig wat
pop, rock of lichte jazz op de achtergrond. Onlangs stond er een bak
file en ik besloot wat later naar huis te gaan. Collega Jan ging alvast rijden en
vroeg of ik de Sonos uit wilde doen. “Ik heb de app niet Jan”. “Kun je gewoon
downloaden op je telefoon en dan vind je app ‘m gelijk”. Zo gezegd zo gedaan.
Minuutje werk. Iedereen was weg en ik had mooi de tijd die Sonos’jes eens uit
te proberen.
Tientallen streaming diensten zijn voorbereid in de Play 1:, dus je kunt gelijk
naar Spotify, bijvoorbeeld. Eerst maar eens een stukje
Herbie Hancock. 'Butterfly'. Wauw, dat klonk echt goed. Tikkie veel bas. De equalizer
opgezocht en de instellingen op mijn smaak afgestemd. 'Blue Maqams' van Anouar
Brahem op ECM maar eens proberen. Allemachtig, ik kon niet geloven wat ik
hoorde. Prachtig laag, warme sound en toch fris en gedetailleerd. Ik was totaal verbijsterd. Ik heb het album helemaal afgeluisterd
en bleef zeer positief. Een setje kost € 350,- Ben ik nou gek? Nog eens diverse HiFi
websites en gebruikersforums er op nagelezen. Ik ben niet de enige, men is, zonder uitzondering, ‘blown
away’ door het fenomenale geluid van dit apparaat. Bizar. Inmiddels is er ook de iets duurdere Play One met spraaksturing. Uiteraard is dit geen High End audio, maar een meer dan acceptabele manier om prima streaming HiFi voor een habbekrats in huis te halen.
ENKELE OVERWEGINGEN
High expectations
Wat verwachten we eigenlijk van onze muziek, onze muziekinstallaties en de bronnen die we daarvoor gebruiken? Als het goed is willen we gewoon genieten van muziek, dat is een 'no brainer'. Ja, het is waar, met een mooie installatie geniet je nóg meer van je LP's, CD's of streams. Maar de zoektocht naar het perfecte geluid is een lastige aangelegenheid. Het is namelijk maar net de vraag waar jij als individu naar op zoek bent. De oorsprong is natuurlijk de studio, maar daar worden de opnamen al volledig bewerkt. Equalizing, compressie, reverb, mixen, noem het maar op. De sound engineer/mixer houdt al rekening met de verwachte doelgroep en mixt af op smartphone (oortjes), auto, HiFi, stream, doelgroep, enzovoort. Zelfs het door liefhebbers als heilig verklaarde ECM gebruikt zijn standaard bewerkingsprotocol om hun typische sound te krijgen. Lexicon reverb (digitaal gemaakte nagalm), geen of minimale compressie, tikkie hoog in de EQ en klaar. Daarnaast is een vaste range van studio apparatuur essentieel voor hun sound: Harrison, ProTools, Dynaudio, Bowers & Wilkins, Dynaudio, AKG, Crown, Neumann, Shure, Sennheiser enzovoort. Een neveneffect van al die bewerking is dat er bits zoek raken. Met upsampling en ander trucage wordt een en ander weer opgeblazen naar CD of HRA formaat. Hieronder een 128 mbps MP3 van Soft Machine van hun live album 'Grides' die ik jaren geleden heb gedownload. Ik heb de download geconverteerd (een soort upscaling) naar Apple Lossless. Vergelijk de data maar. Een gebrande CD van deze conversie lijkt alle gegevens te hebben zoals elke andere, maar waarom klinkt alles zo 'vlak'...?
Zo zie je maar, in de studio hoef je niet te zijn voor de norm. Nabewerking is aan de orde van de dag'. Soms zou je het zelfs manipulatie kunnen noemen. Daar gaat je mooie dynamisch bereik en frequentiekarakteristiek. Bovendien, wanneer bent u voor het laatst bij een live opname in een studio geweest?
Als ik voor mijzelf mag spreken vind ik home audio die de live beleving van een concertzaal, met goede akoestiek uiteraard, het dichtst benadert, de norm. Ik haalde al eerder de Marcus Miller Live in Leverkusen Youtube stream aan. Het is het meest realistische geluid wat ik ooit uit mijn luidsprekers heb gehoord. Het schijnt een soundboard opname te zijn. Dus zo van de mixing console via 'rec out' zonder verdere nabewerking vastgelegd. Marcus Miller is een voorbeeld van elektronisch versterkte live muziek, maar mijn norm geldt natuurlijk ook voor onversterkte akoestische muziek, van solo zanger tot symfonieorkest. Het probleem is dat we deze onverbloemde sound zelden of nooit gaan horen van een officiële CD of HRA download of stream. Er wordt bijna altijd mee gerommeld om de doelgroepen te bedienen. Het is niet anders. Ik heb overigens zelf geen enkele moeite met nabewerking, als het doel maar blijft om een zo mooi mogelijk product te maken. Dan komen we weer terug bij ECM en dergelijke labels. Dan maar wat minder bits 😉
Early adopters
Gelukkig zijn er altijd ‘early adopters’. Dat zijn mensen die graag het nieuwste van het nieuwste willen hebben én vaak ook het beste van het beste. Zonder hen reden we nog met paard- en wagen. Als zij niet zouden investeren in dure nieuwe uitvindingen zouden die nooit voor eenvoudige broodstompers, zoals ik, betaalbaar kunnen worden. Ik prijs mij gelukkig dat ik een paar van die vroege kopers in mijn vriendenkring heb met wat dubbeltjes tussen de centen. Het biedt mij, ons, de mogelijkheid om van tijd tot tijd te genieten van de gezelligheid en hun gastvrijheid en mee te luisteren naar het (aller)beste wat je kunt bedenken op het gebied van audioweergave. Waarvoor bij deze mijn oprechte dank!
De muziekindustrie
Wat ik mij verder eigenlijk nog afvraag is hoe de muziekindustrie met streaming technologie omgaat en zal gaan. Een 'album' produceren kost natuurlijk veel geld en je wilt als producer, orkest, band, koor of muzikant die kosten minimaal terug verdienen. Als mensen alleen maar af en toe een nummer of een hitje van het album streamen dan gaat het verdienmodel de mist in, lijkt mij. Maar misschien heb ik het mis en zijn daar inmiddels goede oplossingen voor bedacht. Daarnaast denk ik dat artiesten een album, een CD eigenlijk, ook als hun muzikale visitekaartje zien, hun gebundelde artistieke 'footprint'. Of commerciële footprint, dat mag natuurlijk ook. Denk maar eens aan albums die in de afgelopen 60 tot 70 jaar het gezicht van muziek of, zelfs een heel tijdsbeeld hebben beïnvloed. Ik hoop niet dat dat voorbij zal gaan, want die gedachte maakt mij wel een beetje verdrietig.
TEN SLOTTE
Streaming audio en High Resolution Audio hebben de toekomst, daar is geen twijfelen aan. HRA is geen marketing gimmick, maar bestaande en degelijke technologie die geleidelijk beschikbaar komt voor de gewone consument. Die gewone consument zal van de hele materie overigens geen seconde wakker liggen. Die hoort het verschil sowieso niet. Maar komen doet het. Samsung test in Zuid-Korea op dit moment met een 5G netwerk (mobiel breedband) met snelheden van 10 Gbit per seconde. Dat is honderden keren sneller dan ons 4G internet. In Nederland moeten we nog even wachten. Maar als het zo ver is, dan kun je gewoon via je abonnement op een mobiele telefoon HD films bekijken en, uiteraard, HRA luisteren en streamen. De nieuwste iPhone 10 heeft inmiddels het fotografisch niveau van een spiegelreflex camera bereikt. Over een paar jaar evenaart de mobiele DAC die van een goeie HiFi. Let maar op. Ik wacht wellicht tot die tijd. En wat nu? Ik ga maar eens lekker een (CD-) plaatje draaien.