‘Joy In Repetition’ is een nummer van Prince van zijn
album ‘Graffiti Bridge’ uit 1986. De song is vooral live een klein
meesterwerk, maar helaas niet meer te vinden op Youtube in een behoorlijke
kwaliteit. Prince’s ‘repetition’ had een seksuele connotatie en refereerde niet aan muzikale herhaling. Maar ik moet altijd onwillekeurig aan de titel van die song denken als ik minimal music hoor. Echter, mijn blog gaat niet over Prince maar over Nik Bärtsch. Nik wie? Precies, dat was ook
mijn reactie.
Sinds enige tijd hebben wij onze vriendenkring uitgebreid met een ‘New Kid on
The Block’, ik refereerde eerder aan hem. Gezien onze leeftijden (rond de 60), is
dat best wel bijzonder. Goeie vrienden maak je doorgaans in je jeugd. Maar de
liefde voor muziek en ‘kassies’ bracht ons bijeen. Kassies is onze bargoens
voor geluidsapparatuur. New Kid ‘JV.’ heeft zowel een zeer indrukwekkende stapel
kassies als een discotheek vol aansprekende LP’s en CD’s dus min of meer
vanzelf ontstond een muziekclubje. Hoe leuk is dat? We komen regelmatig bij
elkaar om muziek te luisteren. Eigenlijk het vaakst bij JV., want die heeft een
eigen luisterruimte waardoor hij zijn wederhelft niet naar elders hoeft te verbannen.
Bovendien zijn zijn kassies en akoestiek op zijn jongenskamer ‘by far’ superieur.
Dat laatste is overigens niet doorslaggevend, want om te genieten van goeie
muziek kan het ook met (veel) minder. De Whisky is echter wél van cruciaal
belang want: Zonder een goede Malt geen
succesvolle muziekavond! Na vele bijeenkomsten met muziek, lekkere kaasjes
en allerlei Schots prikwater, hebben we de ‘Glenrothes Select Reserve’ als algemene
favoriet gekozen. Maar we leven in een vrij land en als iemand liever jodium
drinkt, dan mag hij zich gewoon verliezen in een mooie ‘Laphroaig’.
‘New kid’ heeft een aantal
jaren in Parijs gewoond en gewerkt. In zo’n stad val je natuurlijk ten prooi
aan een overdosis cultuur en, gelegenheid maakt de dief, koop je als
muziekliefhebber alles wat los en vast zit. Zo komt hij met enige regelmaat
muziek in zijn platenkast tegen die hij in de Franse hoofdstad heeft gekocht
maar slechts een enkele keer beluisterd. Dat is leuk, want dan ontdek je in je
eigen discotheek van tijd tot tijd weer eens iets interessants. Die ervaring is
mij ook niet helemaal vreemd. Zo kwam tijdens onze luistersessie Nik Bärtsch
aan de orde. Hij had een CD van deze man in Parijs gekocht, vond het heel goed,
maar daarna verdween Nik een beetje in de mist van de tijd. Wij hadden nooit
van de brave borst gehoord, maar na één nummer was gelijk duidelijk: zijn naam
gaan wij niet meer vergeten.
Nik Bärtsch is van 1971 en geboren en getogen in Zürich,
Zwitserland. Hij studeerde filosofie, taalkunde, musicologie, piano en klarinet
aan respectievelijk de Universiteit én de Musikhochschule van Zürich. Geen
menneke van de straat dus. Nik luisterde en werd beïnvloed door jazz, blues,
etnische en tribale muziek, maar ook door klassiekers als Béla Bartók en Igor
Stravinsky. Chick Corea was zijn grote pianistische voorbeeld. De muzikale doorbraak
kwam toen hij begon te luisteren naar de 20ste eeuw modernisten als John Cage,
Morton Feldman, Philip Glass en Steve Reich, met nadruk op de laatste. Nik is
pianist, toetsenist, componist en bandleider. Zijn muziek noemt hij zelf ‘Zen
Funk’, maar ik vind ‘Minimal Jazz Zen’ een herkenbaarder omschrijving. Hij
woonde en studeerde ook nog een tijdje in Japan en hij ziet er sinds die tijd
uit als verklede Japanse monnik. Mon-Nik, vat u hem?
Ik ben nogal visueel en associatief ingesteld. Ik kon de onderstaande trucage niet laten. De bovenkant van Nik's schedel deed mij steeds aan de vorm van de Glenrothes fles denken. Het maakt van onze Zwitserse vriend bijna een beeldmerk, nee, een mascotte van onze muziekavonden.
Nik Bärtsch treedt vanaf 1997 op als solo artiest en daarnaast met zijn akoestische groep ‘Mobile’ en zijn elektrische 'Zen-Funk' groep ‘Ronin’. Beide bands spelen complexe muziek met de wortels in hiervoor genoemde muziekstijlen. In 2006 tekende Bärtsch een contract met Manfred Eicher, de tovenaar en alchemist van audio engineering. Sindsdien wordt zijn muziek opgenomen en uitgebracht door Manfred’s legendarische en wereldberoemde label ECM. Met de audiokwaliteit van zijn albums zit het dus wel snor. Onderstaande foto toont Manfred met wat 'bandjes'. Copyright onbekend. Van de foto bedoel ik dan uiteraard.
Nik Bärtsch treedt vanaf 1997 op als solo artiest en daarnaast met zijn akoestische groep ‘Mobile’ en zijn elektrische 'Zen-Funk' groep ‘Ronin’. Beide bands spelen complexe muziek met de wortels in hiervoor genoemde muziekstijlen. In 2006 tekende Bärtsch een contract met Manfred Eicher, de tovenaar en alchemist van audio engineering. Sindsdien wordt zijn muziek opgenomen en uitgebracht door Manfred’s legendarische en wereldberoemde label ECM. Met de audiokwaliteit van zijn albums zit het dus wel snor. Onderstaande foto toont Manfred met wat 'bandjes'. Copyright onbekend. Van de foto bedoel ik dan uiteraard.
Vorige week, tijdens onze muziekavond, zette JV. de muziek
van Bärtsch op in de veronderstelling dat het voor ons wel bekend zou zijn. Dat
was te veel krediet want, zoals gezegd, wij kenden de Zwitsere ‘monnik’ met zijn
opmerkelijke muziek nog niet. Ik was na één nummer volledig sprakeloos. Wat een muziek! Totaal onder de indruk schafte ik vorig weekend,
via iTunes, ‘Holon’, het album wat we bij JV. luisterden, en ‘Live’ aan. Beide
worden gespeeld door de Ronin groep. Een Ronin is een Samoerai zonder meester.
In de Japanse cultuur ben je dan een outcast en een loser. Maar een Ronin staat
ook voor iets wat haaks staat op de oude Japanse cultuur: individualisme en
vrijheid. Dat is de analogie met de muziek van Nik Bärtsch. Ik heb dit
weekend ook nog een concert(je) van de Mobile groep gedownload, opgenomen voor de
Zwitserse TV in Nik’s eigen club Exil in Zürich in 2014. Een juweel van een
optreden. Afgezien van het ‘unplugged’ aspect merk ik weinig verschil in stijl tussen
Mobile en Ronin. Maar misschien moet ik dan wat meer van beide horen. ‘Holon’
vind ik audiofiel een fractie matter klinken. De beide live uitvoeringen
klinken wat frisser en hebben, door het live karakter, een iets andere sfeer.
Bärtsch's muziek heeft een doorgaans stuwend karakter. De
muzikale thema’s die de individuele muzikanten spelen zijn relatief eenvoudig,
maar bij elkaar is het een razend knappe en naadloos in elkaar vallende ritmische
puzzel waarbij herhaling een elementair onderdeel en fundament van de muziek is. Nik’s composities noemt hij alle ‘Modul’ gevolgd door een nummer. Creatief
met tekst is niet helemaal zijn dingetje, zullen we maar zeggen. De muziek,
volgens Nik’s website, wordt beheerst door de principes van herhaling en
vermindering en door in elkaar grijpende ritmes. Ondanks de strak gecomponeerde
‘Moduls’, speelt improvisatie een belangrijke rol. De muziek haalt zijn energie
uit de spanning tussen compositorische precisie en improvisatie en weet door de
kleine verschuivingen de aandacht van de luisteraar vast te houden. De
overeenkomst met Philip Glass dringt zich van tijd tot tijd sterk bij mij op. Nik
vindt zelf dat hij vooral door Reich is beïnvloed. Ook Simeon ten Holt hoort
bij mijn associaties. Bij ten Holt kunnen de muzikanten tijdens het spel een keuze maken uit
een aantal ‘lagen’ van de partituur en ‘mogen’ daar omheen improviseren
waardoor het aantal spelvariaties eindeloos is en een spanningsboog ontstaat. Een bijna letterlijke toelichting gebruikt Nik op zijn website. De
overeenkomst is overduidelijk en bijzonder omdat ik vermoed dat Nik de Nederlander Ten Holt's werk helemaal niet kent. Grappig is om te zien, zie mijn blog elders, dat
Jeroen van Veen de overgang naar een volgende sectie in Canto Ostinato dirigeert
met een hoofdknikje. Bärtsch doet dat ook of door zelfs af en toe een schreeuw te geven. Het
resultaat zijn unieke en vaak zeer swingende minimal ‘zen-ostinato’s’. Hieronder een voorbeeld van de Mobile groep live in Nik's eigen club Exil in Zürich. Niet minder dan briljant, als ik zo vrij mag zijn.
Ik ben sinds mijn eigen mensenheugenis fan van precies de soorten muziek die voor Ronin en Mobile de bouwstenen vormen. Voor mij is dat dus kat in het bakkie: ik kan echt uren en uren naar deze muziek luisteren. Het is de kracht van de herhaling, de ‘Joy in Repetition’. Herhaling is de essentie van minimal music en een belangrijk onderdeel van klassiek, jazz, blues, pop, trance, dance, techno en dergelijke. (Bach kon er trouwens ook wat van). Het schijnt dat herhaling een heel bevredigend effect heeft op de geest. Je weet eigenlijk wat er gaat komen en die verwachting wordt ‘beloond’. Sommige recensenten noemen de muziek van Bärtsch toegankelijk. Ik durf daar wel een hele andere mening over te hebben.
Mijn blogs zijn niet zelden voor een wat specifiek publiek geschreven. Zeker als het over auto’s en muziek gaat. Maar ik heb de afgelopen jaren toch ook de nodige stukjes geschreven die een bredere groep lezers aansprak. Ik zou ze bij wijze van spreken kunnen publiceren. Maar daar hoort het onderhavige verhaal beslist niet bij. Voor wie ik dit specifieke blog schrijf weet ik eigenlijk ook niet. Mijn hierboven genoemde vrienden lezen het natuurlijk wel, maar die
vertel ik niets nieuws. Misschien kan ik nog een verdwaalde lezer verleiden om naar de
waanzinnig gave muziek van Nik Bärtsch te luisteren. De meesten zullen na een paar
minuten wel afhaken omdat het buiten hun denkraam valt, als u begrijpt wat ik bedoel. Ik denk dat deze muziek nooit een groot publiek zal bereiken. Sic Factum Est. Ik ben tenslotte ook niet van de straat ;-)
De huidige vaste bezetting van Ronin en Mobile bestaat uit:
Nik Bärtsch – Piano, Fender Rhodes
Nik Bärtsch – Piano, Fender Rhodes
Sha -
Bass clarinets, Alto saxophone
Thomy
Jordi - Bass
Kaspar
Rast - Drums